Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Communicatieve vaardigheden 2


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2010-11
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3166
Studiepunten 3 Studietijd 90 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans Ja

Docenten

  • Kelly Niomi
  • De Coninck Kristof
  • De Doncker Caroline

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Werkcollege
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties van Communicatieve Vaardigheden 1

Eindcompetentie

BALSO_02.01.2BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk isGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.3BALSO_02.01.3- De leraar kan luisteren naar gevoelens bij leerervaringen, fouten maken toelaten, positieve relaties tussen leerlingen stimuleren, voldoende feedback gevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.03BALSO_02.03 - De leraar kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.07BALSO_02.07 - De leraar kan strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.02BALSO_06.02 - De leraar kan met ouders/verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega's of externenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.03BALSO_06.03 - De leraar kan in overleg met het team communiceren met de ouders/verzorgers over het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit tussen de oudersGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.04BALSO_06.04 - De leraar kan met ouders/verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijsGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.05BALSO_06.05 - De leraar kan in Standaardnederlands of naargelang van de context in een ander passend register, adequaat in interactie treden met ouders en verzorgersGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_06.06BALSO_06.06 - De leraar kan strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige oudersGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.05BALSO_07.05 - De leraar kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.09BALSO_11.09 - De leraar kan verschillende soorten teksten op verschillende manieren en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) vertellenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.10BALSO_11.10 - De leraar kan verschillende soorten teksten (verhaal, gedicht, sprookje, …) op verschillende manieren (gewoon, vertellend, dramatiserend, interactief) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) voorlezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen



De student oefent zijn mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid, hij bezit de theoretische basis en oefent de volgende taalcompetenties in een gesimuleerde én reële omgeving in:

o Vertellen en voorlezen

o Een presentatie/uiteenzetting voorbereiden en houden

o Schrijven en lezen

o Het aannemen van een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding t.o.v. het publiek



De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk. Hij is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken. Dit toont hij aan in zijn portfolio.



De student beheerst de terminologie van de zinsontleding en kan foutieve zinnen en teksten corrigeren. De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out.



De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik, taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw.



De student heeft een specifieke ervaring opgedaan in enkele basisaspecten van communicatie: schrijven, spreken, luisteren, non-verbale taal en feedback.



De student kan volgende basisvaardigheden in communicatie adequaat toepassen in reële praktijksituaties en in het dagelijkse leven: schrijven, spreken, luisteren, non-verbale taal, feedback geven en ontvangen. Dit is terug te vinden in zijn portfolio.



De leraar als innovator en onderzoeker



De student kan feedback geven aan medestudenten en ontvangen van medestudenten tijdens presentatieoefeningen. Langs deze feedback kan hij de communicatieve vaardigheden van medestudenten en ook zijn eigen communicatieve vaardigheden bespreekbaar maken. Dit alles is terug te vinden in zijn portfolio.



De student kijkt kritisch naar zijn eigen leerproces. Aan de hand van eigen praktijkervaringen en door gebruik te maken van de feedback van anderen, formuleert hij voor zichzelf nieuwe werkpunten en stuurt hij zijn eigen leertraject bij. Dit alles is te vinden in zijn portfolio. 



De leraar als lid van een schoolteam



De student kan in Standaardnederlands in interactie treden met alle leden van het schoolteam.



De student kan een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruik maken van ondersteuning in schrift en beeld.



De student heeft een permanente aandacht voor de volgende attitudes:

o A1 beslissingsvermogen

o A2 relationele gerichtheid

o A3 kritische ingesteldheid

o A4 leergierigheid

o A5 organisatievermogen

o A6 zin voor samenwerking

o A7 verantwoordelijkheidszin

o A8 flexibiliteit

Inhoud

NEDERLANDSE TAALVAARDIGHEID

- Mondeling en schriftelijk taalgebruik, stemgebruik, lichaamstaal.

- Samenvatten, analyseren en schrijven van teksten, verslagen en reflecties.

- Spelling, grammatica, tekstopbouw

- Correct taalgebruik, zinsontleding, (o.a. de verwijzing, woordvolgorde, de samentrekking) en bepaalde taalkwesties zelf kunnen ontleden, verklaren en verbeteren.



COMMUNICATIE BINNEN EEN ONDERWIJSCONTEXT

- Vergadertechnieken: toepassing van een theoretisch referentiekader in een gesimuleerde praktijksituatie

- Het onderwijsleergesprek: de voorbereiding en uitvoering van deze werkvorm

- Klasmanagement: ordehandhaving (m.i.v. stopgedrag) en maatregelen m.b.t. duidelijkheid

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

Opmerking: Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten. Een zwaar tekort op het schriftelijke deel kan bij voorbeeld leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al is het portfolio ruim voldoende (en omgekeerd).

Berekening totaalscore

Algemene regel: de totaalscore is het gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden): 1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores) 2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar: *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is.

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Portfolio100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Portfolio50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50%