Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Project 3 bedrijfsproject HR


Opleiding Bachelor in het officemanagement Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer OM_4680
Studiepunten 11 Studietijd 330 uur
Opleidingsfase Derde Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Lauryssen Godelieve
  • Foubert Ann
  • Van Royen Johan
  • De Jonckheere Theophile
  • Hoyberghs Michele

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Werkcollege
  • Groepswerk
  • Hoorcollege

Begincompetentie

Eindcompetenties verworven in het eerste en het tweede jaar Office Management, MA

Eindcompetentie

OM_MA_01.1OM_MA_01.1 - de voor een opdracht vereiste, eventueel meertalige gegevens efficiënt kan verzamelen vanuit betrouwbare, relevante bronnen (ook multimedia-informatie)-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_01.2OM_MA_01.2 - kan interpreteren welke informatie essentieel is om interne en externe bedrijfsprocessen probleemloos te laten verlopen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_01.3OM_MA_01.3 - zelfstandig deze geselecteerde gegevens kan verwerken tot direct bruikbare informatie. Bij die verwerking kan hij de informatie analyseren, structureren, synthetiseren en presenteren met de daarvoor gepaste software-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_01.4OM_MA_01.4 - de verwerkte informatie kan beheren zodat die door alle rechthebbenden snel en efficiënt kan teruggevonden en geraadpleegd worden (archiefbeheer)- hij heeft daarbij voldoende oog voor de beveiliging van digitale informatie-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_01.5OM_MA_01.5 - de verwerkte informatie kan laten doorstromen naar anderen, lacunes in de informatie en in de doorstroming ervan kan onderkennen, ze kan rapporteren en helpen oplossen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.00AOM_MA_02.A - Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven- die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig. Dit wil zeggen dat de jonge professional van de Bachelor in Office management, afstudeerrichting Management assistant in het Nederlands, Frans en Engels en in meerdere of mindere mate in het Duits of Spaans, met respect voor de huisstijl van de beroepsomgeving:Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.02OM_MA_02.2 - op een gepaste manier interne en externe, formele en informele gesprekken kan voeren (klankbordfunctie)-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.04OM_MA_02.4 - externe correspondentie kan opnemen, uitwerken, bewerken, zelf opstellen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.06OM_MA_02.6 - constructief kan deelnemen aan vergaderingen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.07OM_MA_02.7 - de voorbereidende stukken voor de vergadering kan opstellen, tijdens de vergadering snel en efficiënt kan notuleren en nadien het verslag van de vergadering kan maken-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.09OM_MA_02.9 - interne en externe contacten, zowel van zichzelf als van de leidinggevende kan onderhouden-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_02.11OM_MA_02.11 - beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen kan communiceren zowel aan specialisten als aan leken.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_03.0AOM_MA_03.A - Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_03.0COM_MA_03.C - De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_03.2OM_MA_03.2 - de (digitale) agenda’s van anderen accuraat en op gepaste manier kan beheren: afspraken kan vastleggen en opvolgen, planning en acties van leidinggevenden kan bewaken-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_03.3OM_MA_03.3 - op gepaste manier vergaderingen kan organiseren, van voorbereiding over logistieke ondersteuning tot opvolging ervan-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_04.0AOM_MA_04.A - Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_04.0BOM_MA_04.B - Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_04.3OM_MA_04.3 - eenvoudige leidinggevende taken kan uitvoeren: een werkplanning opmaken, een vergadering leiden en doelgericht handelen bij anderen bevorderen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_04.4OM_MA_04.4 - klantgericht kan handelen en de klantgerichtheid kan bewaken.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.00AOM_MA_05.A - Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.00BOM_MA_05.B - Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.03OM_MA_05.3 - het eigen functioneren kritisch kan evalueren en eventueel bijsturen. Op basis van deze reflectie streeft hij ook naar een verdere (levenslange) ontwikkeling van de eigen competenties-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.04OM_MA_05.4 - nieuwe ontwikkelingen in het werkveld kan volgen, zich eigen maken, en op basis daarvan innoverende voorstellen kan doen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.05OM_MA_05.5 - een breed gamma aan concrete beroepsspecifieke problemen met creativiteit en flexibiliteit kan oplossen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.06OM_MA_05.6 - kan inschatten wanneer een beroep gedaan moet worden op externe deskundigheid om de gewenste kwaliteit te halen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.07OM_MA_05.7 - goed kan inschatten in hoeverre hij de werkuitvoering volledig zelfstandig kan en mag afhandelen, hoeveel initiatief hij zelf kan en mag nemen en ook de impact van zijn initiatief goed kan inschatten-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.08OM_MA_05.8 - zelfstandig een taak kan aanvatten en afwerken, zelfstandig over het proces en de resultaten kan rapporteren- zijn eigen aanpak kan verantwoorden-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.09OM_MA_05.9 - taken kan uitvoeren met aandacht voor alle deelelementen, hoe klein ook, zodat hij een hoge mate van correctheid en volledigheid in gegevens en procedures bereikt.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.11OM_MA_05.11 - in een (multicultureel, multidisciplinair) team een constructieve inbreng kan hebben met respect voor de inbreng van de anderen-Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
OM_MA_05.12OM_MA_05.12 - ethische, deontologische of maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext kan onderkennen en hierbij een beredeneerd standpunt kan innemen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten


