Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Nederlandse taalvaardigheid


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3210
Studiepunten 3 Studietijd 90 uur
Opleidingsfase Derde Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Kelly Niomi

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties van Communicatieve Vaardigheden 4.

Eindcompetentie

BALSO_08BALSO_08 - Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.01BALSO_08.01 - De leraar kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbiedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.03BALSO_08.03 - De leraar kan met het oog op gelijkeonderwijskansen en in overleg met collega's, contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele sectorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09BALSO_09 - Functioneel geheel 9: De leraar als lid van de onderwijsgemeenschapGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09.01BALSO_09.01 - De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’sGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09.02BALSO_09.02 - De leraar kan dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenlevingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.03BALSO_11.03 - De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen, zowel individueel als in groep, over onderwerpen die door alle partners kunnen aangebracht worden, en in het bijzonder over leerinhoudenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

De leraar in interactie met volwassenen in en rond de school: Een leraar is een communicator en de student is zich ervan bewust. De student hanteert zowel mondeling als schriftelijk een correct Nederlands in communicatie met collega's, externe partners en ouders en kan zich aanpassen aan de situatie indien nodig. De student reflecteert over taalvaardigheidsdoelstellingen 9 tot en met 12 van de Nederlandse Taalunie beschreven in Dertien doelen in een dozijn. De studenten beoordelen elkaars schriftelijk en mondeling taalgebruik. De leraar als lerende (metaniveau): De student is in staat te reflecteren over zijn eigen onderwijsgedrag, het onderwijs en de maatschappelijke ontwikkelingen (doelstelling 13). De student bespreekt een boek en film waarin pedagogische en didactische situaties voorkomen en kadert dit in zijn eigen opleiding. De student stelt, na theorie en klassikale oefeningen, zijn eigen ‘status’ in vraag en kan het fenomeen 'sociale status' herkennen en vormgeven in een rollenspel. 

De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen. De leerkracht kan doelgericht verschillende soorten gesprekken voeren afhankelijk van de klas- en schoolcontext; een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruik maken van ondersteuning in schrift en beeld;  doelgericht verschillende soorten korte teksten schrijven afhankelijk van de klas- en schoolcontext. De ondersteunende kennis omvat communicatiestrategieën voor taalgebruik in functionele situaties. De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap.  De leerkracht kan deelnemen aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema's. De ondersteunende kennis omvat recente ontwikkelingen in onderwijs en referentiekaders om ontwikkelingen in onderwijs te duiden. De leerkracht kan dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving. De ondersteunende kennis betreft referentiekaders om het lerarenberoep maatschappelijk te kunnen situeren, en de eigen basiscompetenties en het eigen beroepsprofiel.  De leraar als cultuurparticipant. De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op verschillende domeinen: De studenten werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met informatie over die thema’s en ontwikkelingen, en kunnen hierover dialogeren. De ondersteunende kennis omvat relevante informatiebronnen.

Inhoud

Argumenteren (analyse/schriftelijk en formuleren/mondeling). Een brief van een ouder aan een leerkracht wordt gedetailleerd geanalyseerd op argumentatiestrategieën en -fouten.

Presenteren, voorbereiden op presentatie, feedback geven op presentatie, verdedigen van eigen presentatie.

Status (hoog-laag-status expert) van de leerkracht in een klas- en school context.

Correspondentie met ouders en externen en dit kunnen kaderen in het algemene taalbeleid van de school.

Analyseren en bespreken van de beeldtaal, het sociolect en de maatschappelijk-pedagogische invalshoek van klassikaal gelezen roman.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%