Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Handel-Burotica 2


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3788
Studiepunten 8 Studietijd 240 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Van Hecke Kristin
  • Rijmenams Marleen
  • Jacobs Viviane
  • Op De Beeck Jan

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Groepswerk
  • Oefensessie
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Handel-Burotica 2

Inhoudelijk expert

Economie en recht: geen specifieke voorkennis vereist.

Van de kandidiaten wordt wel verwacht dat ze interesse hebben in het economisch gebeuren en dat ze beschikken over voldoende zelfdiscipline, alsook over het vermogen tot logisch redeneren.

Documentbehandeling: eindcompetenties Burotica 1



Handel-Burotica 2

Vakdidactiek: eindcompenties Algemene didactiek en module Basisvaardigheden van een beginnende leerkracht.

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.03BALSO_04.03 - De leraar kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10BALSO_10 - Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipantGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.01BALSO_10.01 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het sociaal-politieke domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

* Handel-Burotica 2

Inhoudelijk expert: De leraar als inhoudelijk expert op niveau 1/2:

V 3.1. De student beheerst de basiskennis, volgt en bevraagt de recente evoluties i.v.m. inhouden en vaardigheden uit het vakgebied.

De leraar als cultuurparticipant op niveau 1/2

V 10.1 : De student onderscheidt rond het sociaal- economische domein actuele thema’s en ontwikkelingen en benadert deze kritisch. De leraar identificeert relevante informatie rond deze thema’s.

De student geeft blijk van volgende attitudes :

A1 (beslissingsvermogen),

A3 (kritische ingesteldheid),

A4 (leergierigheid),

A10 (taalgebruik en communicatie).



Burgerlijk recht:

-> De student heeft inzicht in de juridische maatschappijordening waarbinnen het economisch gebeuren zich voltrekt.

-> De student heeft een behoorlijke kennis van de verschillende onderwerpen van het burgerlijk recht, die hij volgens het vigerend leerplan mag onderwijzen in het secundair onderwijs.

-> De studenten is in staat - aan de hand van zijn basiskennis met betrekking tot het burgerlijk recht- wijzigingen in de wetgeving te situeren en zelfstandig te leren. Algemene economie:

-> De student maakt zich een economisch begrippenapparaat eigen om zo een globale kijk te krijgen op het economisch aspect van onze samenleving. Een goede beheersing van deze begrippen is primordiaal.

-> De student leert de sociaal-economische realiteit begrijpen.

-> De student begrijpt de economische wetmatigheden.

-> Hij denkt na over sociaal-economische verschijnselen.

-> De student plaatst de leerstof binnen de economische realiteit (door voorbeelden te geven, door vergelijkingen te maken,…)

-> De student is in staat om zelf een economische redenering op te bouwen aan de hand van oefeningen.



Documentbehandeling:

-> De studenten maken teksten op met kennis van zaken en zij gebruiken de Bin-normen waar nodig op alle soorten documenten.

-> De student maakt documenten op die door hun structuur en layout de leesbaarheid en bruikbaarheid bevorderen.

-> De studenten structureren steeds de leerinhouden bij het maken van oefeningen, toepassingen en opdrachten in MS PowerPoint.

-> De student maakt professionele presentaties voor gebruik binnen en buiten de lessen. De leraar als opvoeder (V2.1 – V2.6)

-> De studenten dragen zorg voor de apparatuur in de computerklas.

-> De studenten kunnen omgaan met de didactische hulpmiddelen in een computerklas.



* Handel-Burotica 2

Vakdidactiek:

Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen – eindcompetentie 2

1. Op basis van de beschikbare leerplannen van het VVKSO omschrijft de student de specificiteit van het BSO- (en TSO-)onderwijs (V1.1)

2. De student kiest doelstellingen op basis van het leerplan Handel, eerste graad (D/2002/0279/045), bepaalt de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep en formuleert doelstellingen concreet en operationeel. (V 1.2)

3. De student selecteert leerinhouden. Hij maakt keuzes uit een gegeven aanbod (in dit geval een lesopdracht uit het leerplan Handel, eerste graad (D/2002/0279/045), rekening houdend met de criteria van de beginsituatie, de beschikbare tijd en relevantie. Hij kan de afgebakende leerinhouden structureren. (V 1.3 en V 1.4)

4. Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de leerplannen, kiest de student een (aan)gepaste methodische aanpak. (V1.5)

5. De student kiest individueel en in team didactische materialen en past deze aan met het oog op een didactisch verantwoorde aanbreng van een afgebakende leerinhoud. (V1.6)

