Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Aardrijkskunde 4


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3153
Studiepunten 0 Studietijd 0 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Van Broeck Christiane

Onderwijsvorm

  • Stage/praktijkoefening
  • Hoorcollege
  • Groepswerk
  • Studiereis/excursie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindtermen SO (TSO minimaal, ASO aanbevolen)
Eindcompetenties aardrijkskunde 1 en aardrijkskunde 2

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.11BALSO_01.11 - De leraar kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.13BALSO_01.13 - De leraar kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoekGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.14BALSO_01.14 - De leraar kan leerlingen laten nadenken over hun eigen leerproces door oriëntatie op een taak, het maken van een planning, het zoeken naar leer- en oplossingsstrategieën, uitkomsten te verifiëren en het leerproces bij te sturen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.1BALSO_02.01.1 - De leraar kan bewust contact nemen met de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.2BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk isGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.08BALSO_02.08 - De leraar kan de aandacht van de leerlingen vasthouden en interesse wekkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.04BALSO_04.04 - De leraar kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …) , rekening houdend met de veiligheid van de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.01BALSO_05.01 - De leraar kan vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden in de eigen lespraktijk (vernieuwende didactische inzichten,…)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03BALSO_05.03 - De leraar kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03.1BALSO_05.03.1 - De leraar kan op mondelinge en schriftelijke wijze terugblikken op stageactiviteitenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08BALSO_08 - Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.01bisBALSO_08.01bis - De aspirant-leraar kan contacten leggen met stagescholen en mentoren op een commmunicatief correcte wijzeGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.04BALSO_08.04 - De leraar kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10BALSO_10 - Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipantGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.01BALSO_10.01 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het sociaal-politieke domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.02BALSO_10.02 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het sociaal-economische domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.05BALSO_10.05 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het (cultureel)-wetenschappelijke domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.03BALSO_11.03 - De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen, zowel individueel als in groep, over onderwerpen die door alle partners kunnen aangebracht worden, en in het bijzonder over leerinhoudenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.09BALSO_12.09 - InlevingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.10BALSO_12.10 - Zorgzaamheid (bekommerd zijn)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.11BALSO_12.11 - Voorkomendheid (bescheidenheid, gezonde durf, beleefdheid)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

DOLOD INHOUDELIJK EXPERT:


-de student beheerst de inhoudelijke basiskennis van volgende domeinen: geografie van het excursiegebied (fysische en sociaal-economische aspecten), stadsgeografie, bebouwing in het landschap, geomorfologie. In de rubriek "inhoud" is een specifieke omschrijving te vinden.


-de student wendt deze kennis functioneel aan.


DOLOD VAKDIDACTIEK:


-de student is als toekomstig leraar een begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen. Voor de competenties verwijzen we naar de startcompetenties van de leraar: vaardigheid 1.1 (beginsituatie), vaardigheid 1.2 (doelstellingen kiezen en formuleren), 1.3 (leerinhouden selecteren), 1.4 (leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten), 1.5 (aangepaste methodische aanpak), 1.6 (leermiddelen kiezen en aanpassen), 1.7 (krachtige leeromgeving),1.10 en 1.13 (omgaan met de heterogeniteit van de B-stroom en BSO), 1.11 (opzetten van leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit een vakoverschrijdende invalshoek).


-de student is als kandidaat leraar een opvoeder. Hij verwerft daartoe volgende competenties, genomen uit de lijst van de basiscompetenties voor de leraar: vaardigheid 2.1 (positief leefklimaat) , 2.2 (emancipatie bevorderen), 2.3 (attitudevorming voor individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie), 2.4 (actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context), 2.5( omgang met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met gedragsmoeilijkheden). -de student kent de inhouden en achtergronden van de vakdidactiek aardrijkskunde zoals afgebakend op de vakdidactische fiche. De student kan deze vlot en vaardig aanwenden in de context van de uit te werken lessen. De student kent de structuur van de leerplannen en eindtermen van de 1ste en 2de graad SO. Hij kan ICT aanwenden in zijn lessen, o.m. onder de vorm van een aantrekkelijk ICT-werkblad voor inhouden uit de 2de graad S.O. Hij kan vlot en vaardig omspringen met (de meerwaarde van) Smartboard.


-als toekomstig leraar is de student een cultuurparticipant: hij volgt de actualiteit op. Actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen worden herkend en kritisch benaderd. Thema's met een geografische context uit de volgende domeinen krijgen zijn speciale aandacht: •het sociaal-politieke domein •het sociaal-economische domein •het cultureel-wetenschappelijke domein.

De student gaat kritisch om met deze informatie. Hij zoekt ondersteunende kennis zoals informatiebronnen uit het eigen vakdomein (kaarten) en uit de pers (artikels selecteren op hun bruikbaarheid). -de student vertoont volgende attitudes: kritische ingesteldheid, is bereid om zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren alvorens een stelling in te nemen. Hij is leergierig en zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen. De student vult de beoogde competenties aan met zelfstudie.

