Hoofdpagina | Bachelor in de journalistiek
Spaans 1
Bachelor in de journalistiek |
2010-11 |
nvt |
JOU_3005 |
3 |
90 uur |
Eerste Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
De vierde taal wordt van nul opgestart. Er is geen specifieke voorkennis Spaans vereist, tenzij de algemene grammatica-inzichten uit andere taalvakken en vorige jaren.
Eindcompetentie
JOU_AC_05.1 | JOU_AC_05.1 - Op een genuanceerde en efficiënte manier met alle stakeholders mondeling communiceren in het Nederlands en op een behoorlijke manier in het Frans/Engels/Duits of Spaans, rekening houdend met de culturele verschillen, nationaal en internationaal, formeel en informeel. | Elementair niveau |
JOU_AC_05.2 | JOU_AC_05.2 - Op een genuanceerde en efficiënte manier met alle stakeholders schriftelijk communiceren in het Nederlands en op een behoorlijke manier in het Frans/Engels/Duits of Spaans, rekening houdend met de culturele verschillen, nationaal en internationaal, formeel en informeel. | Elementair niveau |
Leerresultaten
De leerresultaten worden binnen het Europese taalniveau A1 gesitueerd.
De student streeft naar een gestadige verbetering van zijn mondeling en schriftelijk taalgebruik. Daarbij werkt hij systematisch aan woordenschatuitbreiding, basismorfologie en -grammatica, uitspraak en spelling. (zie ook inhoud)
Inhoud
Meest voorkomende structuren in eenvoudige gesprekken en teksten over alledaagse onderwerpen. (zie ook inhoudstafel handboek: Aula Internacional 1, unidades 1-6)
Unidad 1:
persoonlijke gegevens meedelen en ernaar vragen
groeten en afscheid nemen
leren hoe naar de betekenis van bepaalde woorden te vragen
het geslacht
de drie vervoegingen: -ar, -er, -ir
de werkwoorden: ser, tener, llamarse
de getallen van 1 tot 100
het alfabet
de nationaliteiten
de beroepen
Unidad 2:
een intentie uitdrukken
interesse uitdrukken voor iets
uitleggen waarom men iets doet
de indicatief presens (van werkwoorden op -ar, -er en -ir)
bepaalde gebruiken van a, con, de, por en para
het bepaald lidwoord
de persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp)
Unidad 3:
plaatsen en landen beschrijven
het bestaan van iets uitdrukken
vertellen waar iets gelegen is
spreken over het klimaat
bepaalde gebruiken van hay
het werkwoord estar
de superlatief
het onbepaald lidwoord
woorden die een hoeveelheid uitdrukken
vraagwoorden
Unidad 4:
objecten identificeren
een noodzaak uitdrukken
gaan winkelen: vragen naar producten/ naar de prijs,...
praten over voorkeuren
de aanwijzende voornaamwoorden
el/ la/ los/ las + bijvoeglijk naamwoord
qué + zelfstandig naamwoord/cuál/cuáles
tener que + infinitief
het werkwoord ir
de getallen vanaf 100
de kleuren
de kledingstukken
objecten uit het dagelijks leven
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Aula Internacional 1 Tekstboek + Audio Cd
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 70% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Tussentijdse evaluatie | 30% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 70% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 30% | |