Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Stage 2


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_1011
Studiepunten 10 Studietijd 300 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Neen Examencontract (creditbewijs) mogelijk Neen
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Neen

Docenten

  • Nobels Marleen
  • Jacobs Viviane
  • Van Den Berk Brenda
  • Selleslag Christian
  • De Doncker Caroline

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

Eindcompetenties Stage 1

De eindcompetenties Algemene Didactiek: Inleiding en Didactische Thema’s 1 

De competenties verworven tijdens Inhoudelijk expert en vakdidactiek 1 & 2 (voor beide onderwijsvakken).

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.09BALSO_01.09 - De leraar kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.1BALSO_02.01.1 - De leraar kan bewust contact nemen met de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.2BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk isGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.3BALSO_02.01.3- De leraar kan luisteren naar gevoelens bij leerervaringen, fouten maken toelaten, positieve relaties tussen leerlingen stimuleren, voldoende feedback gevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.02BALSO_02.02 - De leraar kan de emancipatie van de leerlingen bevorderenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.03BALSO_02.03 - De leraar kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.04BALSO_02.04 - De leraar kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische contextGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.05BALSO_02.05 - De leraar kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkhedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.03BALSO_04.03 - De leraar kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.04BALSO_04.04 - De leraar kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …) , rekening houdend met de veiligheid van de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03BALSO_05.03 - De leraar kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06BALSO_06 - Functioneel geheel 6: De leraar als partner van ouders/verzorgersGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.01BALSO_06.01 - De leraar kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerlingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.03BALSO_07.03 - De leraar kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08BALSO_08 - Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.01BALSO_08.01 - De leraar kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbiedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_08.04BALSO_08.04 - De leraar kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.03BALSO_11.03 - De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen, zowel individueel als in groep, over onderwerpen die door alle partners kunnen aangebracht worden, en in het bijzonder over leerinhoudenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.09BALSO_11.09 - De leraar kan verschillende soorten teksten op verschillende manieren en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) vertellenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.10BALSO_11.10 - De leraar kan verschillende soorten teksten (verhaal, gedicht, sprookje, …) op verschillende manieren (gewoon, vertellend, dramatiserend, interactief) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) voorlezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.15BALSO_11.15 - De leraar is er zich bewust van dat schriftelijk werkmateriaal, bestemd voor leerlingen en andere partners binnen het schoolgebeuren, foutloos moet zijn, en slaagt er in dit te realiserenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.09BALSO_12.09 - InlevingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.10BALSO_12.10 - Zorgzaamheid (bekommerd zijn)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.11BALSO_12.11 - Voorkomendheid (bescheidenheid, gezonde durf, beleefdheid)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

Functioneel geheel I: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via studie van de puber, raadpleging leerplan, observatie en bevraging mentor.

1.2 De leerkracht kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen.

1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantie.

1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten, bordschema’s, en zelf een leerlijn uitzetten.

1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creëren.

1.6 De leerkracht kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm.

1.7 De leerkracht kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.

1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.



Functioneel geheel II: De leraar als opvoeder

2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school door:

* bewust contact te nemen met de leerlingen;

* te luisteren naar gevoelens bij leerervaringen, fouten maken toe te laten, positieve relaties tussen leerlingen te stimuleren, voldoende feedback te geven;

* aandacht van leerlingen te wekken en vast te houden.

2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen.

2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.

2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.

2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden.



Functioneel geheel III: De leraar als inhoudelijk expert

3.1 De leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen. De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.

3.2 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk.

3.3 De leerkracht kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen en jaarplannen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ...



Functioneel geheel IV: De leraar als organisator

4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen (gestructureerd optreden door het geven van duidelijke instructies; grenzen stellen en deze doen naleven).

4.2 De leerkracht kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks. De leerkracht kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen),de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passen.

4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…

4.4 De leerkracht kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …), rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.



Functioneel geheel V: De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker

5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen:

* op mondelinge en schriftelijke wijze terugblikken op stageactiviteiten;

* de essentiële aspecten uit het pedagogisch-didactisch handelen formuleren;

* alternatieven formuleren voor (minder goede) aspecten uit het eigen pedagogisch-didactisch handelen.



Functioneel geheel VI: De leraar als partner van de ouders/verzorgers

6.1 De leerkracht kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.



Functioneel geheel VII: De leraar als lid van een schoolteam

7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.

7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.

7.3 De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.



Functioneel geheel VIII: De leraar als partner van externen

8.1 De leerkracht kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden De leerkracht kan contacten leggen met stagescholen en mentoren op een commmunicatief correcte wijze.

8.4 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.



Aan alle attitudes wordt gewerkt:

A1 Beslissingsvermogen

A2 Relationele gerichtheid

A3 Kritische ingesteldheid

A4 Leergierigheid

A5 Organisatievermogen

A6 Zin voor samenwerking

A7 Verantwoordelijkheidszin

A8 Flexibiliteit

A9 Inlevingsvermogen

A10 Zorgzaamheid

A11 Voorkomendheid 





Taalcompetenties 

1. Non-verbale taal: de student heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.

2. De student hanteert een duidelijk bordschrift. 

3. De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen, zowel individueel als in groep, over onderwerpen die door alle partners kunnen aangebracht worden, en in het bijzonder over leerinhouden. 

4 De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken. 

5 De leraar kan mondeling vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoering.

6 De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot taakuitvoering. 

7 De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeld.

9 De leraar kan verschillende soorten teksten op verschillende manieren en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) vertellen. 

10 De leraar kan verschillende soorten teksten (verhaal, gedicht, sprookje, …) op verschillende manieren (gewoon, vertellend, dramatiserend, interactief) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) voorlezen.

13 De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijven.

15 De leraar kan schriftelijk werkmateriaal ontwikkelen.



Al deze competenties worden op het hoogste niveau geïntegreerd toegepast in een een nieuwe, authentieke schoolsituatie.



 

Inhoud

Het toepassen van allerlei inzichten en oefenen van vaardigheden in de praktijk:

- een stageaanvraag doen in en afspraken maken met een stageschool;

- het observeren van lessen van (vak)mentoren;

- een les voorbereiden;

- een lesvoorbereiding uitschrijven;

- een les geven;

- reflecteren op de eigen lessen;

- overleggen met betrokken partijen (de (vak)mentor, begeleidende docent);

- communicatieve en agogische vaardigheden toepassen;

- alternatieve stageactiviteiten: afhankelijk van de onderwijsvakken: OVI-toolshop, excursie, logistieke activiteiten, ...

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

Stage 2 is uitgesloten van een examencontract. Door de aard van het opleidingsonderdeel is een tweede examenkans onmogelijk. De specifieke bepalingen i.v.m. de organisatie en de evaluatie van stage zijn opgenomen in de stagehandleiding 'Stage 2' 2010-2011.

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie100% In de stagehandleiding wordt het tot stand komen van het eindcijfer verder toegelicht.