Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Elektriciteit 1
Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs |
2010-11 |
nvt |
BALSO_3174 |
7 |
210 uur |
Eerste Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Ja |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Practicum
- Werkcollege
- Groepswerk
- Stage/praktijkoefening
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindtermen secundair onderwijs.
Eindcompetentie
BALSO_01.01 | BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongeren | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.02 | BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.04 | BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzetten | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.09 | BALSO_01.09 - De leraar kan proces en product evalueren tijdens en op het einde van een les (synthesemomenten, bij het doen van een toets, tijdens de examenstage), met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.12 | BALSO_01.12 - De leraar kan omgaan met de diversiteit van de leergroep. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_02.01 | BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_02.01.2 | BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk is | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_04.01 | BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen naleven | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_04.04 | BALSO_04.04 - De leraar kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …) , rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
- de studenten beheersen de vaardigheden om de beginsituatie van de groep te achterhalen - de studenten bepalen de doelstellingen vanuit het leerplan voor het geven van een les voor de eigen klasgroep - de studenten formuleren de doelstellingen voor de lessen die ze tijdens de stage geven - studenten weten hoe doelstellingen te formuleren - doelstellingen worden correct geformuleerd op de voorbereiding van hun stage - met de vakleerkracht worden de leerinhouden geselecteerd - student weet welke leerinhouden van welk leerplan hij kan selecteren en welke criteria hij hanteert - mentor en student bepalen de leerinhouden - de student zet de medestudenten aan het werk na de uiteenzetting - na de uiteenzetting worden de studenten aan het week gezet - de student bepaalt zelf welk medium hij gebruikt tijdens zijn les - de student achterhaalt welke didactische middelen er in de school voorhanden zijn - de studenten gebruikt de gepaste didactische middelen die in de school aanwezig zijn - de studenten weten hoe zij hun werkvormen of opdrachten kunnen aanwenden om zo een krachtige leeromgeving te creëren - de student weet welke basiskennis hij geacht wordt te kennen, hij weet ook hoe hij info verzamelt om deze kennis te verwerven - de student weet dat de techniek constant verandert en weet waar en hoe de informatie te verwerven om zich de nieuwe technieken eigen te maken - de student past de nieuwe technieken toe als de mogelijkheid zich voordoet - de student weet hoe hij een ideaal leer- en werkklimaat kan creëren - de student schept een ideaal werkklimaat - student weet dat een veilige werkomgeving van primordiaal belang is - hij weet ook wat veilig en niet veilig is - de student wijst de leerlingen er op hoe ze de proeven veilig moeten uitvoeren - de student weet hoe hij de nieuwe technieken moet aanwenden - de student presenteert zijn oefening voor de groep uit de reacties van docent en medestudenten bevraagt de student zijn eigen functioneren - de student weet dat hij kritisch moet reflecteren over het eigen functioneren
Inhoud
Theorie • Bouw van de stof- Geleiders en niet-geleiders • De elektrische stroomkring -Hydraulische analogie • Het SI-stelsel in de elektrotechniek • Hoeveelheid elektriciteit - Wet van Faraday - Wet van Ohm • Vermogen – Arbeid - Rendement • Weerstand van vaste geleiders -Temperatuurinvloed • Serieschakeling van weerstanden • Parallelschakeling van weerstanden • Didactische proefopstelling maken.
Praktijk - Bewerken van draden. - Bewerken van kabels (correct leren hanteren van de gereedschappen) - Vertinnen, solderen van draden (De verschillende handellingen gestructureerd aanbrengen) - Maken van verbindingen (kabelschoenen, lasdoppen)
Tekenen - Tekennormen en symbolen - Het coderen van de onderdelen,het merken van het net en van de aansluitklemmen. - Omschrijving en de indeling van de schema’s. - Opbouw en de tekenen van elektrische schema’s - Grondschema’s - Uitwerken van schakelingen. - Communicatieschakelingen in een woning. - Afstandbediening. - Elektrische installatie bij de bouw van een woning. - Een 10-tal tekeningen maken
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Project huisinstallatie Naslagwerk
- Serie Elektrotechniek - Elektriciteit deel 1
- Serie Elektrotechniek - Elektrotechnisch tekenen schema's lezen deel 1
Evaluatie
Tweede examenkans, tweede examenperiode(augustus) : Elektriciteit 1 Praktijk : de punten van de praktische oefeningen(25%) blijven behouden.
Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere delen
Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één of meerdere delen maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden):
1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)
2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:
*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt
*9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 33% | Theorie | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 50% | Praktijk( 25% praktische oefeningen en 25% opdrachten) | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 17% | Tekenen | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 33% | Theorie | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 17% | Tekenen | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 50% | Herwerken van de opdrachten |