Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Didactische thema's 3


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_4380
Studiepunten 3 Studietijd 90 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Van Den Berk Brenda

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

De eindtermen secundair onderwijs.

De eindcompetenties Algemene Didactiek: Inleiding en Didactische Thema’s 1 & 2.

De competenties verworven tijdens vakdidactiek 1 & 2.

Voldoende vakinhoudelijke expertise bezitten om de didactische toepassingen uit te werken voor een onderwijsvak.

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.08BALSO_01.08 - De leraar kan observatie en proces- en productevaluatie voorbereiden, in de vorm van een toets, taak, examen en alternatieve assessmentvorm, individueel en indien nodig in team.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.09BALSO_01.09 - De leraar kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.12BALSO_01.12 - De leraar kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.03BALSO_02.03 - De leraar kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.01BALSO_05.01 - De leraar kan vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden in de eigen lespraktijk (vernieuwende didactische inzichten,…)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.03BALSO_07.03 - De leraar kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.09BALSO_12.09 - InlevingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

Functioneel geheel I: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via studie van de puber, raadpleging leerplan, observatie en bevraging mentor.

--> De student kan ter voorbereiding en realisatie van een hoekenwerk de nodige gegevens verzamelen over de beginsituatie van de klasgroep.



1.2 De leerkracht kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen.

--> de student kan in het kader van het uitwerken van een hoeken- of contractwerk doelen selecteren, deze juist formuleren en een zinvolle indeling maken van basisdoelen en verbredings- of verdiepingsdoelen.

--> de student kan doelen die getoetst moeten worden selecteren en helder formuleren.



1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantie.

1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten, bordschema’s, en zelf een leerlijn uitzetten.

1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creëren.

1.6 De leerkracht kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm.

1.7 De leerkracht kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.

--> De student kan leerinhouden selecteren, structureren en deze vertalen naar een organisatievorm die zelfstandig werk initieert (hoeken- of contractwerk). De student kan de nodige leermiddelen ontwikkelen om de beoogde leerdoelen te bereiken.

De student kan een hoeken- of contractwerk inhoudelijk uitwerken (en realiseren) en realiseert hierbij de kenmerken van een krachtige leeromgeving.



1.8 De leerkracht kan observatie en proces- en productevaluatie voorbereiden, in de vorm van een toets, taak, examen en alternatieve assessmentvorm, individueel en indien nodig in team.

--> De student kan een toets opstellen volgens de aangeleerde procedure die de kwaliteitscriteria mee helpt bewaken.

--> De student kan een alternatieve assessmentvorm uitwerken als mogelijke evaluatiewijze voor leerinhouden/competenties uit het S.O.

--> De student kan gegeven evaluatiemethoden herkennen en kritische bespreken vanuit de kwaliteitscriteria.



1.9 De leerkracht kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.

--> De student kan evaluatiegegevens interpreteren en op basis hiervan didactische ingrepen voorstellen.



1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.

--> De student kan verschillende differentiatietechnieken (werken met ondersteuningsniveaus, keuze en uitbreidingsopdrachten, ...) toepassen bij het uitwerken van een hoeken- of contractwerk.



Functioneel geheel II: De leraar als opvoeder

2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.

--> De student kan initiatieven nemen in het kader van begeleidd zelfstandig leren om bij leerlingen de nodige attitudes om zelfstandig te leren te ontwikkelen (cf. competentie zelfsturing).



Functioneel geheel III: De leraar als inhoudelijk expert

3.4 De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk. 



Functioneel geheel IV: De leraar als organisator

4.2 De leerkracht kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks. De leerkracht kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen),de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passen.

--> De student kan lessen begeleid zelfstandig leren organiseren.



Functioneel geheel V: De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker

5.1 De leerkracht kan vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen

--> De student streeft ernaar om vernieuwend te werken bij het uitwerken van de verschillende taken.



Functioneel geheel VII: De leraar als lid van een schoolteam

7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.

7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.

7.3 De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.

--> De student kan vlot in groep samenwerken voor de verschillende taken: hij kan overleggen over een taakverdeling, de pedagogisch-didactische uitwerking van taken bespreken, ...



Aan alle attitudes wordt gewerkt:

A1 Beslissingsvermogen

A2 Relationele gerichtheid

A3 Kritische ingesteldheid

A4 Leergierigheid

A5 Organisatievermogen

A6 Zin voor samenwerking

A7 Verantwoordelijkheidszin

A8 Flexibiliteit

A9 Inlevingsvermogen



Taalcompetenties

4 De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk maken. 

--> De student kan vakgebonden bronnen herwerken tot bronnenmateriaal dat geschikt is om leerlingen S.O. mee te laten werken tijdens zelfstandig werk.



6 De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot taakuitvoering. 

--> De student kan schriftelijke opdrachten uitwerken voor begeleid zelfstandig leren.

--> De student kan stappenplannen ontwikkelen om leerlingen te ondersteunen bij het uitvoeren van een werkscenario.



13 De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijven. 

--> De student kan lesvoorbereidingen, handleidingen en beschrijvingen maken bij didactische ontwerpen. 





 

Inhoud

Hoeken- en contractwerk

- definitie en verschillende organisatievormen

- theoretische verantwoording met voor- en nadelen

- kansen tot differentiatie

- werk maken van zelfsturing in het kader van hoeken- en contractwerk

- (creatieve) opdrachten voor zelfstandig werk en voor coöperatief leren

- correctie van zelfstandig werk



Evaluatie

- kwaliteitscriteria van evaluatie

- richtlijnen voor het opstellen en beoordelen van een traditionele toets

- alternatieve evaluatievormen (observatie van (authentieke) vaardigheidstaken, selfassessment, peerassessment, coassessment, portfolio, assessmentcenters, ...)

- de rol van klassenraden en deliberaties

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

De beoogde competenties worden voor 50% permanent geëvalueerd tijdens de lesmomenten of d.m.v. taken.
Het te laat indienen van taken wordt verrekend in het eindtotaal.
De takenkaarten die ter beschikking worden gesteld tijdens de les en op Toledo omschrijven de precieze regeling.


Clausule:
Elk onderdeel telt mee in het eindtotaal volgens het aangegeven percentage. In geval van een zwaar tekort op één van de onderdelen zal dit het totaal resultaat beïnvloeden.
Indien het resultaat op een onderdeel 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt zal het eindresultaat verlaagd worden tot 8/20.
Indien het resultaat op een onderdeel 5 of 6 op 20 is zal het eindresultaat verlaagd worden tot 9/20.

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50%