Inhoud

DOLOD INHOUDELIJK EXPERT:



STADSGEOGRAFIE

Stadsgeografie en stadsgeografische excursie in en om Mechelen.

Bebouwing in het landschap rond en in de stad kunnen onderzoeken en hiertoe gepaste instrumenten kunnen ontwikkelen.



DOELSTELLINGEN

De theoretische achtergronden van de stadsgeografie kennen en kunnen toepassen op de structuur, de bebouwing en functies van de bestudeerde steden uit excursies en van hetstedelijk gebied om en rond Mechelen.

LEERINHOUDEN

De algemene stadsgeografie kennen en kunnen toepassen op de eigen stad (Mechelen).

Deze principes worden ook toegepast op steden die occasioneel worden aangedaan op excursies.

Kaarten en stadsplannen functioneel kunnen gebruiken bij voorbereiding en excursie.

Statistische en grafische gegevens kunnen raadplegen en toepassen.

De geografie van de bebouwde ruimte op de omgeving van Mechelen kunnen toepassen.

De beschrijvende stadsgeografie van wereldsteden zoals Parijs, Rio de Janeiro, New York, ... kennen





GEOMORFOLOGIE



DOELSTELLINGEN

De processen die de vormen van het aardoppervlak bepalen kennen, herkennen, begrijpen.

LEERINHOUDEN

Van de volgende geomorfologische agenten: hellingprocessen, rivierwerking, glaciale processen, windwerking, kustvormen, karstverschijnselen, vulkanische landschappen de terminologie en relaties kennen, begrijpen en kunnen toepassen (landschappen herkennen).



EXCURSIE



DOELSTELLINGEN:

Inzicht verwerven in de genese en de ruimtelijke structuur van het afgebakend excursiegebied.

LEERINHOUDEN

De bestudeerde landschappen herkennen op kaart en op terrein, ze kunnen omschrijven en typeren en de functies kunnen omschrijven.

De onderlinge samenhang binnen de elementen van elk landschap kunnen aangeven.

De geologische en geomorfologische structuur van de verschillende landschappen van het excursiegebied kunnen analyseren en relateren met kaarten en coupes.

Landschapsvormende processen herkennen en beschrijven.

Het ecologisch en economisch belang van de verschillende landschappen kunnen omschrijven

De wetenschappelijke achtergrond verwerven over de landschapsgenese van het studiegebied.

Een mentale kaart kunnen opbouwen voor het aangegeven gebied.



ACTUALITEIT

Map met persknipsels aanleggen over actuele gebeurtenissen van dit semester die relevent zijn voor het leerplan SO. Deze informatie kaderen in het leerplan en er de gepaste cartografische ondersteuning bij zoeken.



CARTOGRAFIE

Taak cartografie deel 4

DOELSTELLINGEN

De principes van de omgevingsgeografie kunnen toepassen op de eigen leefruimte, m.n. op de socio-economische aspecten.

UITVOERING:

Kaarten ontwerpen van de socio-economische thema's op verschillende schalen: verbeteren en bijsturen deel 3.

Studieteksten en excursiepunten over de inhoud en thema's van deze kaarten voor 1 en 2 SO ontwerpen.

Documentatiebundel aanleggen rond de thema’s van de kaartenbundel.





DOLOD VAKDIDACTIEK:

ICT-WERKBLAD

Een ICT-werkblad voor leerlingen van de 1ste of 2de graad SO kunnen maken en beoordelen, op basis van de principes van een goed aardrijkskundig werkblad, toegepast op een ICT-leeromgeving.



In de stagelessen een groeiende didactische competentie kunnen bewijzen op de aspecten van aardrijkskunde 3 (dolod vakdidactiek).

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Handboeken

  • Geogenie 1 - leerwerkboek
  • Geogenie 2 - leerwerkboek
  • Geogenie 3 - leerwerkboek
  • Geogenie aso-wetenschappen 5 & 6 - leerboek (+ cd-rom) - (3de graad - 2uur)
  • Plantyn Algemene WereldAtlas
Vakdidactiek
  • Geogenie 1 - leerwerkboek
  • Geogenie 2 - leerwerkboek
  • Geogenie 3 - leerwerkboek
  • Geogenie aso-wetenschappen 5 & 6 - leerboek (+ cd-rom) - (3de graad - 2uur)
  • Plantyn Algemene WereldAtlas
  • Evaluatie

    Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen
    Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores

    Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
    1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
    2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
    *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
    *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

    Een aantal van de beoogde competenties wordt permanent geevalueerd.
    Indien de deadline van een opdracht niet gerespecteerd wordt,dan kunnen de punten niet opgenomen worden in het geheel.
    Als bij groepstaak onvoldoende verantwoordelijkheid wordt opgenomen leidt dit tot een negatieve afronding van het semestercijfer.

    Inhoudelijk expert
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Portfolio20%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten20%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen60%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen60%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Portfolio20%
    Vakdidactiek
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten100%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%