Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het toerisme en het recreatiemanagement

Kunst en cultuur 1


Opleiding Bachelor in het toerisme en het recreatiemanagement Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer TRM_4355
Studiepunten 4 Studietijd 120 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Vyt Patricia

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

Begincompetentie


De eindtermen secundair onderwijs, ongeacht het type en de afstudeerrichting.
Enige specifieke voorkennis is niet vereist.

Eindcompetentie

TRM_AC_01TRM_AC_01 - Kwaliteitsvol handelen door problemen o.m. flexibel, creatief en nauwkeurig op te lossen.Elementair niveau
TRM_AC_02TRM_AC_02 - Opbouwen van een kwaliteitsvolle redenering.Elementair niveau
TRM_AC_03TRM_AC_03 - Informatie verwerven en verwerkenElementair niveau

Leerresultaten

1.1.De student kan de voor de opdracht (werk over een kunststad) vereiste, eventueel meertalige gegevens verzamelen vanuit betrouwbare, relevante bronnen (ook multi-media-informatie).
1.3.De student kan zelfstandig deze geselecteerde gegevens verwerken tot bruikbare informatie. Bij de verwerking van deze gegevens analyseren, structureren, synthetiseren en presenteren met de daarvoor gepaste software. Zijn werk wordt bijgestuurd tijdens de lessen en geëvalueerd op het examen.

2.1.De student kan mondeling en schriftelijk over zijn activiteiten rapporteren in een interculturele context.

3B. De student kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder stress staat. Hij krijgt een tijdschema om zijn werk te plannen en te laten controleren.

4.2.De student kan toeristisch recreatieve producten en diensten samenstellen die aan het publiek worden aangeboden uit alle mogelijke reisbestemmingen, attracties en activiteiten. In zijn werk heeft hij oog voor de toeristische bezienswaardigheden.

5.8.De student kan zelfstandig een taak aanvatten en afwerken, zelfstandig over het proces en de resultaten rapporteren; zijn eigen aanpak verantwoorden.

Inhoud

Woord vooraf
Opdracht
Doelstelling
Basiswerk

INHOUDSTAFEL EN KULTUURHISTORISCHE TABEL
I. PREHISTORIE TOT ROMEINSE TIJD (ca. 100 000 v. Chr. tot 1ste E. v. Chr.
II. DE ROMEINSE VEROVERING (1ste E. v. Chr. tot 5de E.)
III. DE MIDDELEEUWEN
IV .NIEUWE TIJDEN:
1. RENAISSANCE(16 de E.)
2. BAROK(17de E)
3. ROCOCO(eerste helft van de 18de E.)
4. CLASSICISME(tweede helft 18de E )
V .NIEUWSTE TIJDEN:

INLEIDING
I.PREHISTORIE TOT ROMEINSE TIJD
1.Algemeen
2. Prehistorie van België

II DE ROMEINSE VEROVERING.
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
Gallo-Romeins België
2.Kunst
2. 1. Architectuur
2. 2.Beeldhouwkunst
III. DE MIDDELEEUWEN
1. VOOR-ROMAANS

MEROVINGISCH TIJDVAK 5e eeuw tot 751
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Godsdienst en ideeënwereld
1. 3. De maatschappij
1. 4. Economie

2. Kunst
2. 1. Architectuur
2. 2. Toegepaste kunsten
KAROLINGISCH TIJDVAK 8ste tot 10e eeuw
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Godsdienst en ideeënwereld
1. 3. Economie
2. De Kunst
2. 1. Architectuur
2. 2. Plastische kunsten en toegepaste kunsten

2. ROMAANS 11de tot 13e eeuw
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Godsdienst en ideeënwereld
1. 3. Economie

2. De Kunst
2. 1. Architectuur
2. 1.1. MAASLAND
2.1. 2. SCHELDESTREEK
3.1. 3. Burgerlijke architectuur

2. 2. Beeldhouwkunst
2. 2. 1. Maasstreek
2. 2. 2. Scheldestreek
2. 3. Schilderkunst

3. GOTHIEK 13e tot 15e eeuw
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Economie
1.3. Godsdienst en ideeënwereld

