Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Engels 4


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_2674
Studiepunten 0 Studietijd 0 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Gilis Annelies
  • Clijsters Lotte

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

- eindcompetenties Engels 1, 2 en 3 / Europees ReferentieKader: B2
- interesse voor de Engelse taal en cultuur
- bereidheid tot bijhouden/bijwerken taalbeheersing buiten de contacturen

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.08BALSO_02.08 - De leraar kan de aandacht van de leerlingen vasthouden en interesse wekkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.05BALSO_03.05 - De leraar kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen en jaarplannen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ...Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.03BALSO_04.03 - De leraar kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03BALSO_05.03 - De leraar kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10BALSO_10 - Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipantGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.09BALSO_11.09 - De leraar kan verschillende soorten teksten op verschillende manieren en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) vertellenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.10BALSO_11.10 - De leraar kan verschillende soorten teksten (verhaal, gedicht, sprookje, …) op verschillende manieren (gewoon, vertellend, dramatiserend, interactief) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) voorlezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.11BALSO_11.11 - De leraar kan verschillende soorten gesprekken (leerlingenbespreking, evaluatie- of functioneringsgesprek,…) voeren met volwassenen over de klas- en schoolcontextGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.14BALSO_11.14 - De leraar kan verschillende soorten informatieve, persuasieve en activerende teksten voor het functioneren op klas- en schoolniveau en voor de eigen professionalisering lezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.15BALSO_11.15 - De leraar is er zich bewust van dat schriftelijk werkmateriaal, bestemd voor leerlingen en andere partners binnen het schoolgebeuren, foutloos moet zijn, en slaagt er in dit te realiserenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

INHOUDELIJK EXPERT



BALSO 03: de leraar als inhoudelijk expert

1. Communicatieve vaardigheden

De studenten beschikken over een goede beheersing van het Engels en begrijpen (actuele) Engelstalige documenten en verscheidene tekstsoorten. Ze beheersen lees- en luisterstrategieën en kunnen documenten bondig samenvatten en er vragen bij formuleren. Ze nemen op een vlotte en correcte wijze deel aan een discussie of gesprek over onderwerpen van algemeen-maatschappelijk en cultureel belang. De studenten kunnen een vlotte tekst schrijven in het Engels; ze passen de nodige strategieën toe om tot een correcte productie te komen en houden rekening met de tekstvoorwaarden.



2. Taalkundige component

Studenten beheersen de basiswoordenschat van het Engels en werken zelfstandig aan de systematische verwerving en uitbreiding hiervan. Ze herkennen verschillende taalregisters, idiomatische uitdrukkingen en moedertaalinterferentie. Studenten beheersen de fundamentele regels van de Engelse spraakkunst en hebben inzicht in de opbouw van het spraakkunstsysteem. Ze kunnen zelfstandig een aantal grammaticale thema's herhalen.



BALSO 10: de leraar als cultuurparticipant

Studenten kennen een aantal belangrijke Amerikaanse auteurs en lezen teksten van hun hand; ze kunnen deze auteurs en hun werk ook situeren. Ze bouwen een globaal beeld op van de Amerikaanse maatschappij. Van de teksten die gelezen worden kunnen de studenten woordenschat verklaren, de inhoud vertellen en een bespreking maken. Ze lezen zelfstandig een aantal boeken en maken hiervan een bespreking en/of presentatie. Ze gaan ook kritisch om met achtergrondinformatie over de gelezen boeken en teksten.



VAKDIDACTIEK



BALSO 01: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

Studenten bereiden zelfstandig of in groep lessen en/of lesfragmenten voor en voeren deze uit (microteaching). Hierbij achterhalen ze de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan. Ze kiezen basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen op basis van deze beginsituatie en formuleren deze concreet-operationeel. Studenten selecteren leerinhouden uit een gegeven aanbod, rekening houdend met de criteria van de beginsituatie en de beschikbare tijd en hulpmiddelen en structureren en vertalen deze in leeractiviteiten en bordschema's. Studenten bepalen een aangepaste methodische aanpak en groeperingvormen. Hierbij aansluitend kiezen ze leermiddelen en ze passen deze aan indien nodig (individueel of in team). Ze ontwerpen en realiseren een motiverende leeromgeving. Studenten kunnen omgaan met de diversiteit van de leergroep.



