Begincompetentie
Eindcompetenties van opleidingsonderdelen die voor dit opleidingsonderdeel in het modeltraject van IRM zijn opgenomen:
- Engels 3
- Frans 3
- Project 1 interne communicatie
Eindcompetentie
INFORMATIEBEHEERDER
1A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.
1.1.De student verzamelt voor een complexere opdracht de vereiste, eventueel meertalige gegevens efficïënt via het internet en onderkent welke bronnen betrouwbaar en relevant zijn. Hij interpreteert welke informatie essentieel is in functie van de opdracht.
1.1.De student gebruikt het internet om een kennisdomein af te bakenen en zo grondig mogelijk alle onderdelen ervan in te vullen via een digitale mindmapping- of brainstormingstechniek.
1.1.De student kent de juiste wegen om landenprofielen op te stellen waarbij vooral de culturele eigenheid van een land op het vlak van communicatie en zakendoen uitvoerig uitgewerkt wordt.
1.1.De student verzamelt vanuit verschillende bronnen terminologie binnen een afgebakend domein, een semantisch veld.
1.3.De student gebruikt, onder begeleiding, het internet als werkinstrument (als een handboek, encyclopedie, vertalend en verklarend woordenboek of thesaurus) om interne en externe bedrijfsteksten op te stellen en/of bestaande teksten te reviseren/redigeren.
1.3.De student verwerkt de opgezochte gegevens, terminologie tot direct bruikbare informatie voor zichzelf en voor anderen. Hij analyseert, structureert, synthetiseert, rapporteert en presenteert deze informatie met de gepaste software.
1.3.De student maakt onder begeleiding van de lector een creatieve slideshow en maakt hierbij gebruik van de geavanceerde toepassingen van het programma MS PowerPoint.
1.5.De student laat de verwerkte informatie op een professionele en klantgerichte manier doorstromen naar anderen en volgt die doorstroming op.
COMMUNICATOR
2A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.
2.2., 2.3.De student voert externe gesprekken, vóór het project gestuurd door de docent met expliciete instructie en tijdens het project nog in beperkte mate begeleid. Hij houdt overtuigende klantengesprekken en onderhandelt met externen, presenteert zijn bevindingen op een overtuigende manier.
2.5.De student stelt externe bedrijfsteksten op, vóór het project gestuurd door de docent met expliciete instructie en tijdens het project nog in beperkte mate begeleid. Hij schrijft commerciële beeldschermteksten, wervende brieven, folderteksten.
2.7.De student neemt constructief deel aan vergaderingen, zonder sturing of begeleiding.
2.8.De student bereidt de vergadering voor, notuleert tijdens de vergadering, maakt een verslag op, zonder sturing of begeleiding.
2.3.De student presenteert zonder spreekschema voor het eigen management en voor een derde partij. De presentatie getuigt van commerciële feeling en inzicht in de belangen van de verschillende betrokken partijen die in het publiek zitten.
2.1.De student beheerst/kent het Engels, Frans en het Nederlands in die mate dat hij zich steeds vlotter uitdrukt in die talen. De student spreekt het Engels en Frans in professionele, schoolse of formelere context met een minimum aan fouten en let op non- en paraverbaal gedrag.
2.6.De student vertaalt commerciële, zakelijke teksten als een websitetekst of een verkoopbrief vlot vanuit het Engels of Frans naar het Nederlands en vanuit het Nederlands naar het Engels of Frans.
2.5., 2.9.De student redigeert houterige of foutieve vertalingen.
ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3A. Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.
3B. Hij kan daarvoor werkbare procedures opstellen: voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en op die manier ook het doelgerichte, planmatige handelen bij anderen bevorderen.
3C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.1.De student ondersteunt een complexer, internationaal project vanuit België, namelijk de opening van een nieuwe vestiging van een internationaal bedrijf in België en de organisatie van een evenement om die opening aan een ruim publiek kenbaar te maken.
3.1.De student pakt het project zelfstandig aan volgens de basisregels van projectmanagement.
3.1.De student plant de deelopdrachten van het project op basis van de tussentijdse deadlines die hem worden opgelegd. De student heeft vooraf duidelijk zicht op de hele opdracht, zodat zijn planning niet door onvoorziene opdrachten wordt verstoord. De student gaat hierbij goed met stress om.
3.2. De student beheert zijn eigen agenda op een accurate en gepaste manier en stemt zijn eigen agenda af op die van zijn medewerkers in het project.
3.3. De student organiseert zijn eigen vergaderingen: van voorbereiding over logistieke ondersteuning tot opvolging ervan.
BELEIDSADVISEUR/ONDERNEMER
4A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.
4B. Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.
4.1.De student werkt zich in de bedrijfsfilosofie van een buitenlands bedrijf in en houdt rekening met de waarden van dat bedrijf, wanneer hij de nieuwe vestiging voorbereidt en een evenement uitwerkt. Hij communiceert altijd vanuit de vooropgestelde bedrijfswaarden.
