Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement

Project 1 interne communicatie


Studiepunten0Creditcontract mogelijkJa
Programmajaar2Examencontract mogelijkJa

Docenten

  • Hermans Christina
  • Huylebroeck Ingrid
  • Haesaert Leen
  • Huylebroeck Ingrid
  • Hermans Christina
  • Dala Nadia

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties van opleidingsonderdelen die voor dit opleidingsonderdeel in het modeltraject van IRM zijn opgenomen:
Nederlands 1
Nederlands 2 (IRM)
Office tools 1
Bedrijf en maatschappij
Bedrijf en interne organisatie (IRM), waaronder ook Office tools 2
Europaproject/China vandaag

Basiskennis Engels (Intercultural Communication wordt in het Engels gedoceerd)

Eindcompetentie

INFORMATIEBEHEERDER
1A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.

1.1.De student verzamelt voor eenvoudige zoekopdrachten de vereiste, eventueel meertalige gegevens efficïënt via het internet en onderkent welke bronnen betrouwbaar en relevant zijn. Hij interpreteert, met hulp, welke informatie essentieel is in functie van de opdracht.
1.1.De student zoekt zelfstandig praktijkvoorbeelden van grafische technieken op het internet, in boeken, tijdschriften en kranten met als doel het theoretische gedeelte aan medestudenten visueel voor te stellen.
1.3. De student ontwikkelt, onder begeleiding, een eigen zoekstrategie om doelgericht bronnen te vinden, hanteert hierbij de beste zoektermen en zoekmachines en evalueert zijn zoekresultaten.
1.3.De student verwerkt de opgezochte gegevens tot direct bruikbare informatie. Hij analyseert, structureert, synthetiseert, rapporteert en presenteert deze informatie met de gepaste software. Hij krijgt hierbij gedetailleerde instructies van de docent. Hij presenteert de resultaten volgens een opgelegd patroon.
1.3.De student analyseert op zelfstandige basis, maar deel uitmakend van een groep, een gedeelte van de leerstof van het vak grafische technieken en kleurenleer en maakt hier een korte schriftelijke synthese van.
1.3.De student maakt in groep, op aanwijzingen van de lector een huisstijlenhandboek en verzorgt zelfstandig de lay-out ervan.



COMMUNICATOR
2A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.

2.2.De student voert interne gesprekken, voor het project sterk gestuurd door expliciete instructies en tijdens het project nog steeds begeleid door de docent. Hij rapporteert, neemt actief deel aan vergaderingen, neemt een interview af dat vooraf in grote mate voorbereid werd in samenspraak met de docent.
2.3.De student presenteert met spreekschema de synthese van het hoofdstuk van grafische technieken en/of kleurenleer aan zijn medestudenten. Hij zorgt voor een schriftelijke neerslag voor elke student. Hij maakt gebruik van een overheadprojector.
2.5.De student stelt interne bedrijfsteksten op, vóór het project sterk gestuurd door expliciete instructies en tijdens het project nog steeds begeleid door de docent: interculturele memo’s, interculturele rapporten, brieven en/of e-mails, een artikel in een personeelsblad.
2.7.De student neemt constructief deel aan vergaderingen op een manier zoals het vooraf geïnstrueerd werd door de docent en met een agenda als leidraad.
2.8.De student bereidt de vergadering voor, notuleert tijdens de vergadering, maakt een verslag op volgens een vooraf gegeven voorbeeld.


ORGANISATOR/COÖRDINATOR
3A. Als organisator/coördinator kan de jonge professional volgens de basisregels van projectmanagement elke nieuwe beroepsspecifieke opdracht analyseren en planmatig aanpakken en oplossen.
3B. Hij kan daarvoor werkbare procedures opstellen: voor zichzelf, voor medewerkers, voor de leidinggevende en op die manier ook het doelgerichte, planmatige handelen bij anderen bevorderen.
3C. De jonge professional kan zijn werk in tijd plannen, prioriteiten stellen, deadlines halen, ook als hij onder (zware) stress staat.

