Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia

Visualiseren 1


Opleiding Bachelor in het informaticamanagement en de multimedia Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer IM_2748
Studiepunten 4 Studietijd 120 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Bogaert Renaat
  • Andries Els

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

Begincompetentie

Eindtermen secundair onderwijs.

Eindcompetentie

IM_AC_02IM_AC_02 - Opbouwen van een kwaliteitsvolle redenering.Elementair niveau
IM_AC_03IM_AC_03 - Verwerven en verwerken van informatie.Doorgroeiniveau
IM_AC_04IM_AC_04 - Kritisch evalueren van het eigen functioneren en de werkomgeving en streven naar levenslang leren.Elementair niveau
IM_AC_10IM_AC_10 - Handelen vanuit ethische en deontologische principes.Elementair niveau
IM_AC_11IM_AC_11 - Handelen vanuit duurzaamheidsprincipes en diversiteit.Elementair niveau
IM_BS_IMD_01IM_BS_IMD_01 - Managen van relevante trends binnen het multimediasector.Elementair niveau
IM_BS_IMD_06IM_BS_IMD_06 - Multimedia-applicaties ontwerpen.Elementair niveau
IM_BS_IMS_01IM_BS_IMS_01 - Managen van relevante trends in de ICT-sector.Elementair niveau

Leerresultaten

De student herkent beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen en communiceert daarover zowel aan specialisten als aan leken

De student bepaalt voor een specifieke boodschap en doelgroep, de meest geschikte communicatiekanalen. Dit betekent: 

1. De student gebruikt de juiste grafische vakterminologie i.v.m. beeldopbouw, typografie en kleurgebruik. 

2. De student vertaalt de beeldende inhoud van bestaande composities. 

3. De student weet wanneer er beroep moet worden gedaan op derden voor de uitbouw van een grafisch product. 




De student ontwikkelt en bekwaamt zich en blijft alert voor nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied. 

De student bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten 




De student werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details. 

De student denkt ook lateraal (=breed). 

De student onderkent ethische, deontologische en maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext en neemt hierbij een beredeneerd standpunt in. 

1. De student leest voortdurend publicaties en analytisch kijken is een tweede natuur bij het dagdagelijks functioneren. 

2. De student bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten. 

3. De student werkt accuraat, heeft oog voor alle relevante details met nadruk op de wisselwerking tussen woord 

en beeld. 




De student heeft interesse in maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en hij spiegelt deze aan zijn eigen opdracht en werk. 

De student is steeds op zoek naar werk van andere ontwerpers en aanverwante disciplines in een internationale context. 

De student structureert inhoud doelgroepgericht, zodanig dat waardevolle en betekenisvolle informatie ontstaat. 

De student plaatst zijn grafische output in een breed cultureel kader. 

De student past de principes van grafische vormgeving toe. 

De student bedenkt en realiseert een visuele structuur vanuit het medium, in samenspraak met andere betrokken partijen en richt de visuele structuur op een welomlijnde doelgroep. Dit betekent: 

1. De student begrijpt en structureert inhoud vormelijk en doelgroepgericht, en herkent de waardevolle en betekenisvolle informatie in visuele communicatie. 

2. De student is steeds op zoek naar werk van andere ontwerpers en aanverwante disciplines in een internationale context. 

3. De student heeft interesse in maatschappelijke en culturele ontwikkelingen en hij spiegelt deze aan zijn eigen opdracht en werk.

Inhoud

- Trends en stijlen:

Invloeden van beeldende media op vormgeving en in ruimere zin op de maatschappelijke perceptie.



- Compositie:

Basisbegrippen, techniek en vormelijke toepassing van de compositorische opbouw.



- Kleurenleer:

Basisbegrippen, techniek en vormelijke toepassing van de kleurenleer.



- Typografie:

Basisbegrippen, techniek en vormelijke toepassing van de typografie in de grafische vormgeving.




- Communiceren met tekst en beeld op het web




- Kunstgeschiedenis:

Het vak kunstgeschiedenis handelt vooral over de schilder- en beeldhouwkunst en zijn verschillende stijlkenmerken doorheen de geschiedenis. Aan de hand van verschillende facetten zoals vormgeving, compositie, kleur, inhoud en betekenis worden een aantal toonaangevende kunstwerken besproken.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Kunstgeschiedenis

Cursussen

  • Cursus
Toegepaste beeldtaal
  • Cursus
  • Handboeken

    • Grafisch ontwerpen

    Evaluatie

    Kunstgeschiedenis
    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen met computer100%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen met computer100%
    Toegepaste beeldtaal
    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen100%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%