2. De kunst
2. 1. Architectuur
2.1.1.Algemene kenmerken
2.1. 2. SCHELDEGOTHIEK
2. 1. 3 . BRABANTSE GOTIEK
2. 1. 4. BURGERLIJKE ARCHITECTUUR
2. 1. 5 Andere gebouwen
2.2. Beeldhouwkunst
2. 3. Schilderkunst
2. 3. 1. Miniaturen
2. 3. 2 Muurschilderkunst
2. 3. 3. Paneelschilderkunst
15e eeuw: de realistische schilderkunst en de Vlaamse Primitieven
De belangrijkste kunstenaars en hun werk
“ MEESTER VAN FLEMALLE” alias ROBERT CAMPIN (1379-1441)
JAN VAN EYCK (1390-1441)
ROGIER VAN DER WEYDEN (1399-1464)
DIRK BOUTS (1410-1475)
HANS MEMLINC 1433-1494
EEN FIGUUR APART :JEROEN BOSCH (1450-1516)

IV. NIEUWE TIJDEN
1. RENAISSANCE 16E EEUW
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Economie 93
1. 3. Nieuwe denkbeelden
2. Kunst
2. 1. Inleiding
2. 2.Architectuur
2. 3. Beeldhouwkunst
2. 4. Schilderkunst
2. 4. 2. De genreschilderkunst
2. 4. 3. Het Portret
2. 4. 4. Het Landschap
2. 4. 5. Maniëristen en Italianisanten
2. 4. 6. PIETER BREUGHEL en zijn navolgers

2.BAROK 17E EEUW
1.Algemeen
1. 1.Politieke achtergrond
1. 2. Economie
1. 3. Nieuwe Ideeën
2.Kunst
2. 1. Inleiding
2. 2. Architectuur
2.2.1.Kerkelijke architectuur
2.2.2.Burgerlijke Barok
2. 3. Beeldhouwkunst
2.3.1.Enkele belangrijke beeldhouwers en hun werken
2. 4. Schilderkunst.
2. 4. 1. De grote drie : RUBENS , JORDAENS en VAN DIJCK
2. 4. 2. De overige meesters

3. ROCOCO CLASSICISME 18E EEUW
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Economie
1. 3. Nieuwe ideeën

2. Kunst
2. 1. Architectuur
2.1.1.ROCOCO eerste helft 18e eeuw
2.1.2.CLASSICISME in de tweede helft van de 18de eeuw
2. 2. Schilderkunst in de 18e eeuw

V. DE NIEUWSTE TIJDEN
1. XIX de eeuw
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Economie
1. 3. De nieuwe ideeën

2. Kunst
2. 1. Inleiding
2.2. Architectuur
2. 2. 1. NEO CLASSICISME
2. 2.2.Neo Stijlen en ECLECTISME
2. 2. 3. ART NOUVEAU
2. 3. Schilderkunst
2. 3. 1 CLASSICISME
2. 3. 2. ROMANTIEK
2. 3. 3. REALISME
2. 3. 4. IMPRESSIONISME
2. 3. 5. NEO IMPRESONISME
2. 3. 6. AANLOOP NAAR DE MODERNE SCHILDERKUNST
2. 2. 7. SYMBOLISME

2. XX ste eeuw
1. Algemeen
1. 1. Politieke achtergrond
1. 2. Nieuwe ideeën

2. Kunst
2.1. Architectuur
2. 1.1. ONTWAKENDE NUCHTERHEID
2.1.2.ART DECO
2.1.3. ZAKELIJKE KUBISTISCHE BOUWKUNST of MODERNISME
H. VAN DE VELDE
2. 1. 4 PERIODE NA 1945
2. 1. 5 DE SCHOK VAN 1968
2. 2. Schilderkunst
2. 2. 1.TOT 1945
2. 2. 1.1. EXPRESSIONISME
2.2.1.2.ABSTRACTE KUNST
2.2. 1.3.SURREALISME
2.2.1.4.ANIMISME
2.2.2.1945-60
2.2.2.1.JEUNE PEINTURE BELGE
2.2.2.2.COBRA
2.2.2.3.ART ABSTRAIT
2.2.2.4.NIEUWE VLAAMSE SCHOOL

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

1.Kennisvragen; 2 grote open vragen

2.Toepassen: zowel op fotos (2),als op de eigen portfolio

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen75%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen75%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Portfolio25%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Portfolio25%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen75%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Portfolio25%