Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Engels 4


Studiepunten0Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Rouneau Inge
  • Ginckels Willem
  • Rouneau Inge
  • Lauryssen Willem

Onderwijsvorm

  • Oefensessie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties Engels 3 (interne communicatie).

Eindcompetentie

1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.
2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.
3.C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.
5.A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5.B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.

De student vervolmaakt zich zowel in mondelinge als in schriftelijke externe communicatie.
Na feedback reviseert de student vlekkeloos.
De student toont interesse in, staat open voor en bestudeert en begrijpt de culturele achtergronden en de culturele verschillen van en binnen de Engelstalige wereld.
De student kent wat van de Engelstalige wereld (op basis van een selectie aan voorgestelde onderwerpen): diens wezen en verwezenlijkingen, grondslagen en mijlpalen, veranderingen en evolutie, diens perceptie en beïnvloeding van en door alsook interactie met andere culturen.
De student doet peer teaching: hij geeft het opgezochte en onderzochte door aan medestudenten die daarover kunnen ondervraagd worden.
De student houdt een semi-professionele presentatie, houdt rekening met zijn doelpubliek, heeft de informatie die hij doorgeeft goed in zich opgenomen, straalt daardoor zelfvertrouwen uit en antwoordt spontaan op vragen.
Hij maakt onderscheid tussen verschillende taalregisters, beoogt communicatieve doeltreffendheid door zich te richten naar de doelgroep, ook wat specifieke, culturele aspecten betreft.
De student is zich bewust van zijn eigen sterktes en zwaktes wat betreft het Engels en neemt initiatief om de leemtes in zijn eigen taalgebruik op te vullen door extra oefeningen te maken, te lezen, te luisteren of contacten te zoeken met anderstaligen.
De student tolkt een gesproken Engelse tekst, presentatie of speech resumerend en consecutief naar het Nederlands. Hij gebruikt hierbij een correcte en vlotte taal met aandacht voor structuur, uitspraak en intonatie.
De student tolkt een eenvoudige Nederlandse tekst, presentatie of speech resumerend en consecutief naar het Engels. De student spreekt grammaticaal correct Engels met een goede uitspraak en juiste intonatie.

Europese schaal: C1

Inhoud

Engelstalige wereld: tenminste 2/3 20ste eeuw/eigentijds, ten hoogste 1/3 diachronisch. Net iets teveel om hier op te sommen, zie cursus.
Grammatica: komt nog slechts als herhaling of als steun bij spreken en schrijven aan bod.
Leesvaardigheid: vooral als hulpmiddel ter verkenning van de Engelstalige wereld maar ook tot mondelinge communicatievaardigheid.
Spreekvaardigheid: vooral op basis van gelezen, bestudeerd maar ook bekeken/beluisterd materiaal; 1 peer teaching talk.
Zakelijk Engels: externe communicatie: vooral klantgericht: complaints, advertising and PR, appointments and introductions.
zes units uit Emmerson (Business English Handbook)
Woordenschat: phrasal verbs, Anglo-Saxon glossary.

Tolken:
In de workshop tolken ligt de nadruk op mondelinge vaardigheden. In het begin wordt er vooral getolkt van het Engels naar het Nederlands. De onderwerpen van de tolkoefeningen zijn zakelijk of hebben betrekking op cultuur. Ook taalproblemen die voorkomen bij communicatie tussen verschillende culturen komen aan bod.
Ook simulaties van concrete professionele opdrachten die een adequate mondelinge taalbeheersing van de Engelse taal vereisen komen aan bod, zoals bvb. het voeren van complexe telefoongesprekken.
Later wordt er meer aandacht besteed aan tolken naar het Engels. De studenten schrijven zelf een Nederlandse speech die de culturele verschillen tussen België en een land naar keuze duidelijk maakt. De andere studenten tolken deze speeches resumerend of consecutief naar het Nederlands.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Engels 4 taal en wereld

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Empire How Britain Made The Modern World Pbk Ed 2004

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Engels 4 tolkopdrachten
  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
  • Evaluatie

    Voor beide examenkansen wordt het eindcijfer bepaald door het gewogen rekenkundig gemiddelde van de deelopleidingsonderdelen. Het gewicht van de deelopleidingsonderdelen wordt bepaald door het aantal studiepunten voor de respectievelijke deelopleidingsonderdelen: voor Engels 4 taal en wereld is het gewicht 3 en voor Engels 4 tolkopdrachten is het gewicht 3.

    Engels 4 taal en wereld
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen60%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten40%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%
    Engels 4 tolkopdrachten
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen100%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Tussentijdse evaluatie100%