Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia

Methoden van onderzoek en rapportering


Opleiding Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer IM_2825
Studiepunten 3 Studietijd 90 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Franssen Vicky Docente

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Werkcollege

Begincompetentie

Geen.

Eindcompetentie

IM_AC_01IM_AC_01 - Kwaliteitsvol handelen door problemen o.m. flexibel, creatief en nauwkeurig op te lossen.Elementair niveau
IM_AC_02IM_AC_02 - Opbouwen van een kwaliteitsvolle redenering.Elementair niveau
IM_AC_03IM_AC_03 - Verwerven en verwerken van informatie.Doorgroeiniveau
IM_AC_04IM_AC_04 - Kritisch evalueren van het eigen functioneren en de werkomgeving en streven naar levenslang leren.Elementair niveau
IM_AC_05IM_AC_05 - De interne en externe communicatie ondersteunen en verzorgen, zowel mondeling als schriftelijk communiceren.Elementair niveau
IM_AC_09IM_AC_09 - Initiatief nemen.Elementair niveau
IM_BS_IMD_02IM_BS_IMD_02 - Facetten van toegepast onderzoek realiseren in het kader van een multimediaproductie.Doorgroeiniveau
IM_BS_IMS_03IM_BS_IMS_03 - Facetten van toegepast onderzoek realiseren in het kader van een ICT-vraagstuk.Doorgroeiniveau

Leerresultaten


AC_01: Werkt volgens geldende procedures.


Levert overzichtelijke documenten, berekeningen en gegevens af zodat nazicht mogelijk is.


Werkt accuraat, met oog voor details


AC_02: Herkent het type vraagstuk/case.


Analyseert bestaande vraagstukken/cases.


Verzamelt informatie over de achtergronden en oorzaken.


Maakt duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken bij het analyseren van een vraagstuk/case.


Omschrijft de kern van het vraagstuk/case.


Formuleert een persoonlijk standpunt/oplossing


AC_03: doorgedreven: Zoekt systematisch en doelgericht in vertrouwde informatiebronnen.


Integreert nieuwe gevonden informatie met bestaande informatie.


Schat de bruikbaarheid van de informatie in functie van de zoekvraag in


AC_04: Aanvaardt feedback over het eigen functioneren.


Leert vooral wanneer het expliciet wordt gevraagd.


Verwerft basisinzicht in werkmethoden en werking van de werkomgeving en zijn eigen rol hierin


AC_05_2: Begrijpt de informatie van opgezochte teksten en informatie


Begrijpt informatie uit eenvoudige instructies en teksten rond algemene, hem vertrouwde thema’s.


AC_09: Ziet werk liggen, en gaat over tot actie.


Zoekt uit zichzelf naar informatie


IMS_03: doorgedreven


Omschrijft het ICT-vraagstuk.


Verzamelt bestaande gegevens (eventueel voor concurrentie- analyse en doelgroeponderzoek).


Maakt statistische verwerkingen via spreadsheets


Schrijft een onderzoeksplan uit.


Voert deskresearch en technieken van kwantitatief en kwalitatief onderzoek uit.


Geeft een overzicht van de belangrijkste conclusies.


Beantwoordt het onderzoeksvraagstuk.


Rapporteert de onderzoeksresultaten mondeling, schriftelijk, digitaal en visueel aantrekkelijk.


Rapporteert schriftelijk, mondeling en digitaal tekst, cijfers en grafieken.


Kan de resultaten van het onderzoek helder en visueel aantrekkelijk voorstellen aan derden.


IMD_02: doorgedreven


Omschrijft het multimediavraagstuk.


Verzamelt bestaande gegevens (eventueel voor concurrentie- analyse en doelgroeponderzoek).


Maakt statistische verwerkingen via spreadsheets.


Schrijft een onderzoeksplan uit.


Voert deskresearch en technieken van kwantitatief en kwalitatief onderzoek uit.


Geeft een overzicht van de belangrijkste conclusies.


Beantwoordt het onderzoeksvraagstuk.


Rapporteert de onderzoeksresultaten mondeling, schriftelijk, digitaal en visueel aantrekkelijk.


