Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Handel-Burotica 5


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_4868
Studiepunten 0 Studietijd 0 uur
Opleidingsfase Derde Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Van Hecke Kristin
  • Selleslag Christian

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Groepswerk
  • Oefensessie
  • Stage/praktijkoefening
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Inhoudelijk expert
Eindtermen secundair onderwijs
Eindcompetenties Handel-Burotica 1, 2, 3 en 4

Vakdidactiek
Eindcompetenties didactische thema’s en vakdidactiek programmajaar 2.


Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.08BALSO_01.08 - De leraar kan observatie en proces- en productevaluatie voorbereiden, in de vorm van een toets, taak, examen en alternatieve assessmentvorm, individueel en indien nodig in team.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.09BALSO_01.09 - De leraar kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.13BALSO_01.13 - De leraar kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoekGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.14BALSO_01.14 - De leraar kan leerlingen laten nadenken over hun eigen leerproces door oriëntatie op een taak, het maken van een planning, het zoeken naar leer- en oplossingsstrategieën, uitkomsten te verifiëren en het leerproces bij te sturen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.2BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk isGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.3BALSO_02.01.3- De leraar kan luisteren naar gevoelens bij leerervaringen, fouten maken toelaten, positieve relaties tussen leerlingen stimuleren, voldoende feedback gevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.03BALSO_02.03 - De leraar kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.04BALSO_02.04 - De leraar kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische contextGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.05BALSO_02.05 - De leraar kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkhedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.08BALSO_02.08 - De leraar kan de aandacht van de leerlingen vasthouden en interesse wekkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.05BALSO_03.05 - De leraar kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen en jaarplannen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ...Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.03BALSO_04.03 - De leraar kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.04BALSO_04.04 - De leraar kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …) , rekening houdend met de veiligheid van de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.01BALSO_05.01 - De leraar kan vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden in de eigen lespraktijk (vernieuwende didactische inzichten,…)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.02BALSO_05.02 - De leraar kan uit artikels uit praktijkpublicaties informatie selecteren om de eigen klaspraktijk mee te verrijkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03BALSO_05.03 - De leraar kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03.2BALSO_05.03.2 - De leraar kan de essentiële aspecten uit het pedagogisch-didactisch handelen formulerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06BALSO_06 - Functioneel geheel 6: De leraar als partner van ouders/verzorgersGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.01BALSO_06.01 - De leraar kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerlingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.03BALSO_07.03 - De leraar kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08BALSO_08 - Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.01BALSO_08.01 - De leraar kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbiedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.02BALSO_08.02 - De leraar kan met de hulp van collega's de nodige relaties met organisaties initiëren, uitbouwen en onderhoudenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.08BALSO_11.08 - De leraar kan een schriftelijke evaluatie formuleren over leerprocessen en over producten, over gedrag en attitudes van leerlingen in functie van hun totale ontwikkelingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.09BALSO_12.09 - InlevingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.10BALSO_12.10 - Zorgzaamheid (bekommerd zijn)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.11BALSO_12.11 - Voorkomendheid (bescheidenheid, gezonde durf, beleefdheid)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

INHOUDELIJK EXPERT

Deel 1 : Documentbehandeling

De studenten diepen de leerinhouden uit van MS Word 2007, Expression Web 2007, MS Excel 2007, MS Powerpoint 2007, MS Access 2007en de freewareprogramma's SoftAlgos, Alice en Wink

De studenten volgen de recentste evoluties in de softwarepakketten.

De studenten werken in teamverband aan een opdracht. 



