Hoofdpagina | Bachelor in het informatiemanagement en de informatiesystemen
Zingeving, ethiek en deontologie 1
Docenten
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Oefensessie
- Hoorcollege
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindtermen Secundair onderwijs: levensbeschouwelijke vakken
Eindcompetentie
5. BEROEPSROL: KWALITEITSBEWAKER
5.A. De jonge professional staat bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen in voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.B. De jonge professional levert bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.
Voor de rol van kwaliteitsbewaker betekent dit:
5.10. De jonge professional onderkent ethische, deontologische en maatschappelijke vragen in zijn beroepscontext en neemt hierbij een beredeneerd standpunt in.
5.3. De jonge professional bouwt een kwaliteitsvolle redenering, waarbij hij rekening houdt met beroepsspecifieke inzichten, ervaringen, bevindingen en gewoonten.
5.11. De jonge professional benadert creatief en daadkrachtig de beroepsspecifieke problemen (bv. operationele problemen bij implementatie van een nieuw systeem).
Dit betekent:
1. De student is bekend met een aantal basisbegrippen uit de ethiek en met een methode om morele dilemma’s en vraagstukken systematisch te analyseren.
2. De student is in staat een stakeholdersanalyse te maken.
3. De student kan zijn eigen handelen kritisch evalueren.
4. De student kan waarden en normen van zichzelf en van anderen herkennen en respecteren.
5. De student kan onderscheid maken tussen feiten, vermoedens en meningen.
6. De student kan denken in verschillende tijdschalen: hij kan een onderscheid maken tussen korte en lange termijn aanpak.
7. De student is in staat om in zijn beslissingsproces naast efficiëntie en effectiviteit, ethische criteria mee te wegen
8. De student is in staat om zijn beslissingen op een gestructureerde wijze op te bouwen.
9. De student is in staat zijn keuze op een onderbouwde wijze te verantwoorden.
10. De student is op de hoogte van de belangrijkste hedendaagse stromingen binnen de ethiek.
11. De student benoemt en analyseert integriteitvraagstukken en kan er met anderen over communiceren.
12 . De student is in staat een aantal concrete gevallenstudies met een ethisch bril te ‘lezen’.
13. De student verwoordt en verantwoordt zijn eigen ethisch referentiekader.
14 . De student is moreel competent.
Inhoud
Zowel in ons professioneel als in ons privé-leven worden we geregeld geconfronteerd met moeilijke, ethische keuzes. De cursus traint de vaardigheid om met dergelijke keuzes om te gaan. We leren de ethische dimensie in ons beroep te herkennen, een ethisch dilemma te analyseren en onze uiteindelijke beslissing te verantwoorden. Hiervoor reikt de cursus de nodige denkgereedschappen aan. We plaatsen deze morele competentie in ons levensbeschouwelijk referentiekader.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Praktische ethiek. Van dilemma naar standpunt
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | | 100% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | | 100% |