3.1.De student ondersteunt een mooi afgebakend, internationaal project vanuit België, namelijk de introductie van een nieuwe, buitenlandse medewerker, onder begeleiding van de docent.
3.1.De student pakt het project aan volgens de basisregels van projectmanagement op basis van een stramien dat hem door de docent werd aangeleverd.
3.1.De student plant de deelopdrachten van het project op basis van de tussentijdse deadlines die hem worden opgelegd. De student heeft vooraf duidelijk zicht op de hele opdracht, zodat zijn planning niet door onvoorziene opdrachten wordt verstoord. De student gaat hierbij goed met stress om.
3.2. De student beheert zijn eigen agenda op een accurate en gepaste manier en stemt zijn eigen agenda af op die van zijn medewerkers in het project.
3.3. De student organiseert zijn eigen vergaderingen: van voorbereiding over logistieke ondersteuning tot opvolging ervan.


BELEIDSADVISEUR/ONDERNEMER
4A. Als beleidsadviseur/ondernemer kan de jonge professional de visie, strategie van het management begrijpen, de draagwijdte ervan vatten zodat hij de implementatie ervan adequaat kan ondersteunen.
4B. Hij kan een advies formuleren en verantwoorden op basis van beroepsgebonden informatie en zo bijdragen tot de beleidsvoering.

4.1.De student werkt zich in de visie en doelstellingen van zijn manager in en houdt rekening met de waarden die de manager vooropstelt, wanneer hij de intercultureel verantwoorde introductie van een nieuwe buitenlandse medewerker uitwerkt.
4.1.De student adviseert het management op intercultureel vlak, volgens een model dat hem door de docent werd aangeleverd en vanuit inzicht in (inter-)persoonlijke, situationele en culturele factoren in interculturele communicatie.
4.3.De student stelt een actieplan en communicatieplan op voor het onthaal van een nieuwe, buitenlandse medewerker en verantwoordt de keuzes die hij maakt.
4.4.De student denkt en handelt klantgericht onder begeleiding.


KWALITEITSBEWAKER
5A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
5B. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen een bijdrage leveren tot het verbeteren van de kwaliteit van zijn beroepsomgeving.

5.3.De student reflecteert samen met de andere studenten en de lector over zijn eigen masterontwerp, hij kan zijn ontwerp verantwoorden en is bereid na het gesprek dit eventueel verder aan te passen.
5.3.De student reflecteert over zijn/haar eigen cultureel referentiekader en onderzoekt welke impact dit heeft op het eigen functioneren in groep.
5.3.De student reflecteert op zijn rol in een team, gestuurd door vragen van de docent.
5.5.De student maakt onder begeleiding creatieve grafische ontwerpen. Hij gaat hierbij zeer nauwkeurig te werk en houdt rekening met de basisprincipes van het vak grafische technieken.
5.8.De student vat vrij zelfstandig een taak aan, werkt ze vrij zelfstandig af en rapporteert erover.
5.9.De student is accuraat: hij communiceert in alle mondelinge en schriftelijke genres duidelijk, correct (spelling, stijl, woordenschat), aantrekkelijk, gestructureerd en gepast met doel en doelgroep voor ogen en bewaakt dit voortdurend.
5.11.De student werkt op een professionele manier samen in een groter team rond een specifieke opdracht: de student verdeelt binnen het team zelfstandig de taken.
5.11.De student toont respect voor interculturele verschillen en (h)erkent de meerwaarde van diversiteit in concrete situaties.
5.11.De student heeft een constructieve inbreng binnen een groep met respect voor de inbreng van de anderen.
5.11. De student toont respect voor interculturele verschillen.

Inhoud

De module is verdeeld in acht weken les met oefeningen en opdrachten per onderdeel en vier weken project.