BALSO 02: de leraar als opvoeder

Studenten creëren een positief leerklimaat en zorgen voor een positieve interactie tijdens hun lessen. Ze kunnen ook hun eigen gedrag kritisch bevragen. Voor attitudevorming bij leerlingen richten ze zich op de beschikbare leerplannen Engels. Studenten gebruiken verschillende waardevolle bronnen van informatie bij het voorbereiden van lessen.



BALSO 03: de leraar als inhoudelijk expert

Studenten kennen basisprincipes uit de leerplannen Engels en passen deze toe in lesvoorbereidingen. Ze hebben ook inzicht in de leerbehoeften van leerlingen, afhankelijk van het type onderwijs waartoe ze behoren. Ze situeren het eigen vormingsaanbod in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op begeleiding en oriëntering van leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ... 



BALSO 4: de leraar als organisator

Studenten bevorderen een gestructureerd werkklimaat tijdens microteaching; ze kunnen een soepel en efficiënt lesverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leraar en de lerende.



BALSO 11: taalcompetenties

Studenten...


  • hebben een goede non-verbale taal en een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding;

  • kunnen een uiteenzetting geven;

  • kunnen verschillende soorten teksten vertellen, voorlezen, begrijpen en schrijven;

  • kunnen een gespre voeren;

  • kunnen een interactieve presentatie houden, met ondersteuning van schrift en beeld.


Studenten beoordelen teksten op toegankelijkheid voor leerlingen en ze kunnen die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken.



BALSO 12: attitudes


  • organisatievermogen: studenten bepalen zelfstandig of in groep een methodische aanpak (microteaching).

  • kritische ingesteldheid / leergierigheid: studenten tonen een ruime interesse voor de Engelse taal en cultuur, zijn bereid zich op de hoogte te houden van de actualiteit en zelfstandig hun luister- en leesvaardigheid te oefenen door regelmatig de Engelstalige media te volgen.

  • zin voor samenwerking: studenten werken in groep bij tekstbespreking, discussies, microteaching enz.

  • creatieve gerichtheid

Inhoud

INHOUDELIJK EXPERT

1. Communicatieve vaardigheden

Strategieën m.b.t. de 4 vaardigheden: skimmen, scannen, oriënterend en intensief luisteren; verschillende soorten teksten (o.a. samenvatting, verslag, essay); gesprek, discussie, presentatie.

2. Culturele component: Amerikaanse literatuur en cultuur (thematische aanpak: vb. 'the American soldier', 'African Americans'); woordenschat, inhoud en bespreking van teksten, gedichten en audiovisuele fragmenten.

3. Taalkundige component: woordenschat (o.a. American vs. British English, money & business, numbers & shapes, idiomatic expressions, taalregisters, moedertaalinterferentie); grammatica (o.a. revision of the tenses, the passive, adjectives and adverbs, occasionele grammatica n.a.v. lectuur of schrijfopdrachten)



VAKDIDACTIEK

1. Methodologie van het vreemdetalenonderwijs, met nadruk op het aanbrengen van woordenschat, literatuur en cultuur en het integreren van de 4 vaardigheden op een communicatieve basis;

2. Eindtermen, leerplannen en handboeken van het secundair onderwijs.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • An A to Z of Common Errors
  • English Grammar In Use (with answers and cd-rom)
  • Grip on Grammar
  • Grip on Grammar - Exercises (incl. cd-rom)
  • Spark Grammar Summary
  • What's What?

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Vakdidactiek

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Longman Dictionary of Contemporary English + DVD
  • Practical Techniques for Language Teaching
  • Spark 2.
  • Van Dale middelgroot woordenboek Engels-Nederlands
  • Van Dale middelgroot woordenboek Nederlands-Engels
  • What's What?

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Online studiemateriaal
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten; een zwaar tekort (7/20 of minder) op het mondelinge deel kan leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al is het schriftelijke examen ruim voldoende (en omgekeerd).

Bij het mondelinge examen wordt rekening gehouden met zowel inhoud als presentatie (structuur van het antwoord, vlot en correct taalgebruik, uitspraak, expressiviteit en communicatieve vaardigheid).

Indien de deadline van een opdracht niet wordt gerespecteerd, kunnen de punten niet worden opgenomen in het geheel.

Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen: Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):

1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)

2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar: *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

Inhoudelijk expert
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen40%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen40%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten20%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen40%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen40%
Vakdidactiek
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten70%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten70%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen30%