1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.


1. De student verzamelt zelfstandig en efficiënt gegevens vanuit betrouwbare bronnen in het kader van veelvoudige bedrijfsgerelateerde opdrachten. Dit alles vrijwel geheel zelfstandig. Docenten staan ter beschikking bij problemen.


2. De student gaat zelf actief op zoek naar informatie en praktijkvoorbeelden.


3. De student achterhaalt welke informatie essentieel is voor een goed verloop van het bedrijfsproces en houdt deze op een gestructureerde wijze bij door gebruik te maken van gepaste software.


4. De student verzamelt informatie nodig voor het uitwerken van een schriftelijke of mondelinge opdracht, selecteert de essentiële informatie en verwerkt deze tot doel- en doelgroepgerichte mondelinge en schriftelijke communicatie. Dit alles doet de student vrijwel geheel zelfstandig. Docenten staan ter beschikking voor vragen en begeleiding.


2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.


1. De student communiceert mondeling en schriftelijk in het Nederlands en communiceert aangepast aan doelgroep, doel, medium en boodschap. Dit onder beperkte begeleiding.Hij rapporteert mondeling aan het management, vergadert met medestudenten en stelt teksten voor interne en externe doelgroepen op.


2. De student presenteert zonder spreekschema voor het management onder (zeer) beperkte begeleiding.


3. De student verzorgt de in- en externe communicatie omtrent de opstart van een fictieve organisatie en dit vooral in functie van zijn afstudeertraject. Dit wordt begeleid door de docenten wanneer het over nieuwe vaardigheden gaat en beperkt begeleid wanneer het over reeds behandelde vaardigheden gaat. Begeleiding wordt voorzien na expliciet verzoek van de student zelf.


4. De student communiceert individueel en/of in groep met professionals en krijgt zo feedback vanuit het werkveld op zijn bedrijfsrealistische opdrachten.


5.D5. De student stelt interne en externe bedrijfsteksten in het Nederlands en onder beperkte begeleiding en naargelang zijn keuzetraject een selectie uit de volgende genres: beeldschermteksten, wervende en zakelijke brieven, e-mailberichten, folders en/of brochures, nieuwsbrieven, fact sheets, papers, memo’s en zakelijke rapporten, persberichten, listings,… Hij notuleert, correspondeert, rapporteert, stelt checklists en evaluatieformulieren op… …


3.A. Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen. 3.B. Hij kan daarvoor werkbare procedures opstellen: voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en op die manier ook het doelgerichte, planmatige handelen bij anderen bevorderen. 3.C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.


1. De studenten analyseren elke opdracht, zoeken individueel of in groep naar een oplossing en werken deze planmatig uit op een adequate en doordachte manier (zelfstandig of behoorlijk zelfstandig). Als hij lacunes in zijn competenties ontdekt, gaat hij zelf op zoek naar die informatie en verwerkt de info. Begeleiding wordt voorzien na expliciet verzoek van de student zelf.


2. De student plant in samenwerking met de teamleden het werk van dit project, maar wordt ook geconfronteerd met planningen die in de war gestuurd worden door onverwachte opdrachten. Time- en stressmanagement worden op de proef gesteld.


3. De student wordt geconfronteerd met bedrijfsgerichte opdrachten. Deze opdrachten met deadlines worden pas kenbaar gemaakt tijdens het project. De student zorgt ervoor dat de deadlines van de opdrachten gerespecteerd worden door mogelijk met teamleden afspraken te maken en op te volgen.


5. De student organiseert voor zijn of haar groep vergaderingen, stelt een doelgerichte agenda op en maakt een verslag met daarin gemaakte afspraken en deadlines.


4.A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen. 4.B. Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.


1. De student doet ondermeer een marktstudie en vergelijkt hierbij services van HR-professionals. Zij brengen hiervan verslag uit naar elkaar toe en argumenteren hun bevindingen. Zo wordt hun kritisch denkvermogen verscherpt.


2.De student adviseert het management over HR-gerelateerde topics. Hiertoe doet hij aan grondige zelfstudie.


4. De student voert eenvoudige leidinggevende taken uit: een werkplanning opstellen, een vergadering voorzitten, groepsleden aanzetten tot doelgericht handelen.


5.A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering. 5.B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.


1. De student krijgt veel verantwoordelijkheid en zelfstandigheid: hij moet zelfstandig een taak aanvatten, afwerken en erover rapporteren.


2. De student voert taken uit met aandacht voor alle deelelementen, hoe klein ook, zodat hij een hoge mate van correctheid en volledigheid in gegevens en procedures bereikt. De student past zijn werk aan na feedback.


3. De student is accuraat en staat kritisch tegenover zijn eigen werk en dat van teamleden: hij communiceert duidelijk, correct (spelling, stijl, woordenschat), aantrekkelijk, gestructureerd en gepast met doel en doelgroep voor ogen en bewaakt dit voortdurend.


4.De student werkt in team en heeft een constructieve inbreng in dat team; de docent stuurt het teamwerk enkel bij in geval van ernstige problemen.


5. De student kent zijn eigen beperkingen, en vraagt advies of roept de hulp in van anderen waar dat nodig is.


6. De student voert een eigen SWOT-analyse uit over de eindcompetenties van het beroep en stelt op basis van die SWOT leerdoelen op voor het project. De student verzamelt leermateriaal a.h.v. een notitieboek en selecteert de meest relevante leerervaringen. De student bespreekt die leerervaringen volgens de reflectietechniek en documenteert zijn reflectie met relevant materiaal in een portfolio. De student legt verbanden met de vooraf gestelde leerdoelen. De student verzamelt ‘best practices’ met de bedoeling om ze op het einde van zijn studies te bundelen in een sollicitatieportfolio. De student verzorgt geheel zelfstandig de invulling van het portfolio. Het portfolio draagt de persoonlijke stempel van de student en is professioneel volledig in orde.


7. De student past het stappenmodel voor ethische dilemma’s toe, werkt het uit en vertaalt het in een beleid en publicaties.


8. De student reflecteert op eigen gedrag en keuzes inzake ethische dilemma’s in organisaties en analyseert, beoordeelt en verantwoordt morele keuzes inzake activiteiten van de organisatie analyseren, beoordelen en verantwoorden.


9. De student heeft inzicht in methodes om de morele prestaties van een onderneming te meten.


Inhoud

Inhoud Project: De studenten worden gedurende 12 weken via verschillende communicatiekanalen geconfronteerd met bedrijfsgerichte problemen voornamelijk uit hun afstudeertraject. De studenten krijgen voortdurend geïntegreerde opdrachten die ze zelf moeten plannen en uitvoeren. Ze zoeken individueel of in groep een oplossing en pakken de opdracht op een adequate en doordachte manier aan. Ze communiceren hierbij mondeling en schriftelijk in het Nederlands en passen hun communicatie aan hun doelgroep aan, alsook aan doel, medium en boodschap. Ze doen dit zelfstandig of behoorlijk zelfstandig. In het project bewijzen de studenten dat ze het vereiste niveau van bovenstaande competenties bereikt hebben. Het betreft hier een vakoverschrijdend project waarin de vijf beroepsrollen van een MA'er aan bod komen: informatiebeheerder, communicator, coördinator/organisator, beleidsadviseur/ondernemer en kwaliteitsbewaker. Tijdens de bijhorende lessen zullen instrumenten aangereikt worden om zo efficiënt en kwalitatief mogelijk de verschillende beroepsspecifieke taken uit te werken die de studenten krijgen tijdens het project.


