Hoofdpagina | Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Scriptie
Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2011-12 |
nvt |
BALLOA_25 |
6 |
180 uur |
Derde Programmajaar |
Ja |
Neen |
Neen |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Eindcompetenties van de volgende opleidingsonderdelen verworven hebben:
- communicatie
- communicatie met kinderen
- didactische stage teamfunctioneren
Eindcompetentie
BALLO_02.4 | 2.4 - De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context. | Integratieniveau |
BALLO_03 | Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijke expert | Integratieniveau |
BALLO_05 | Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker | Integratieniveau |
BALLO_05.1 | 5.1 De leerkracht kan resultaten van onderwijsontwikkelingswerk en vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen. | Integratieniveau |
BALLO_05.2 | 5.2 De leerkracht kan kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek die relevant zijn voor de eigen praktijk. | Integratieniveau |
BALLO_07 | Functioneel geheel 7 - De leraar als lid van een schoolteam | Integratieniveau |
BALLO_08 | Functioneel geheel 8 - De leraar als partner van externen | Integratieniveau |
BALLO_09 | Functioneel geheel 9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap | Integratieniveau |
BALLO_10 | Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant | Integratieniveau |
BALLO_11_A3 | A3. kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. | Integratieniveau |
BALLO_11_A4 | A4. leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. | Integratieniveau |
BALLO_11_A5 | A5. organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden. | Integratieniveau |
BALLO_11_A6 | A6. zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken. | Integratieniveau |
BALLO_11_A7 | A7. verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen. | Integratieniveau |
Leerresultaten
De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
-De leraar kan vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden
-De leraar kan in samenspraak met het schoolteam vernieuwende inzichten die zich in de samenleving aandienen in zijn onderwijspraktijk integreren
-De leraar bezit kennis rond kenmerken van schoolcultuur, relevante informatiebronnen met betrekking tot ontwikkelingen over onderwijs en samenleving, waaronder gelijke onderwijskansen en participatie.
-De leraar neemt kennis van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk
-De leraar onderscheidt relevante en toegankelijke informatiebronnen van onderwijsonderzoek.
-De leraar kan de klaspraktijk/de onderwijsvisie vanuit reflectie op de eigen ervaringen bijsturen, onder meer door het onder begeleiding uitvoeren van eenvoudig praktijkgericht onderzoek
-De leraar bezit kennis van vormen van reflectie op het eigen onderwijsgedrag en de kenmerken van een eenvoudig praktijkgericht onderzoek.
De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
-De leraar neemt deel aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's
-De leraar bezit kennis rond recente ontwikkelingen in onderwijs en referentiekaders om ontwikkelingen in onderwijs te duiden.
- De leraar kan dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving
- De leraar bezit de ondersteunende kennis betreffende referentiekaders om het lerarenberoep maatschappelijk te kunnen situeren en de eigen basiscompetenties en beroepsprofiel.
-De leraar is gericht op correct taalgebruik en communicatie: in de mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, leden van het schoolteam en externen, erop gericht zijn een adequaat en correct taalgebruik te hanteren en aandacht te hebben voor het belang van non-verbale communicatie
Specifieke eindcompetenties uitgedrukt in functie van de scriptie:
- Verworven kennis van OVI verder uitgediept hebben.
- Vaardig zijn in een eigen gekozen facet / competentie van het leerkracht zijn.
- D.m.v. reflectie het eigen leerproces in kaart kunnen brengen en van daaruit acties ondernemen om te groeien in het leerkracht-zijn.
- De vaardigheid verfijnen om gericht informatie te verzamelen en te selecteren i.f.v. de eigen klas- en onderwijspraktijk.
- Kritische gerichtheid bezitten.
- Stipt zijn in het nakomen van afspraken met de promotors en derden uit het veld, de bibliotheek,….
- Het eindwerk zorgzaam afwerken wat betreft taalgebruik, lay-out en bronvermelding.
- ICT-competentie zoals vermeld in de startcompetenties van de leraar lager onderwijs verworven hebben.
Inhoud
De student werkt in samenspraak met een externe organisatie een didactisch pakket uit dat toegespitst is op de leerlingen van de lagere school. De student verdiept zich op die manier in een aantal zelfgekozen basiscompetenties. Naast een inhoudelijk product toont de student zijn/haar leerproces (vallen en opstaan) door zinvolle activiteiten te plannen, uit te voeren en deze zelfkritisch te beoordelen.
Instapbegeleiding
Elke student heeft een interne scriptiebegeleider in de oplediing en een externe scriptiebegeleider (onderwijsinstelling, stageschool of onderwijsondersteunende organisatie) waarmee een contract wordt afgesloten.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | |