Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement
Spaans 3 MA
Bachelor in het officemanagement |
2011-12 |
nvt |
OM_6911 |
3 |
90 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindcompetenties Spaans 2
Begrijpen-luisteren A1
Begrijpen-lezen A1
Spreken-productie A1
Spreken-Interactie A1
Schrijven A1
Eindcompetentie
OM_MA_02 | OM_MA_02 - BEROEPSROL: COMMUNICATOR | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02.00A | OM_MA_02.A - Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven- die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig. Dit wil zeggen dat de jonge professional van de Bachelor in Office management, afstudeerrichting Management assistant in het Nederlands, Frans en Engels en in meerdere of mindere mate in het Duits of Spaans, met respect voor de huisstijl van de beroepsomgeving: | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02.03 | OM_MA_02.3 - correcte rapporten, memo’s, verslagen, formulieren kan opstellen/redigeren- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
OM_MA_02.04 | OM_MA_02.4 - externe correspondentie kan opnemen, uitwerken, bewerken, zelf opstellen- | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
De student behelpt zich in een Spaanstalige omgeving. De student begrijpt korte eenvoudige teksten en haalt er de belangrijke informatie uit. De student begrijpt vertrouwde woorden en basiszinnen die hemzelf en zijn directe concrete omgeving betreffen. Hij begrijpt de belangrijkste punten in korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen. De student formuleert eenvoudige vragen en antwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen. De student beschrijft zichzelf, zijn voorkeuren, zijn directe omgeving en mensen die hij kent. Hij geeft zijn mening over eenvoudige onderwerpen. Hij communiceert over wat er in het verleden gebeurd is en gebruikt hiervoor de correcte tijden. Hij schrijft een eenvoudige Spaanse tekst. Hiervoor maakt hij gebruik van de geziene woordenschat en grammatica. Hij is leergierig, werkt zelfstandig, geeft blijk van doorzettingsvermogen en heeft oog voor detail. De student is kritisch, ook voor zichzelf.
European level scale:
Begrijpen-luisteren A1
Begrijpen-lezen A2
Spreken-productie A1
Spreken-Interactie A1
Schrijven A2
Inhoud
De onderwerpen die aan bod komen zijn de volgende: - karakter en gemoedstoestand beschrijven - voorkeur uitdrukken - sporten - oorzaken uitdrukken - mening geven - beroepskenmerken - levensloop beschrijven - praten over het verleden - informatie vragen - het CV - het sollicitatiegesprek - kleding, kleuren en materialen - gevoel en smaak uitdrukken - kopen in een winkel - de klacht - reizen - uitdrukken dat je (niet) akkoord bent - praten over vaardigheden - diploma's en beroepen
Qua cultuur komen volgende onderwerpen aan bod: - koosnamen - complimenten en geijkte formuleringen - verschillende levensstadia - stopwoorden - Argentinië, Spanje en Mexico - bescheidenheid - vriendelijkheid - interculturele communicatie - gebaren - formele communicatie - toerisme in Spanje
Volgende grammaticale items worden behandeld: - ser en estar met adjectieven - geslacht van substantieven - redengevende zinnen - de pretérito indefinido - tijdsaanduidingen - betrekkelijke bijzinnen - de persoonlijke voornaamwoorden LV en MV - de pretérito perfecto- comparatief en superlatief - onregelmatige werkwoorden - bezittelijke voornaamwoorden
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- 'Grammatica in gebruik Spaans' leer-en oefenboek
- Beknopte thematische woordenschat Spaans
- Pasaporte Nivel 2(A2), libro del alumno + CD audio
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 20% | De studenten krijgen een aantal testen van woordenschat | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 80% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |