Hoofdpagina | Bachelor in het informatiemanagement en de informatiesystemen
Communicatieve vaardigheden
Docenten
- Franssen Vicky Docente
- D'haeyere Ilse
- Vliegen Rita
Onderwijsvorm
- Werkcollege
- Oefensessie
- Groepswerk
- Zelfstudie
Begincompetentie
Schrijf- en presentatietechnieken, Frans 1 en Frans2, Engels1 en Engels2.
Eindcompetentie
2.A. De jonge professional communiceert omtrent een project zowel mondeling als schriftelijk, in het Nederlands, Engels en Frans, professioneel met alle betrokken partijen.
2.1.De jonge professional communiceert vlot, durft vragen stellen, kan probleemoplossend denken en durft hulp inroepen bij het bespreken van een opdracht.
2.2.De jonge professional kan zijn project vlot duiden, alsook de wijze waarop de invulling ervan tot stand kwam. Hij geeft een onderbouwde presentatie over de inhoudelijke facetten van het werk.
2.3.De jonge professional genereert op klare en klantvriendelijke wijze aanbevelingen en feedback.
2.4.De jonge professional functioneert constructief in een (multicultureel, multidisciplinair) team, met respect voor de inbreng van de anderen.
2.5.De jonge professional communiceert in het Nederlands, Frans en Engels, zowel mondeling als schriftelijk, met medewerkers, klanten, opdrachtgevers,
2.6.De jonge professional documenteert beroepsspecifieke informatie, ideeën, problemen en oplossingen en communiceert deze zowel aan specialisten als aan leken (zowel schriftelijk als via een presentatie).
Dit betekent meer concreet:
De student leert informatie voor een project bevragen bij klanten/eindgebruiker/opdrachtgever, op een correcte en respectvolle manier, volgens de regels van interviewen
De student leert informatie van een project uitleggen aan klanten/eindgebruiker/opdrachtgever, op een correcte en respectvolle manier, volgens de didactische regels
De student leert gericht te zoeken naar en zichzelf adequaat voor te bereiden op een vacature (solliciteren).
De student leert zich correct en succesvol uit te drukken en te verkopen bij het solliciteren, i.e., kan een c.v. opstellen, een begeleidende brief, kan antwoorden op typische vragen tijdens een sollicitatiegesprek.
De student leert de structuur kennen van persoonlijkheidstesten en beroepinteresse testen (solliciteren)
De student leert op een respectvolle, doch succesvolle manier te onderhandelen met anderen.
De student onderkent overreding- en overtuigingstechnieken of –tactieken (onderhandelen).
De student krijgt inzicht in bepaalde wetmatigheden bij/in informatie-uitwisseling en discussies in kleine, taakgerichte groepen.
De student kan syntheses van informatie maken en hierover gepast communiceren.
De student kan technische informatie op een gepaste manier aan specialisten en niet-specialisten briefen.
De student denkt en handelt klantvriendelijk en kan dat tot uiting brengen in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie.
De student functioneert constructief in team en is respectvol voor de inbreng van anderen en toont dit door een aangepaste communicatieve vaardigheid.
De student kan medestudenten evalueren en feedback geven op een respectvolle en educatieve manier.
ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3.B. De jonge professional plant zijn werk in tijd, stelt prioriteiten en haalt deadlines, ook als hij onder (zware) stress staat.
3.2.De jonge professional onderscheidt hoofd- en bijzaken, en stelt op basis daarvan prioriteiten.
3.3.De jonge professional maakt een werkplanning op en volgt deze ook effectief.
3.4.De jonge professional leert efficiënt te blijven functioneren onder (redelijk) zware werkdruk.
Dit betekent meer concreet:
De student moet zich houden aan de deadlines voor de individuele taken alsook voor de taken in team.
De student krijgt op voorhand een puntenverdeling van de deeltaken en kan adhv dit correctieschema zijn taken organiseren.
KWALITEITSBEWAKER
5.A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.3.De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten.
5.4.De jonge professional werkt accuraat, met aandacht voor alle relevante details.
5.7.De jonge professional denkt ook lateraal (=breed).
5.8.De jonge professional gaat discreet en ethisch om met informatie.
5.4. betekent meer concreet
De student kijkt zijn werk na en checkt dit o.a. op taal- en stijlfouten, al dan niet via relevante taalbronnen om zijn werk te checken en te verbeteren.
Inhoud
Nederlands
1. solliciteren: analyse noden arbeidsmarkt en vacatures, brief, c.v., gesprek, persoonlijkheidstesten.
2. interviewtechnieken: belang luisteren en info vergaren van de eindgebruiker, klant, opdrachtgever.
3. didactische principes: belang info overbrengen aan de eindgebruiker, klant, opdrachtgever.
4. onderhandelen, argumenteren, discussiëren, overtuigen, overreden, verkoopstechnieken.
5. analyse van bepaalde wetmatigheden bij/in informatie-uitwisseling bij kleine taakgerichte groepen
6. aanvullend en ad hoc bepaalde topics uit volgend aanbok: presentatietechnieken, interculturele communicatie, notuleren, rapporteren, feedback genereren, …
Zowel schriftelijke vaardigheden (Nederlands taalgebruik, spelling) als mondelinge vaardigheden (presenteren, lesgeven, simulaties, groepsgesprekken, discussies, …) (samen 50%) als inhoud van de cursus (samen 50%) worden geëvalueerd in dit vak.
Engels
1. interculturele communicatie
2. solliciteren
3. tekststudie
Frans
1. interculturele communicatie
2. solliciteren
3. tekststudie
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
De evaluatie is als volgt verdeeld over de onderdelen Nederlands, Frans en Engels:
Eerste examenkans:
Nederlands: 50% permanente evaluatie 50% schriftelijk examen
Engels: 20% permanente evaluatie 80% mondeling examen
Frans: 20% permanente evaluatie 80% mondeling examen
Tweede examenkans:
Nederlands 100% mondeling examen
Engels 100% mondeling examen
Frans 100% mondeling examen
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | | 35% | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | | 25% | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Mondeling examen | | 40% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | | 100% |