Inhoud HRM-topics: Tijdens deze opleiding zullen de studenten kennismaken met de diverse werkterreinen van HRM toegespitst op de dagelijkse praktijk van de operationele (lijn)manager. HRM topics is een interactieve praktijkopleiding waarin zoveel mogelijk vraag-en antwoordsessies gestimuleerd worden, opdrachten worden uitgevoerd, enz. De elementaire topics van Human Resources Management: *het belang van het hebben van een missie, visie en waarden binnen een onderneming. *het verloop van een aanwervingsprocedure, gaande vanaf het opstellen van een vacature, de zoektocht naar sollicitanten, het selectiegesprek en het opstellen van een arbeidscontract en arbeidsreglement. *het belang van een loonbeleid, de werking van een uitzendbureau. *het belang van het opstellen van een antipestbeleid. *de peilers rond personeelsontwikkeling en de werking van een goede personeelsevaluatie. *de formele overlegorganen. *het belang van een goede informele communicatie.



Inhoud Nederlands: Solliciteren: Aanmaken van een sollicitatiedossier met een persoonlijke motivatiebrief en een professioneel CV. Dit dossier is het vertrekpunt voor het simuleren van sollicitatiegesprekken in samenwerking met de studenten van de afstudeerrichting HRM. Teksten schrijven voor beeldscherm: Analyse en bespreking van concrete websites. Oefenopdrachten ‘schrijven voor beeldscherm’. Vergader- en gesprekstechnieken: Informeel vergaderen en notuleren: aanvulling bij cursus vergaderen in 2 Ma. Inoefenen en trainen van het beantwoorden van vragen tijdens een sollicitatiegesprek. Zakelijke gesprekken voeren Uitspraakoefeningen. Bronnen hanteren en bronvermeldingen opstellen: begeleiding. Daarnaast zijn er workshops voorzien in verband met projectopdrachten en naargelang het afstudeertraject van de student in kwestie. Onderwerpen van deze begeleide werksessies zijn: - Rapporten en verslagen: Onderzoeksverslag, cursustekst, paper opstellen. - Zakelijke brieven schrijven: selectie uit de volgende briefsoorten naargelang afstudeertraject: informerende brief, klachtenbrief, verkoopbrief, afwijzingsbrief, ontslagbrief - Direct mailing, commerciële presentaties - Presenteren in het algemeen: feedback.



Opmerking: Het handboek van K. Knispel 'Zakelijke Communicatie. Schriftelijk' blijft in gebruik (zie Nederlands 1 en 2).




Inhoud Coaching: Iedere student krijgt een individuele coach toegewezen die de student voorbereidt voor een functioneringsgesprek met de werkgever. Volgende vragen komen aan bod: -Waar wil ik naartoe? Samen met de coach en enkele medewerkers denkt de student na over zijn latere beroep, latere job. De student geeft aan wat het beroepenveld precies van zijn profiel verwacht en wat hij/zij zelf van een job verwacht. -Wie ben ik? Aan de hand van oefeningen onder begeleiding gaat de student op zoek naar zichzelf. Hij gaat na in welke kwaliteiten hij uitblinkt en aan welke kwaliteiten hij tijdens de volgende weken wil werken (zijn uitdagingen). -Waar wil ik aan werken? De uitdaging is voor de student het punt waaraan hij wil werken. Hij formuleert een eigen leerdoel en volgt op in hoeverre hij inderdaad aan dat doel werkt. -Waar sta ik nu? Op regelmatige tijdstippen rapporteert de student over zijn vorderingen. Hij illustreert deze vorderingen met ervaringen.


 






Inhoud: Organisatie-ethiek 2: Internationaal duurzaam ondernemen. Methodes om de ethische prestaties van bedrijven te meten. Integriteitsmanagement en gedragscodes.









Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Zakelijke communicatie: schriftelijk

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Uitrustings- en werkmateriaal

  • De HR-ballon

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Portfolio100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100% met verdediging van opdrachten