Hoofdpagina | Bachelor in het officemanagement
Nederlands 1
Docenten
- Hermans Christina
- Lauryssen Godelieve
- Lauwereys Marleen
Onderwijsvorm
- Oefensessie
- Zelfstudie
- Werkcollege
- Groepswerk
Begincompetentie
De kennis en vaardigheden verworven tijdens het secundair onderwijs voor het vak Nederlands .
Eindcompetentie
1.A. Als informatiebeheerder kan de jonge professional met de gepaste ICT-tools eventueel meertalige gegevens efficiënt verzamelen, verwerken tot in beroepscontext direct bruikbare informatie, die informatie beheren en doen doorstromen naar anderen.
- De student kent nuttige taalbronnen van het Nederlands en gebruikt deze om informatie te verzamelen, te verwerken en op te slaan.
- De student verwijst naar bronnen die hij heeft gebruikt.
- De student maakt syntheses met behulp van bouwplannen en vaste structuren.
2.A. Als (meertalige) communicator toont de jonge professional aan dat hij via de geijkte kanalen een boodschap in verschillende talen zowel mondeling als schriftelijk aan de juiste doelgroep kan doorgeven; die boodschap bevat accurate, duidelijke, (qua vormgeving) aantrekkelijke informatie, aangepast aan de specifieke doelgroep. Hij kan voor opvolging zorgen indien nodig.
- De student past zich aan verschillende doelgroepen aan bij het uitwerken van schriftelijke en mondelinge opdrachten na begeleiding door de docent.
- De student leert zich uitdrukken in algemeen Nederlands zowel schriftelijk als mondeling.
- De student past de spelling en grammatica van het Nederlands correct toe en hij kent de bronnen om deze informatie eventueel op te zoeken en te checken.
- De student breidt zijn woordenschat van het Nederlands uit.
- De student hanteert een gevarieerde woordenschat bij het formuleren van schriftelijke communicatievormen en past theorie van taalbeheersing en spelling correct toe.
- De student schrijft syntheses en beknopte zakelijke teskten zoals brieven en e-mailberichten met expliciete instructies van de docent.
5.A. Als kwaliteitsbewaker kan de jonge professional bij de uitoefening van de verschillende beroepsrollen instaan voor de kwaliteit van zijn eigen werkuitvoering.
- De student is voldoende accuraat: hij schrijft korte zakelijke teksten zoals brieven en e-mailberichten, samenvattingen, ... met aandacht voor correcte spelling en grammatica, doel- en doelgroepgericht schrijven en klantvriendelijkheid.
- De student kent leesstrategieën en past zijn leesstrategie aan naargelang de doelstelling van het lezen.
- De student is kritisch bij het selecteren van bronnen van informatie.
Inhoud
In Nederlands 1 trainen en oefenen studenten in de vaardigheden lezen en schrijven. Deze kennis en vaardigheden zijn de basis voor het vervolmaken van dezelfde vaardigheden in vreemde talen.
Veel aandacht gaat naar taalstudie: spelling en taalbeheersing. Taalbeheersing en spelling in theorie en oefeningen worden aangeboden tijdens contacturen en aangevuld met zelfstudie.
Lezen: leesstrategieën, kritisch lezen van diverse genres van teksten.
Schrijven: schrijven in stappen, lezersgericht schrijven, syntheses maken aan de hand van bouwplannen en vaste structuren, e-mailberichten en brieven opstellen.
De studenten oefenen en trainen deze vaardigheden afzonderlijk maar ook gecombineerd.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Handboeken
- Zakelijke communicatie: schriftelijk
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | | 100% | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | | 100% |