Hoofdpagina | Master of Science in de industriële wetenschappen: chemie
Masterproef (0910MApt08)
Master of Science in de industriële wetenschappen: chemie |
2011-12 |
20 |
600 uur |
|
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Neen |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
zie OER
Eindcompetentie
MA_AV | MA_AV - Communicatievaardigheden | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_IV_01 | MA_IV_01 - Probleemoplossend vermogen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_IV_02 | MA_IV_02 - Praktische vaardigheden | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_IV_03 | MA_IV_03 - Multidisciplinair samenwerken | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_KI | MA_KI - Diepgaande technische kennis | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_OV_01 | MA_OV_01 - Kritische reflectie en onderzoekende houding | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_OV_02 | MA_OV_02 - Uitvoeren van onderzoek | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
MA_OV_03 | MA_OV_03 - Wetenschappelijke wijze denken en handelen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
- De student is in staat om zich (zelfstandig) in te werken in een academische of industriële probleemstelling en geeft blijk van inzicht in dit domein;
- De student kan vanuit de probleemstelling een passend onderzoeksopzet definiëren;
- De student kan omgaan met deadlines, is flexibel, toont doorzettingsvermogen bij het zoeken naar oplossingen, kan (meet-)resultaten ordelijk bijhouden en stelt zich sociaal en collegiaal op in een team;
- De student kan oplossingsgericht denken, werkt nauwkeurig, heeft zin voor initiatief en geeft blijk van een praktisch inzicht;
- De student is in staat (anderstalige) disciplinegebonden informatie te verwerven en te verwerken in een diepgaande literatuurstudie, met correcte vermelding van de bronnen;
- De student is in staat om de bekomen verworven informatie correct weer te geven;
- De student is in staat een duidelijke tekst te schrijven en een correct taalgebruik te hanteren;
- De student is in staat de bekomen resultaten te verwerken en een duidelijke en diepgaande manier te beschrijven en kritisch te evalueren;
- De student is in staat een gestructureerde presentatie te geven over het gerealiseerde werk en een correct taalgebruik te hanteren;
- De student is in staat om diepgaande of verbredende vragen van specialisten ‘to the point’ te beantwoorden
Inhoud
Het onderwerp van de masterproef wordt geformuleerd door de onderzoeksgroepen van de hogeschool vanuit eigen onderzoeksprojecten, de universiteit, de industrie of de student zelf. De probleemstelling van de masterproef is gericht op de reële academische/professionele context. De goedkeuring van een voorstel gebeurt door de programmacoördinator van de masteropleiding.
Studiematerialen
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Geïntegreerde evaluatie | 15% | De evaluatie gebeurt op basis van de volgende deelaspecten:
-) Een verslag dat tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131, wordt een score van minder dan 6/20 toegekend wanneer deze deadline niet gerespecteerd wordt en wordt een score NA toegekend wanneer het verslag niet wordt ingediend);
-) een presentatie voor een interne jury ;
-) het proces (indien van toepassing). | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | 85% | De evaluatie gebeurt op basis van de volgende deelaspecten:
-) Het proces;
-) Het product, dit bestaat minstens uit de masterproeftekst die tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131 wordt een score NA toegekend wanneer de tekst niet wordt ingediend.);
-) De presentatie met verdediging voor een jury.
Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef. | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | De evaluatie gebeurt op basis van
-) Het product, dit bestaat minimaal uit de masterproeftekst die tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131 wordt een score NA toegekend wanneer de tekst niet wordt ingediend);
-) de presentatie met verdediging voor een jury;
-) het proces (indien van toepassing).
Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef. |