Hoofdpagina | Bachelor in het toerisme en het recreatiemanagement
Toeristische geografie: Capita Selecta (product kennis)
Bachelor in het toerisme en het recreatiemanagement |
2010-11 |
nvt |
TRM_4736 |
9 |
270 uur |
Eerste Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Zelfstudie
- Oefensessie
- Werkcollege
Begincompetentie
Dit opleidingsonderdeel kan enkel gekozen worden door personen die reeds een bachelordiploma behaalden.
Eindcompetentie
TRM_AC_02 | TRM_AC_02 - Opbouwen van een kwaliteitsvolle redenering. | Integratieniveau |
TRM_AC_10 | TRM_AC_10 - Handelen vanuit ethische en deontologische principes. | Integratieniveau |
TRM_AC_11 | TRM_AC_11 - Handelen vanuit duurzaamheidsprincipes en diversiteit. | Integratieniveau |
TRM_BS_02 | TRM_BS_02 - Toeristische producten ontwikkelen. | Doorgroeiniveau |
TRM_BS_04 | TRM_BS_04 - Toeristische processen ondersteunen. | Doorgroeiniveau |
Leerresultaten
1. De student analyseert een Belgische toeristische streek aan de hand van een reeks vragen. Via deze opdracht is hij in staat om betrouwbare gegevens in de toekomst efficiënt te verzamelen.
2. De student zal de gegevens verwerken tot bruikbare informatie. Hij zal de rol van toeristisch coördinator op zich nemen en z'n toeristische streek trachten zo goed mogelijk te verkopen aan de potentiële reizigers (in het rollenspel: de medestudent).
3. De student is in staat om toeristische gebieden die geografisch en/of klimatologisch de moeite waard zijn, bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve concepten te betrekken.
4. De student kent de belangrijkste toeristische plaatsen, regio's, rivieren, gebergten,… in Europa en de belangrijkste toeristische plaatsen in de wereld.
5. De student kent de belangrijkste toeristische bestemmingen in de wereld met al hun facetten en producten.
Inhoud
Thema 1: Overzicht van de toeristische regio’s in de wereld & van de toeristische bestemmingen van Europa. De student kan de verschillende Europese toeristische bestemmingen lokaliseren op een blinde kaart en de landen van de wereld situeren. Verder krijgt men een schematisch overzicht van de toeristische attracties in Amerika, Afrika, Azië en Oceanië. (Begeleid Zelfstandig Leren)
Thema 2: Toeristisch-geografische verkenning van België. De student moet een aantal toeristische Belgische statistieken kunnen verwerken en interpreteren. De student leert alle mogelijke indelingen van België: geologisch, geografisch, administratief en uiteraard toeristisch. De student leert specifiek één toeristische streek in detail aan de hand van al de mogelijke bronnen die voorhanden zijn (rollenspel).
Thema 3: Fundamentele begrippen en elementen omtrent duurzaam toerisme.
Thema 4: Toerisme versus klimaat. De student leert verschillende weersituaties herkennen en gebruiken voor recreatieve doeleinden. Men moet ook de klimaatsgebieden kunnen beschrijven en verklaren waarom en wannneer ze aantrekkelijk zijn voor de toerist. Klimaatsveranderingen tengevolge van de opwarming van de aarde worden naar impact voor het toerisme gemeten voor diverse regio's.
Thema 5: Toeristische valorisatie van enkele Europese landschappen: specifiek toegepast op vulkanische gebieden en Europese karstgebieden (grotten). We laten de student kennismaken met de Midden-Europese massieven en hun toeristische mogelijkheden. We bespreken enkele Europese karstgebieden en vulkanische gebieden, enkele wijnstreken en de Rijn.
Thema 6: Toeristische valorisatie van enkele Europese landschappen: specifiek toegepast op kusttoerisme (in casu: de Middellandse Zee) en gebergtegebieden (in casu: de Alpen)
Thema 7: Toeristische valorisatie van enkele internationale bestemmingen. Dit cursusdeel belicht een aantal landen en steden in de wereld inzake de voornaamste elementen die nodig zijn in het toerisme om met deze bestemmingen te kunnen werken. De studenten krijgen telkens een voorbeeld door de docent aangereikt om dan zelf een aantal cases verder uit te zoeken. De docent belicht telkens een andere invalshoek: zo komt New York, Istanbul of Parijs aan bod als voorbeeld voor een citytrip-bestemming: India als voorbeeld van een vliegbestemming en Kenia, Tanzania en Zuid-Afrika als voorbeeld van een safari-bestemming. Deze bestemmingen worden toeristisch uitgewerkt waardoor studenten een zicht krijgen via de meest uiteenlopende invalshoeken op het hedendaagse toerisme in al zijn aspecten. Er wordt ook aandacht geschonken aan destination management, marketing en branding en de verschillende producten over deze bestemmingen op de toeristische markt.
Aanbevolen boeken:
- Columbus Press. (2007). 'World Travel Guide 2007-2008'. 26e uitgave. Londen. Highbury Columbus Travel Publishing.
- Columbus Press. (2006). 'World Travel Atlas'. 10e uitgave. Londen. Highbury Columbus Travel Publishing.
- Columbus Press. (1999). 'The Columbus City Guide - Europe'. Londen. Highbury Columbus Travel Publishing.
- Columbus Press. (2003). 'World City Guide'. Londen. Highbury Columbus Travel Publishing.
- Wolters. (2004). 'Wolters' Algemene Wereldatlas'. Editie 2004. Groningen. Wolters-Noordhoff; Atlas Productions.
Aanbevolen ander materiaal:
- toeristische gidsen en reisliteratuur, brochures en zelfs romans die handelen over de lokale cultuur, databanken van tijdschriften en kranten, Internet.
- Verder aanvullende lijst achteraan in de cursus.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Tussentijdse evaluatie: elke student moet een toeristische regio in België grondig analyseren aan de hand van een vragenlijst. Via Toledo krijgen zij het Hageland als voorbeeld volledig uitgewerkt. De studenten moeten in beurtrol hun streek promoten voor de klas. De student is vertegenwoordiger van de regio, werkt voor de toeristische dienst, de medestudenten zijn mogelijke toeristen. Dit rollenspel wordt eerst door de lector voorgespeeld, aan de hand van het voorbeeld Hageland. De medestudenten stellen beurtelings vragen over de regio en de student in kwestie moet zo goed mogelijk antwoorden, hiermee verdienen ze de helft van de punten van het rollenspel. De studenten moeten dan hun voorbereidingen en opzoekwerk voorleggen en eventueel raad vragen. Hier verdienen ze de andere helft van de punten. Voor de derde examenzittijd, de tweede examenkans, worden de competenties van het rollenspel getest met schriftelijke vragen: 1. een vraag die test of men de werkwijze om een regio te analyseren beheerst. 2. een inhoudelijke vraag over het voorbeeld Hageland. De andere thema's evenals het deel uit zelfstudie worden schriftelijk opgevraagd tijdens de examenreeks in juni of bij de tweede examenkans. De werkwijze van dit schriftelijk examen zal worden toegelicht in de les.
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 90% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Tussentijdse evaluatie | 10% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |