Hoofdpagina | Bachelor in de autotechnologie
Microcontrollers labo (3 AT 04)
Bachelor in de autotechnologie |
2011-12 |
2 |
60 uur |
Derde Opleidingsfase |
|
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
De studenten kunnen verschillende soorten computers duiden aan de hand van hun
gebruik.
De studenten kunnen een blokschema van een computersysteem opstellen.
Ze kunnen alle onderdelen en verbindingen benoemen, en kennen er de functie van.
Ze kennen de inwendige werking van een eenvoudig computermodel wat betreft:
- het opstarten van de computer
- programmaverloop
- interrupts
- opvoeren van de performantie
- invloed van een OS
De studenten hebben een basiskennis van datacommunicatie
De studenten hebben basisnoties van talstelsels (binair, decimaal, hexadecimaal) en
codes (ASCII, UNICODE, digitale codes)
Eindcompetentie
PB _a_02 | PB _a_02 - Het vermogen tot verwerven en verwerken van informatie | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB _a_04 | PB _a_04 - Het vermogen tot projectmatig werken | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB _b_02 | PB _b_02 - Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complete probleemsituaties in de beroepspraktijk | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB _b_03 | PB _b_03 - Het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB_a_01 | PB_a_01 - Denk- en redeneervaardigheid | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB_a_03 | PB_a_03 - Het vermogen tot kritische reflectie | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
PB_k | PB _k - Kennis | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
De student moet een opgave kunnen oplossen, met behulp van het studiemateriaal. De
moeilijkheidsgraad van de opgaven verloopt progressief tijdens de lesweken. De begeleiding wordt
minder intensief naarmate de lessen vorderen. (PB a1)
Niet alle onderdelen van de leerstof worden uitdrukkelijk behandeld. De student moet op zelfstandige
basis deze informatie verwerken om de opgaven te kunnen oplossen.
(PB a2)
Indien een programma (opgave) niet werkt moet de student op een kritische manier zijn werk
analyseren. In de eerste opgaven worden de alternatieven samen met de studenten bekeken.
Naarmate de lessen vorderen moeten de studenten dit zelfstandig doen.
(PB a3)
De student moet een algemene opdracht omzetten in een flowchart, daarna in een programma en
tenslotte het programma debuggen.
(PB a4)
Om een algemene opdracht om te zetten in een specifieke oplossing moet de student zelfstandig
oplossingsgericht werken. Een flowchart is hierbij onmisbaar. Tijdens de oefeningen worden deze dan
ook gebruikt om een opgave te bespreken en een oplossing te analyseren. Deze flowcharts moeten
rekening houden met alle aspecten van de beoogde realisatie.
(PB b2)
Zonder een zinvolle oplossingsstrategie kan geen oplossing bekomen worden. Naarmate de
oefeningen complexer worden is een gestructureerde aanpak onvermijdelijk. Bij het bespreken van
een oplossing worden verschillende oplossingsstrategieën besproken.
(PB b3)
De student moet beschikken over een parate kennis van digitale systemen. Tijdens de hands-on
training wordt uitgelegd wat de betekenis en juiste interpretatie is van de gegevens die door de
fabrikant ter beschikking wordt gesteld. Zonder die kennis is de student niet in staat om de beoogde
competenties waar te maken.
(PB k)
Inhoud
- MCS51 compatibele microcontroller;
- Instructieset;
- Geheugenstructuur;
- Interruptverwerking;
- Elementaire omzettingen (hex-bcd-binair-decimaal);
- Gebruik van tabellen;
- Gebruik van een LCD scherm;
- Gebruik van software tijdsvertragingen;
- Parallelle input en output;
- Seriële interface in communicatie met een PC;
- Timers voor het afpassen van tijden (met interrupt);
- Timers als counter (met interrupt);
- Analoog naar digitaal omvormer;
Studiematerialen
The World Wide Web
ftp://telescript.denayer.wenk.be
Starterkit van docent.
Eigen cursus docent.
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Praktijkexamen | 80% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Praktijkexamen | 100% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 20% | |