4.1.De student adviseert het management over een intercultureel verantwoorde omgang met de buitenlandse potentiële klanten en over de aspecten waarmee het bedrijf rekening moet houden als het zich vestigt in een multiculturele omgeving.
4.3.De student werkt een evenement uit dat past binnen de bedrijfsfilosofie.
4.4.De student denkt en handelt klantgericht.
KWALITEITSBEWAKER
5A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
5.1.De student voert een eigen SWOT-analyse uit over de competentie ‘planmatig en efficiënt werken in team’ en stelt op basis van die SWOT leerdoelen op voor het project.
5.3.De student reflecteert op zijn rol in een team, gestuurd door vragen van de docent. De student reflecteert op de resultaten van enkele opdrachten en trekt conclusies over zichzelf.
5.1., 5.3.De student is accuraat en staat kritisch tegenover zijn eigen werk en dat van teamleden: hij communiceert in alle mondelinge en schriftelijke genres duidelijk, correct (spelling, stijl, woordenschat), aantrekkelijk, gestructureerd en gepast met doel en doelgroep voor ogen en bewaakt dit voortdurend.
5.8.De student vat volledig zelfstandig een taak aan, werkt ze af en rapporteert erover.
5.8.De student bepaalt in grote mate zelf hoeveel tijd hij besteedt aan de opdrachten en welke kwaliteit hij wil bereiken.
5.9.De student voert taken uit met aandacht voor alle deelelementen, hoe klein ook, zodat hij een hoge mate van correctheid en volledigheid in gegevens en procedures bereikt. De student past zijn werk aan na feedback.
5.10.De student leeft zich voldoende in de verschillende stakeholders van het bedrijf in, zodat hij op een adequate manier met hen kan communiceren.
5.11.De student werkt in team en heeft een constructieve inbreng in dat team, de docent stuurt het teamwerk alleen in geval van problemen bij.
5.11.De student staat open voor culturele verschillen en verschillende bedrijfsculturen.
5.12.De student analyseert, beoordeelt en verantwoordt morele keuzes bij activiteiten van de organisatie/het bedrijf. De docent begeleidt hem hierbij.
5.12.De student past de methoden toe om de morele prestaties van een onderneming te meten. De docent begeleidt hem hierbij.
Inhoud
De module is verdeeld in acht weken les met oefeningen en opdrachten per onderdeel en vier weken project.
Tijdens de eerste acht weken komt de volgende inhoud aan bod:
Externe communicatie Nederlands
- schrijven voor het beeldscherm;
- overtuigend schrijven;
- verkoopbrief;
- verkooptechnieken;
- onderhandelen;
- argumenteren en discussiëren;
- presentatietechnieken.
Powerpoint
basisvoorwaarden om tot een goede presentatie te komen, (publiek, inhoud, visuele ondersteuning) checklist,
herhaling en uitbreiding basisfuncties, creatieve masters ontwerpen, verschillende soorten presentaties,
multimedia-instellingen, navigatie en animatie.
Internetatelier
- van (beperkte) website kritisch informatie filteren en synthese van 1 A4 maken
- agenda van een Europese top verbeteren aan de hand van modellen op het internet
- allerhande taalkwesties oplossen met de belangrijkste sites voor het Nederlands
- woorden, teksten en websites vertalen met verschillende vertaalsites en vergelijkend evalueren
- een overzicht opstellen van bruikbare naslagsites voor de vreemde talen
- met het internet bedrijfsgerichte semantische velden opstellen.
Engels en Frans vertalen
De student maakt vertalingen vanuit het Engels of Frans naar het Nederlands of omgekeerd. De versies worden kritisch vergeleken en hij krijgt feedback zowel van medestudenten als van de begeleidende docent. Daarnaast zijn er ook nog enkele sessies waarbij een pijnpunt bij het vertalen (b.v. interpunctie, hoofdlettergebruik) behandeld wordt.
Verder wordt de student getraind op het vertalen van zakelijke en commerciële teksten vanuit en naar het Engels, Frans en het Nederlands. Hij/zij leert creatieve oplossingen te zoeken voor vertaalproblemen en wordt zich steeds meer bewust van de mogelijke struikelblokken en interferentieproblemen bij het vertalen.
Project
Deze thema’s worden opnieuw geoefend en geëvalueerd in een vakoverschrijdend project gedurende lesweek 9-12 van module 2. De student maakt dan deel uit van de communicatieafdeling van een internationaal bedrijf en krijgt bedrijfsrealistische opdrachten. Hij verzorgt, onder beperkte begeleiding, de externe communicatie in het Nederlands, Frans en Engels en houdt daarbij rekening met de culturen van de verschillende doelgroepen.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Portfolio | | 100% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen met computer | | 100% |