Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs

Domeinspecifieke onderwijsvaardigheden MUVO 1


Opleiding Avond- en weekendopleiding - Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALLOA_3076
Studiepunten 6 Studietijd 180 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Neen Examencontract (creditbewijs) mogelijk Neen
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Winnelinckx Anneleen
  • Demesmaeker Suzanne
  • Boon Tim

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Werkcollege
  • Groepswerk
  • Oefensessie

Begincompetentie

eindtermen secundair onderwijs

Eindcompetentie

BALLO_01.021.2 - De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.Elementair niveau
BALLO_01.031.3 - De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.Elementair niveau
BALLO_01.041.4 - De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod.Elementair niveau
BALLO_01.061.6 - De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.Elementair niveau
BALLO_01.071.7 - De leerkracht kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Elementair niveau
BALLO_01.111.11 - De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.Elementair niveau
BALLO_02.12.1 - De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in de groep en op school.Elementair niveau
BALLO_02.22.2 - De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen.Elementair niveau
BALLO_02.32.3 - De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.Elementair niveau
BALLO_02.42.4 - De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.Elementair niveau
BALLO_03.13.1 De leerkracht beheerst de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen en eindtermen, en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Frans, Lichamelijke Opvoeding, Muzische Vorming, Nederlands, Wereldoriëntatie en Wiskunde en de leergebiedoverschrijdende thema's Leren Leren, Sociale Vaardigheden en Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) volgen. Vanuit onze overtuiging wordt hier godsdienst aan toegevoegd.Elementair niveau
BALLO_03.23.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot leergebieden en vakgebieden aanwenden op een geïntegreerde manier.Elementair niveau
BALLO_04.14.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.Elementair niveau
BALLO_08.18.1 De leerkracht kan in overleg met collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.Elementair niveau
BALLO_11_A6A6. zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.Elementair niveau

Leerresultaten

1.Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: kan muzische activiteiten in de uiteenlopende domeinen uitwerken en aanpassen aan de doelgroep
2.Leraar als inhoudelijk expert: bezit voor elk deeldomein van het leergebied de nodige basiskennis en - vaardigheden
3.Leraar als organisator: kan muzische activiteiten praktisch aanpakken en begeleiden
4.Leraar als partner van externen: heeft de nodige basiskennis en -vaardigheden om met externe aanbieders van muzische activiteiten te communiceren vanuit een didactisch verantwoord oogpunt
5.Leraar als cultuurparticipant: staat open voor een ruim en uiteenlopend muzisch aanbod op niveau van de doelgroep en op eigen niveau.

Inhoud

Algemene doelen
- De eigenheid en het belang van het muzisch werken kunnen omschrijven.
- Het belang van een muzische grondhouding en hoe je die kan stimuleren bij kinderen weergeven.
- Lesmomenten kunnen opbouwen rond verschillende inhouden: een thema, een materiaal, een kunstzinnig product of een thema uit de leefwereld van kinderen.
- Zelf een muzische ingesteldheid bezitten met als kenmerken open staan voor het muzische, respect voor de smaken en stijlen van anderen (i.b. kinderen), bereid zijn tot samenwerking en communicatie met anderen.
Didactische competenties
- vanuit het domein-eigen doel een muzische activiteit uitleggen (onderwerp, creatieve vaardigheden en domein-eigen doel) de grote lijnen van een activiteit kunnen uitzetten in drie fases.
- Muzische opdrachten bedenken in functie van een bepaald doel dat de leerkracht wil bereiken.
- Diverse vormen van muzisch werken hanteren in een activiteit (receptief moment (kijk/luistermoment), reflectie met kinderen, productief werken of actief exploreren)
- De eigenheid van het creatief-muzische proces omschrijven en toepassen.
Domeingerichte competenties MUZIEK
- activiteiten opbouwen vanuit de muziekaspecten ritme, melodie of harmonie om op een speelse manier de muzikaliteit bij kinderen te stimuleren.
- activiteiten opbouwen waarbij diverse vormen van muzikaal werken aan bod komen: onder anderen spelen met liedjes, componeren, grafische partituren, werken met instrumenten, spelen met ritme, spelen met tekst, bewegen op muziek.
- Beschouwend werken met muziek: muziek beluisteren en kunnen spreken (reflecteren met kinderen) over muziek.
- Diverse vormen van het vastleggen van muziek kunnen hanteren, zowel naar kinderen gericht als voor de leerkracht.
Domeingerichte competenties DRAMA
- Activiteiten opbouwen met een dramavaardigheid als focus om de dramatische gevoeligheid bij kinderen te stimuleren.
- De bouwstenen (wie, wat, waar, wanneer of waarom) als uitgangspunt gebruiken voor een dramatische activiteit.
- Opdrachten rond waarnemen, experimenteren en vormgeven bedenken om de dramatisch vormgeving te stimuleren.
- Beschouwend kunnen werken met drama en met kinderen een gesprek over theater kunnen opzetten.
- Vormen zoals poppenspel, standbeeldentheater, maskersspel of bewegingstheater kunnen omzetten in heldere opdrachten.
- Een drama-opdracht kunnen aanpassen aan de vaardigheden/ervaring van kinderen.
Domeingerichte competenties BEELD
-Beeldende activiteiten opbouwen waarin aandacht besteed wordt aan een van de beeldaspecten licht, kleur, vorm, lijn, compositie, ruimte, textuur.
-In een gekozen werk de beeldcomponenten aanduiden en op niveau van kinderen kunnen uitleggen.
-Een beeldende activiteit praktisch organiseren.
-Technieken en materialen aanbieden in experimenteeropdrachten.
Domeingerichte competenties BEWEGING
-Bewegingsactiviteit opbouwen met een bewegingsaspect (tijd, kracht, ruimte) als doel.
-In opdrachten bewegingsstimulansen geven door beweging- en belevingsimpulsen. Een rijk taalgebruik en goed observeren zijn hierbij ondersteunend.
- Een thema in beweging vertalen en de kinderen stimuleren tot waarnemen, experimenteren en vormgeven in beweging.
-Met kinderen een bewegingsreeks opbouwen en suggesties doen om die reeks te bewerken.
-Het fysieke, emotionele en cognitieve ontwikkelingsniveau van de kinderen kennen en de activiteit hieraan aanpassen.
-Door middel van het lichaam als instrument aan bewegingsverruiming doen met de kinderen.
Domeinspecifieke competenties MEDIA
-Een camera, (digitaal) fototoestel en klankopnameapparatuur kunnen hanteren om ze in de klas te kunnen gebruiken.
-Kunnen een gesprek voeren met kinderen over beelden, film, klankopnames, …
-Beelden kunnen gebruiken als communicatiemiddel.
-Een korte opdracht kunnen bedenken waarin kinderen zelf met de media-apparaten kunnen leren werken.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen50%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50%