Deel 2 : Macro-economie

De student heeft inzicht in de relaties tussen de verschillende macro-economische entiteiten (gezinnen, bedrijven, overheid, buitenland), weet hoe de macro-economische grootheden zoals BBP, nationaal inkomen en nationale bestedingen worden berekend en kent de samenhang tussen deze verschillende begrippen en weet je welk licht ze werpen op de Belgische economie. De student kent het verschil tussen reële en nominale groei en kan deze beide berekenen en heeft een aantal inzichten verworven met betrekking tot welvaart in een economie. De student kent het begrip conjunctuur en de opeenvolgende fasen van een standaard conjunctuurcyclus en kan deze fasen bespreken. De student kan een standaard conjunctuurcyclus grafisch voorstellen, enkelvoudige en synthetische conjunctuurindicatoren omschrijven en illustreren met voorbeelden en kent enkele instrumenten die de overheid hanteert bij het voeren van haar conjunctuurpolitiek. De student kan de begrippenbevolking op ‘beroepsactieve leeftijd’, ‘beroepsbevolking’, ’activiteitsgraad’, ‘werkzaamheidsgraad’, ’werkgelegenheidsgraad’ en ‘werkloosheidsgraad’ definiëren. De student kent de verschillende soorten werkloosheid, kan de bovenvernoemde ‘graden’ toepassen op cijfermateriaal, de waarde van zo’n ‘graad’ interpreteren en de evolutie in de waarde ervan verklaren. De student weet wat geld, inflatie, loonindexering en de gezondheidsindex is, kent de betekenis (functies) van het geld en de geldsoorten en kan ze bondig bespreken. De student kan de verschillende soorten inflatie en de inflatie-oorzaken alsmede het beleid van de overheid om inflatie te bestrijden, kent enkele gevolgen van inflatie en kan het inflatiepercentage berekenen. De student kan het ontstaan en de werking van loonindexering en gezondheidsindex toelichten, De student heeft inzicht in de uitgaven & inkomsten van de overheid De student weet wat de relatie is tussen een begroting, het primair saldo en het financieringssaldo en kan iets vertellen over de Belgische overheidsschuld en haar samenstelling, haar evolutie de laatste 25 jaar, de Maastricht criteria en stabiliteitsprogramma’s. De student kan de Belgische overheidsfinanciën vergelijken met die van de andere EU lidstaten. De student kent de term globalisering en heeft inzicht in het ontstaan en de voorwaarden ervan. De student kan de voordelen van globalisering aanhalen en eventueel nuanceren, weet waar de knelpunten van globalisering zich situeren en kan ze kaderen. De student kan iets vertellen over de beweging van de anders-globaliseren en kan hun belangrijkste eisen duiden. De student kan de gevolgen van de financiële crisis linken aan de globalisering.

Taalcompetenties 2 De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken. Niveau 2



VAKDACTIEK

LERAAR ALS BEGELEIDER VAN LEER- EN ONTWIKKELINGSPROCESSEN op niveau 1b/2 1.3 De leerkracht selecteert leerinhouden 1.4 De leerkracht structureert leerinhouden en vertalen deze in leeractiviteiten 1.7 De student realiseert een krachtige leeromgeving 1.8. De leerkracht kan observatie en proces- en productevaluatie voorbereiden, in de vorm van een toets, taak, examen en alternatieve assessmentvorm, individueel en indien nodig in team.

LERAAR ALS OPVOEDER op niveau 2 2.4. De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.

LERAAR ALS INHOUDELIJK EXPERT op niveau 2 3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis en volgt recente evoluties in verband met domeinspecifieke kennis en vaardigheden op 3.2. De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk. 3.3 De leerkracht situeert het eigen vormingsaanbod en integreert in het geheel van het onderwijsaanbod.

LERAAR ALS ORGANISATOR 4.3 De leerkracht voert op een correcte wijze administratieve taken uit

LERAAR ALS INNOVATOR FG5: De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker 5.1 De leerkracht wendt en brengt vernieuwende elementen aan 5.2. De leerkracht kan uit artikels uit praktijkpublicaties informatie selecteren om de eigen klaspraktijk mee te verrijken. 5.3 De leerkracht bevraagt het eigen functioneren en stuurt bij

LERAAR ALS PARTNER VAN EXTERNEN 8.1 De student legt contacten, communiceert en werkt samen met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.

TAALCOMPETENTIES

2 De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken. Niveau 2

6 De leraar kan een schriftelijke evaluatie formuleren over leerprocessen en over producten, over gedrag en attitudes van leerlingen. Niveau 1b/2 De leraar is er zich bewust van dat schriftelijk werkmateriaal, bestemd voor leerlingen en andere partners binnen het schoolgebeuren, foutloos moet zijn en slaagt er in dit te realiseren

De leraar: - weet aan welke voorwaarden een goede evaluatie/opdracht moet voldoen; - beoordeelt bestaande toetsen/evaluatiebladen/opdrachten volgens deze criteria; - stelt zelf een synthesetoets/opdracht en evaluatieblad op bij een aangeduid deel van de leerstof. - werkt rond een opgegeven thema uit de buitenlandse handel een voorbeeldles uit voor de mede-studenten. De tijd voorzien voor de voorbeeldles wordt beperkt tot één lesuur. Hierbij dient hij/zij gebruik te maken van een creatieve en interactieve werkvorm bv. een hoekenwerk, een stellingenspel, een gevalstudie, een debat, een spelvorm, een tentoonstelling, een kwis, een video bekijken en bespreken, een rollenspel, een oefening, een leesbare Powerpoint (niet te veel tekst), een getuigenis, een studiebezoek, een demo met vrije toegang tot al dan niet digitale informatie. Na de les geven de medestudenten een score aan de lesopdracht. Aan de hand van een checklist met relevante criteria motiveren zij deze appreciatie en wordt feedback gegeven. Na de les kunnen de medestudenten - een taakomschrijving weergeven van de belangrijkste bemiddelende instellingen ter bevordering van de Internationale handel en hun onderlinge samenwerking - de Internationale handel op wereldschaal en binnen de Europese Gemeenschap onderzoeken en het belang ervan voor Belgie aan de hand van recent cijfermateriaal aantonen - aan de hand van een vergelijking het gebruik van de Incoterms in verschillende marktsituaties toelichten. - de risico's omschrijven die inherent verbonden aan internationale handel - de douaneformaliteiten en de btw-reglementering bij in- en uitvoer praktisch toepassen - het documentair incasso en het documentair krediet als betalingstechniek in internationale handel schematisch verduidelijken. - een import- of exportdossier samenstellen met de nodige handelsdocumenten waarbij de betaling gebeurt met een documentair krediet. - verschillende media raadplegen en berichten over de nieuwste technieken in nationale en internationale handel. - overheids- en internationale instellingen, beroeps- en bedrijfsorganisaties, banken en bedrijven aanschrijven om de theorie van de buitenlandse handel te toetsen aan de praktijk

Wie niet slaagt voor de voorbeeldles in de eerste examenperiode schrijft een verslag over het opgegeven thema. De student dient daarbij gestructureerd te werken, met schema’s en flowcharts e.v.t. aangevuld met grafieken, tabellen, foto’s. Verder houdt hij/zij de tekst leesbaar, kort en bondig, en toch zo volledig mogelijk. Het rapport wordt bij het begin van de derde examenperiode bezorgd aan de docent op papier en in electronische vorm doorgestuurd

Inhoud

INHOUDELIJK EXPERT



DOCUMENTBEHANDELING

Integratie: Word - Excel - Access – PowerPoint

Aan de hand van voorbeelden worden de verschillende mogelijkheden van integratie tussen de softwarepakketten bestudeerd. Het gebruik en de mogelijkheden van mailmerge wordt uitgediept. Dit onderdeel zal geëvalueerd worden met een test. Studenten moeten kunnen een volledige mailing uitwerken.

SoftAlgos/Alice

Naar aanleiding van de grote interesse voor het gebruik van vrije software in het secundair onderwijs bestuderen de studenten het programma SoftAlgos en/of Alice.

Wink

De studenten ontwikkelen degelijk cursusmateriaal met behulp van het programma Wink.

Expression Web 2007

De studenten ontwikkelen een didactische website die bruikbaar is tijdens de lespraktijk.



MACRO-ECONOMIE

Macro-economische grootheden, conjunctuur en economische groei

De arbeidsmarkt

Geld, inflatie en loonindexering

Overheidsfinanciën

Globalisering



VAKDIDACTIEK



Algemene evaluatieconcepten.

Wat is evalueren en waarom evalueren ? - Nagaan wat de leerplannen, vademecums en vakdocumenten hierover vermelden. - Evaluatievormen. - Evalueren van een schriftelijk werkstuk, van (presentatie)vaardigheden en van groepswerk. - Bestaande synthesetoetsen/ opdrachten en evaluatiebladen bespreken. - Zelf een synthesetoets/opdracht en evaluatieblad opstellen. 

Elke student kiest in overleg met de andere klasgenoten en met de leerkracht een thema uit de onderstaande lijst met dien verstande dat elk thema slechts éénmaal aan bod kan komen. De theorie bevindt zich in de cursus en dient vooraf ernstig doorgenomen.

1. Blik op de internationale handel (voor de wereld en voor België)

2. Internationale handelspolitiek

3. Handelspromotie, Tussenpersonen in de internationale handel

4. Incoterms

5. Documenten in de internationale handel

6. Douaneformaliteiten

7. Btw-verplichtingen

8. Betalingsmiddelen en –technieken

9. Financiering van de internationale handel op korte termijn

10. Financiering van de internationale handel op middellange en lange termijn, bankgaranties

11. Risico’s verbonden aan de internationale handel, Tussenkomende instellingen en organisaties

12. Transportverzekering

De cursusteksten van het handboek ‘ Buitenlandse Handel, het naslagwerk voor de buitenlandse handel, Walter Temmerman, Beatrijs Walters, Standaard Uitgeverij, 5de of volgende herwerkte uitgave dienen daarbij als leidraad. Deze cursus is ingedeeld in 14 hoofdstukken.

Opzoekingen op Internet, in bibliotheken, bij overheids- en/of internationale instellingen, beroeps- en bedrijfsorganisaties, banken en/of bedrijven zijn noodzakelijk om de theorie te toetsen aan de praktijk en support van de leerkracht zijn daarbij onmisbaar. Voor dit onderdeel ligt de nadruk op de zelfwerkzaamheid van de studenten, het stimuleren van hun mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en de inzichtelijke discussie.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Economie Vandaag

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Vakdidactiek

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen

Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores.

Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):

1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)

2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar: *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

Inhoudelijk expert
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen50%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50%
Vakdidactiek
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%