Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Aardrijkskunde 1


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3150
Studiepunten 7 Studietijd 210 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Van Broeck Christiane

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Practicum
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindtermen derde graad SO (TSO is minimaal, ASO is aanbevolen)

Eindcompetentie

BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10BALSO_10 - Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipantGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.01BALSO_10.01 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het sociaal-politieke domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.02BALSO_10.02 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het sociaal-economische domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.12BALSO_11.12 - De leraar kan een presentatie op verschillende manieren (interactief, kort, lang) houden voor volwassen gesprekspartners over de klas- en schoolcontext, met behulp van ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

De student wordt een inhoudelijk expert:

-de student beheerst de inhoudelijke basiskennis van volgende domeinen: cartografie, kosmografie, klimatologie (zie rubriek "inhoud" voor een specifieke omschrijving)

-de student wendt deze kennis functioneel aan.

-de student kan met deze kennis een uiteenzetting en een presentatie geven, en degelijke teksten schrijven over de ebstudeerde onderwerpen (uitgaande vn bronnen)

-Als toekomstig leraar is de student een cultuurparticipant: hij volgt de actualiteit op. Actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen worden herkend en kritisch benaderd. Het zijn thema's met een geografische context uit de volgende domeinen: •het sociaal-politieke domein •het sociaal-economische domein

•De student gaat kritisch om met deze informatie. Hij zoekt ondersteunende kennis zoals informatiebronnen uit het eigen vakdomein (kaarten) en uit de pers (artikels selecteren op hun bruikbaarheid).

De student vertoont volgende attitudes:

-kritische ingesteldheid: is bereid om zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen en om de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren alvorens een stelling in te nemen.

 -Hij is leergierig en zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.

Inhoud

CARTOGRAFIE:

DOELSTELLINGEN: De student vindt op een snelle, vlotte en juiste manier ruimtelijke en cartografische informatie, kan deze raadplegen, begrijpen, structureren en zelf ontwerpen.

LEERINHOUDEN:

-Het kaartbegrip kennen; kaartprojecties kennen en herkennen; de historiek van de cartografie kennen. -Topografische kaarten en atlaskaarten vlot kunnen lezen en het kaartbeeld kunnen structureren.

-De samenhang tussen de verschillende ruimtelijke aspecten die via de kaart gegeven zijn weten te onderzoeken en kunnen formuleren.

-Vlot bewerkingen met schaal en hoogtelijnen kunnen uitvoeren.

-Lucht- en satellietfoto's kunnen relateren met atlas- en / of topografische kaarten.

-Weten hoe kaarten tot stand komen.

-Een atlas vlot en adequaat kunnen raadplegen.

-Actuele gebeurtenissen kunnen situeren op kaart. Relevante aanvullende informatie rond deze gebeurtenis kunnen vinden in de atlas.

-Een functioneerbare parate topografische kennis bezitten van de eigen regio, België, Europa, de wereld. -Cartografische informatie kunnen vinden in diverse media (analoog en digitaal), bij diverse openbare en private instellingen, WWW,... en deze op de gepaste wijze kunnen bewerken met het oog op de studie van aspecten uit de eigen regio zoals gevraagd in het leerplan van de 1ste graad SO (zie afzonderlijke takenkaart) .

-Nieuwe digitale evoluties binnen de cartografie (GIS, GPS, Google Earth) op een eenvoudige wijze kunnen gebruiken.



Taak cartografie deel 1

DOELSTELLINGEN: De principes van de omgevingsgeografie kunnen toepassen op de eigen leefruimte Uitvoering: een kaartenverzameling aanleggen van papieren en digitale kaarten van de eigen omgeving op verschillende schalen.



KOSMOGRAFIE:

DOELSTELLINGEN: -De plaats van de aarde in de ruimte kennen. -De oorzaken kennen en de wisselende hoogte van de zon begrijpen in relatie met de ligging op aarde. -De wisselende hoogte van de zon begrijpen in relatie tot het tijdstip van de dag en van het jaar. -De effecten hiervan op de temperatuur kunnen uitleggen. LEERINHOUDEN: -Inzicht hebben in tijd en ruimte in het heelal. -De structuur van de kosmos en het zonnestelsel kennen (zelfstudie in handboek Geogenie 5&6) -Schijn en werkelijkheid inzake de verschijnselen aan de hemelkoepel kunnen onderscheiden bij de dagelijkse en jaarlijkse bewegingen van de aarde. -De dagelijkse en jaarlijkse bewegingen van de aarde kennen, deze in verband brengen met het verschijnsel dag en nacht, met de wisselende hoogte van de zon in de loop van een etmaal, van een jaar, en het verband met de breedteligging op aarde. Dit alles kunnen tekenen met wiskundig juiste figuren. -Plaatsbepaling op aarde kennen en in verband brengen met poolshoogte en tijdsverschillen. -Inzicht hebben in de wijze waarop aardobservatie door satellieten gebeurt en hun toepassingsvelden kennen (verband met cartografie)



KLIMATOLOGIE:

DOELSTELLINGEN Inzicht verwerven in de klimaatsverschillen op aarde, in oorzaken en gevolgen.

LEERINHOUDEN -De opbouw van de atmosfeer kennen. -Inzicht verwerven in de warmtehuishouding van de aarde en in de opwarming van de aarde. -Luchtdrukverschillen op aarde kunnen verklaren en de relatie aangeven met luchtstromen. -De relatie tussen de neerslagverdeling en de lucht- en zeestromen kunnen aangeven -Kaarten die temperatuur, luchtdruk, wind, neerslag weergeven kunnen lezen, structureren en relateren met de beïnvloedende factoren. -De klimaatzones op aarde kunnen benoemen en verklaren en in relatie brengen met de invalshoek van de zon (oorzaak) en de vegetatiezones (gevolg). -Invloed van klimaat op vegetatie kunnen aangeven en verklaren. -Klimaatgegevens kunnen omzetten in een klimatogram (ook digitaal) en correct kunnen determineren; het patroon van het verloop van temperatuur en neerslag kunnen formuleren en in een klimaattype kunnen plaatsen; de klimaatgegevens van een plaats op aarde op een correcte wijze kunnen situeren op aarde via de klimaatkaarten uit de atlas. De kenmerken van temperatuur en neerslag kunnen interpreteren en verklaren. -Het weer in West-Europa begrijpen.



ACTUALITEIT:

DOELSTELLINGEN: De actualiteit in de pers op de voet volgen, en ruimtelijk en geografisch relevante artikels verzamelen. Deze kunnen kaderen in de leerstof van het SO.

LEERINHOUDEN: Een map aanleggen met bij elk artikel de gepaste kartografische informatie

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Handboeken

  • Geogenie 1 - leerwerkboek
  • Geogenie 2 - leerwerkboek
  • Geogenie 3 - leerwerkboek
  • Geogenie aso-wetenschappen 5 & 6 - leerboek (+ cd-rom) - (3de graad - 2uur)
  • Plantyn Algemene WereldAtlas
  • Vegetatiekaart/Klimaarkaart

Evaluatie

-Een aantal van de beoogde competenties wordt permanent geëvalueerd.

-Indien de deadline van een opdracht niet gerespecteerd wordt, dan kunnen de punten niet opgenomen worden in het geheel.

-Als bij groepstaak onvoldoende verantwoordelijkheid wordt opgenomen leidt dit tot een negatieve afronding van het semestercijfer.

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen75% Cartografie (35%), Kosmografie(10%), Klimatologie (30%)
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten25% Cartografie(15%), Actualiteit(10%)
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen80%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%