Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Communicatieve vaardigheden 3

Docenten

• Grimon Anne
• De Doncker Caroline

Onderwijstaal

• Nederlands

Onderwijsvorm

• Hoorcollege
• Oefensessie

Begincompetentie

Eindcompetenties van Communicatieve Vaardigheden 2

Eindcompetentie

Leerresultaten

Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.13 Opzetten van leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit een vakoverschrijdende invalshoek

--> De student kan de vakoverschrijdende eindtermen sociale vaardigheden op zinvolle wijze integreren in een les van het eigen onderwijsvak.



Functioneel geheel 2: De leraar als opvoeder

2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. EN

2.2 De emancipatie van de leerlingen bevorderen door aandacht te hebben voor de eigenheid van elke leerling

--> De student past de drie grondhoudingen van Rogers toe tijdens gesprekken.

--> De student kan actief luisteren.

2.5 Adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragmoeilijkheden.

--> De student licht toe hoe hij met woede en spanning in een gesprek moet omgaan en past dit in een gesimuleerde situatie toe.



Functioneel geheel 6: De leraar als partner van de ouders/verzorgers

6.1 Zich op de hoogte stellen van en discreet omgaan met gegevens over de leerling

--> De student licht toe welke kenmerken uit de persoonlijke leer- en leefsituatie van de leerling van belang zijn om een goed oudergesprek te voeren.

6.2 Met ouders/verzorgers communiceren over hun kind in de school

6.3 In overleg met het team communiceren met de ouders/verzorgers over het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit tussen de ouders

--> De student voert een slecht-nieuwsgesprek.

--> De student voert een oudercontact.

6.4 Met ouders/verzorgers in dialoog treden over opvoeding en onderwijs

--> De student is in staat om de opvoeding en het onderwijs van de leerling met de ouders te bespreken.

6.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands of naagelang van de context in een ander passend register, adequaat in interactie treden met ouders en verzorgers.

6.6 De leerkracht kan strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders.

--> De student kan de mogelijke problemen in de communicatie met allochtone ouders toelichten.

--> De student kan het beleid van een secundaire school inzake de participatie van allochtone ouders kritisch analyseren.



Taalcompetenties:

Doelstelling 1: gesprekken voeren met leerlingen

--> De student gebruikt een ik-boodschap bij ongewenst gedrag van leerlingen.

--> De student bespreekt op genuanceerde wijze de waarde van ik-boodschappen.

--> De student is assertief in een gesprek waarin hij ook het eigen belang moet verdedigen.

Doelstelling 9: gesprekken voeren met volwassenen in de school

--> De student is assertief in een gesprek waarin hij ook het eigen belang moet verdedigen.

Inhoud

Communicatieve vaardigheden in de omgang met leerlingen, collega's en ouders: 

• De drie grondhoudingen van de groeibevorderende relatie (Rogers) 
  
• Actief luisteren 
  
• Assertiviteit 
  
• Ik-boodschap 
  
• Omgaan met woede en agressie in een gesprek 
  
• Het voeren van slecht-nieuwsgesprekken 
  
• Communiceren met ouders en verzorgers en participatie van ouders op school

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

• Cursus

Evaluatie

De beoogde competenties worden voor 30% permanent geëvalueerd tijdens de lesmomenten of d.m.v. taken. Het te laat indienen van taken wordt verrekend in het eindtotaal. De takenkaart die bij de cursusis gevoegd, omschrijft de precieze regeling.
Clausule:
'Elk evaluatieonderdeel telt mee in het eindtotaal volgens het aangegeven percentage: het examen voor 70% en de permanente evaluatie rond het onderdeel 'ouderparticipatie' voor 30%.　In geval van een zwaar tekort op één of　beide　van deze onderdelen zal dit het totaal resultaat als volgt beïnvloeden.
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is