Hoofdpagina | Master of Science in de industriële wetenschappen: biochemie
Masterproef (0910MAbio09)
Master of Science in de industriële wetenschappen: biochemie |
2010-11 |
20 |
600 uur |
|
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Neen |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
geslaagd: alle opleidingsonderdelen uit de Bachelor-opleiding
Eindcompetentie
MA_AV - Communicatievaardigheden |
MA_IV_01 - Probleemoplossend vermogen |
MA_IV_02 - Praktische vaardigheden |
MA_IV_03 - Multidisciplinair samenwerken |
MA_KI - Diepgaande technische kennis |
MA_OV_01 - Kritische reflectie en onderzoekende houding |
MA_OV_02 - Uitvoeren van onderzoek |
MA_OV_03 - Wetenschappelijke wijze denken en handelen |
Leerresultaten
- De student is in staat om zich (zelfstandig) in te werken in een academische of industriële probleemstelling en geeft blijk van inzicht in dit domein;
- De student kan vanuit de probleemstelling een passend onderzoeksopzet definiëren;
- De student kan omgaan met deadlines, is flexibel, toont doorzettingsvermogen bij het zoeken naar oplossingen, kan (meet-)resultaten ordelijk bijhouden en stelt zich sociaal en collegiaal op in een team;
- De student kan oplossingsgericht denken, werkt nauwkeurig, heeft zin voor initiatief en geeft blijk van een praktisch inzicht;
- De student is in staat (anderstalige) disciplinegebonden informatie te verwerven en te verwerken in een diepgaande literatuurstudie, met correcte vermelding van de bronnen;
- De student is in staat om de bekomen verworven informatie correct weer te geven;
- De student is in staat een duidelijke tekst te schrijven en een correct taalgebruik te hanteren;
- De student is in staat de bekomen resultaten te verwerken en een duidelijke en diepgaande manier te beschrijven en kritisch te evalueren;
- De student is in staat een gestructureerde presentatie te geven over het gerealiseerde werk en een correct taalgebruik te hanteren;
- De student is in staat om diepgaande of verbredende vragen van specialisten ‘to the point’ te beantwoorden
Inhoud
Het onderwerp van de masterproef wordt geformuleerd door de onderzoeksgroepen van de hogeschool vanuit eigen onderzoeksprojecten, de universiteit, de industrie of de student zelf. De probleemstelling van de masterproef is gericht op de reële academische/professionele context. De goedkeuring van een voorstel gebeurt door de programmacoördinator van de masteropleiding.
Studiematerialen
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 15% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Geïntegreerde evaluatie | 85% | Er wordt geëvalueerd op drie deelaspecten: het experimenteel werk, de masterproeftekst, en de presentatie met verdediging. Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef. | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Geïntegreerde evaluatie | 100% | Er wordt geëvalueerd op drie deelaspecten: het experimenteel werk, de masterproeftekst, en de presentatie met verdediging. Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef. |