6. Rekening houdend met de specificiteit van BSO-leerlingen en de pedagogisch didactische wenken vermeld in de leerplannen, realiseert de leerkracht een krachtige leeromgeving (in micro-teaching oefeningen). (V1.7)

7. Op basis van de verworven vakdidactische inzichten realiseert de student didactische oefeningen (micro- teaching) binnen het vak Handel gericht op:

- het verwerven van functionele vaardigheden

- realistische leersituaties - actief leren. (V1.13) (cfr. werken op toepassingsniveau i.f.v. beroepsbekwaming) Functioneel geheel 2: De leraar als opvoeder – eindcompetentie 2

1. De student creëert tijdens de micro-teaching oefeningen een positief leefklimaat in klasverband. (V2.1) Functioneel geheel 3 De leraar als inhoudelijk expert – eindcompetentie 2

1. De student hanteert de correcte begrippen bij het uitwerken en voorbereiden van de micro-teaching oefeningen. (V3.2)

2. De student legt de nodige verbanden tussen het aangereikte theoretisch begrippenkader en zijn didactisch handelen. (V 3.2)

Functioneel geheel 4 De leraar als organisator – eindcompetentie 2

1. In de micro-teaching oefeningen formuleert de student gepaste organisatorische instructies en bouwt relevante controlemomenten in om een gestructureerd werkklimaat te bevorderen (V 4.1) Binnen de micro- teaching opdrachten en bij het voorbereiden van een les(fragment) streeft de student ernaar om de beschikbare tijd zinvol te gebruiken. (V4.2)

2. Voor de micro-teaching oefeningen realiseert de student een lesvoorbereiding op de ter beschikking gestelde lesvoorbereidingsformulieren en overeenkomstig de gekregen richtlijnen. (V 4.3)

Taalcompetentie

Naar aanleiding van het voorbereiden en realiseren van een les(fragment) hanteert de student zowel mondeling als schriftelijk een correct taalgebruik: - bij een onderwijsleergesprek - bij het formuleren van vragen en opdrachten - bij het opbouwen van een gestructureerd bordschema

Inhoud

* Handel-Burotica 2

Inhoudelijk expert bestaat uit 3 deelvakken: recht, algemene economie en documentbehandeling



RECHT

Burgerlijk recht :

1. Inleiding tot het recht

2. Personen- en familierecht

3. Vermogensrecht

4. Zakenrecht

5. Verbintenissenrecht

6. Benoemde contracten

7. Voorrechten en hypotheken

8. Verjaring



ALGEMENE ECONOMIE

1. Inleidende begrippen

2. Het consumentengedrag

3. Het producentengedrag

4. Marktvormen en prijsvorming



DOCUMENTBEHANDELING:

BIN-normen - spatiëringsnormen - adresschikking - brieven zonder referentieregel - brieven met referentieregel - tekstschikking

Ms Powerpoint 2007

De gevorderde functies van het pakket PowerPoint 2007; alle functies die nodig zijn om een eenvoudige tot (semi-)professionele grafische diapresentatie te ontwerpen.



* Handel-Burotica 2

Vakdidactiek:

Een onderzoek naar motivering en activering van de (BSO)leerling als eerste stap naar de didactische oefeningen Werken op toepassingsniveau met aandacht voor welbevinden en betrokkenheid Didactisch verantwoord concreet materiaal

Een motiverende en activerende aanpak – concreet en gericht probleemstellend lesgeven

Lesfasen - de reactivatie - de leerstofverwervingsfase - de leerstofaanwendingsfase

Soorten leerinhouden - begrippen - procedures * algoritme * heuristiek -probleemoplossend leren

Didactische oefeningen:

Micro-teaching - klassikale/individuele voorbereiding - realisatie - individuele reflectie - klassikale bespreking

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Handboeken

  • BIN-normen
  • Economie Vandaag 2010
  • MS PowerPoint 2007 - vernieuwde editie 2010
  • Praktisch burgerlijk recht
Vakdidactiek

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Voor beide examenkansen wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen rekenkundig gemiddelde van de deelopleidingsonderdelen. Het gewicht van de deelopleidingsonderdelen wordt bepaald door het aantal studiepunten voor de deelopleidingsonderdelen.

Uitzonderingsregel (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
* 8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
* 9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

Inhoudelijk expert
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen50% Recht 25 % + 25 % Economie
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50% Recht 25 % + Economie 25 %
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen met computer50%
Vakdidactiek
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen70%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten30%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%