Beantwoord het multimedia vraagstuk


Rapporteert schriftelijk, mondeling en digitaal tekst, cijfers en grafieken.


Stelt de resultaten van het onderzoek helder en visueel aantrekkelijk aan derden voor.


 


 


Concreet hertaald: De student kan een interessante en relevante onderzoeksvraag stellen o.b.v. recente en relevante literatuur of vragen van beroepenveld. De student kan via deskresearch, zoekmachines (bv. google), wetenschappelijke databanken (bv. the web of science), full text databanken, kranten databanken (bv. Mediargus) en andere bronnen recente en relevante literatuur opzoeken. De student kan die literatuur analyseren en synthetiseren en relateren aan de eigen onderzoeksvraag. De student kan die literatuur vergelijken met en conclusies trekken betreffende (i.e. verifiëren versus falsifiëren) een eigen verricht empirisch onderzoek en de alzo bekomen resultaten. De student kent verschillende methoden van (empirisch) onderzoek en kan de beste methode m.b.t. de eigen onderzoeksvraag selecteren. De student voert een empirisch kleinschalig onderzoek uit, bv. a.d.h.v. een enquête. De student kan een enquête opstellen, afnemen, invoeren en verwerken/analyseren en rapporteren. De student kan empirische data invoeren en verwerken/analyseren en rapporteren. De student kan een volledig rapport van onderzoek, inlusief literatuurstudie, empirisch onderzoek en besluiten/aanbevelingen voor verder onderzoek opstellen. De student kan correct (volgens APA normen) refereren. De student weet wat plagiaat is (en dat dat absoluut verboden is). De student kan zijn volledig onderzoek en de gemaakte (mis)stappen uitleggen en verdedigen. De student kan zijn taken plannen. De student leert met feedback om te gaan. De student schrijft foutloos (geen -dt fouten) en wetenschappelijk.

Inhoud

Inhoud
1. Een bestaand onderzoeksproject mee uitwerken. Hierbij moet je de vraagstelling en de gekozen methode leren begrijpen en ga je actief deelnemen door interviews af te nemen. Vervolgens ga je de resultaten verwerken en trachten relevante en correcte conclusies te trekken. Deze oefening doet je begrijpen hoe eventuele onduidelijkheden in de vraagstelling leiden tot problemen bij het trekken van conclusies. De ervaring die je via dit project opdoet, zou moeten voldoende zijn om soortgelijke fouten te vermijden in je eindwerk. Via auditoriumlessen worden het project en de onderzoekstechnieken toegelicht, en via workshops wordt de vordering van elke studentengroep opgevolgd en bijgestuurd.

2. In een tweede fase ga je, op basis van je eigen interesse en van de noden van het beroepenveld, een eindwerkopdracht formuleren. Zulke opdracht kan een onderzoeksopdracht zijn of het produceren van een product (bijzonder vernieuwende website, originele toepassing, ...). Deze opdracht ga je dadelijk aanvatten en tijdens het derde jaar verder uitwerken. Tijdens het "bedenken" van een onderwerp, ga je nagaan welke onderzoeksvragen relevant zijn binnen het vakgebied waarin je zou willen werken. Bij dit zoekproces krijg je steun van je docenten onder de vorm van theorie (uitleg over bronnenstudie, formuleren van een onderzoeksvraag, ...) en onder de vorm van persoonlijke coaching tijdens de workshops. Je activiteiten zijn het opzoeken van informatie en het contacteren van professionele mensen in het betreffende vakgebied. Op het einde van het semester heb je een onderzoeksvraag die is afgetoetst is bij mensen uit het beroepenveld en heb je al een aanzienlijke hoeveelheid relevante informatie vergaard.

Inhoud
theoretische uitleg / stappenplannen / tips / oefeningen over:
onderzoeksproces
onderzoeksvragen
literatuur en deskresearch
methoden van onderzoek
enquête
data input
data verwerking (al dan niet aangepast aan student, in SPSS, indien de kennis van SPSS al aanwezig is)
data rapportering
conclusie en terugkoppeling data met literatuur
refereren
presenteren
onderzoeksdesigns, experimenteel onderzoek, quasi-experimenteel onderzoek, correlationeel onderzoek

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen40%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten60%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50%