Tijdens de eerste acht weken komt de volgende inhoud aan bod:

Interne communicatie Nederlands

- spelling, taalbeheersing, woordenschatuitbreiding
- rapporteren (formeel rapport, vorderingsrapport, memo)
- het communicatieplan
- schrijven in het algemeen (schrijfproces, briefing, media)
- vergaderen (vergadertechnieken, opbouw vergadering, notuleren, vergaderverslagen)
- interviewtechnieken
- het personeelsblad en journalistieke artikels
- e-mail en nettiquette, verzoekbrief
- introductie van nieuwe medewerkers


Internetatelier

- een zoekstrategie ontwikkelen, exploratief zoeken en zoektermen opstellen
- zoekmachines: wat zijn ze, hoe werken ze, wat is het verschil tussen een zoekmachine en een directory, wat maakt een zoekmachine uniek en de belangrijkste zoekmachine vergelijkend beoordelen
- bronnen evalueren aan de hand van de criteria auteur, uitgever, actualiteit, doelgroep en bronnenvermelding.


Grafische computervaardigheden

-Word
Concept Arma Lease: ontwerpen en aanpassen van een "serviceboekje".
Werken met lange documenten, verbeteringen aanbrengen, tekst- en tekenopmaak, aanpassen van titels (opmaakprofielen), werken in outlineview, pagina-eindes aanbrengen, krantenstijlen, secties, werken met figuren/tekenen in Word, paginanummering, kruisverwijzing, Kop- en voetteksten, voet- en eindnoten, inhoudsopgave, index.
+ extra toepassing

-Grafische technieken
inleiding: lay-outlijnen, contrast, grootte, dikte, letterfamilies, vorm, richting, kleur, herhaling, structuur
pagina-opmaak: bladspiegel, zetspiegel, kolommenzetspiegel, algemene regels voor opmaak
basisbegrippen
huisstijl

-Kleurenleer
definitie van kleur, kleurencirkel, kleurcontrasten, cmyk en rgb, kleurenbetekenis binnen design, basisbegrippen

-Publisher
Basisbegrippen, wizardgebruik, tekstopmaak, afdrukken, werken met objecten, werken met hulpgereedschappen, lay-out, frames, Word-art, kleurenschema's en achtergronden, opmaakprofielen, sjablonen.


Intercultural Communication

Dagelijkse omgang met collega’s, klanten, managers, ouders, leerlingen uit andere culturen kan boeiend zijn, maar daarom niet altijd zo evident. Inzicht krijgen in de verschillen die andere culturen met zich meebrengen en de meerwaarde hiervan positief weten te hanteren, is zonder meer een vereiste om de interculturele samenwerking en communicatie optimaal te laten verlopen. Dit deel van een opleidingsonderdeel brengt de nodige inzichten, vaardigheden en praktische handvaten om effectief om te gaan met diversiteit in je toekomstige werksituatie, maar ook in je dagelijkse omgaan met anderen.
Om dat te kunnen bereiken, wordt van de studenten verwacht dat ze met elkaar in interactie treden en eigen ervaringen inbrengen. Volgende deelgebieden komen aan bod:
- het eigen interculturele referentiekader;
- modellen en concepten van cultuur en interculturele communicatie;
- concrete toepassingen en cases.


Project

Deze thema’s worden opnieuw geoefend en geëvalueerd in een vakoverschrijdend project gedurende lesweek 9-12. De student maakt dan deel uit van de interne communicatieafdeling van een multinational en krijgt bedrijfsrealistische opdrachten. Hij verzorgt de interne communicatie rond het onthaal van een nieuwe medewerker uit het buitenland (westers of oosters land afhankelijk van het traject). De student wordt hierbij nog sterk begeleid door de docenten.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Intercultural communication

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Projectopdrachten project 1

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Microsoft Publisher 2007

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Het gewicht van de deelopleidingsonderdelen wordt bepaald door het aantal studiepunten voor de respectievelijke deelopleidingsonderdelen: voor Intercultural communication is het gewicht 2 (van 8), voor Projectopdrachten project 1 is het gewicht 6 (van 8).

Op het mondelinge examen is geen voorbereidingstijd voorzien. De student wordt verondersteld vanuit parate kennis te antwoorden op vragen van de docenten over de projectopdrachten.

Intercultural communication
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten100%
Projectopdrachten project 1
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Portfolio80%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Mondeling examen20%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen met computer100%