Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Master of Science in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT

Masterproef (0910MAeict05)


Opleiding Master of Science in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT Academiejaar 2011-12
Studiepunten 20 Studietijd 550 uur
Creditcontract mogelijkJa
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
AardVerplicht QuoteringPunt op 20
Tweede examenkansJa Tolereerbaar Neen

Docenten

  • Meel Jan

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

    Begincompetentie

    Als voorbereiding op de masterproef moeten de meeste opleidingsonderdelen van de academische
    bachelor
    of het schakeljaar vanuit een professionele bachelor gevolgd zijn.

    Eindcompetentie

    MA_AVMA_AV - CommunicatievaardighedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_IV_01MA_IV_01 - Probleemoplossend vermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_IV_02MA_IV_02 - Praktische vaardighedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_IV_03MA_IV_03 - Multidisciplinair samenwerkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_KIMA_KI - Diepgaande technische kennisGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_OV_01MA_OV_01 - Kritische reflectie en onderzoekende houdingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
    MA_OV_02MA_OV_02 - Uitvoeren van onderzoekGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

    Leerresultaten

    Een masterproef is een technologisch project dat gericht is op het concreet realiseren van een
    innovatie. Deze innovatie vergt de uitwerking van een technologische oplossing waarbij
    ingenieurskennis moet vergaard en creatief toegepast worden. In het kader van de masterproef moet
    innovatie begrepen worden als het tot stand brengen van een nieuw (of vernieuwend) product, proces
    of dienst waarbij een technologische oplossing zich opdringt. Nieuw of vernieuwend moet hier
    geïnterpreteerd als nieuw of vernieuwend voor de student. De vereiste kennis moet duidelijk de
    kennis overstijgen die in het curriculum reeds als verworven mag aangenomen worden.
    De masterproef moet daarom aan drie basisvereisten voldoen:
    de probleemstelling is een concreet ingenieursprobleem (technologische
    onderzoekscomponent) ;
    het probleem vraagt om een creatieve oplossing waarvoor de ingenieurskennis die in het
    curriculum werd verworven niet volstaat maar aangevuld moet worden
    (kennisverwervingscomponent) ;
    de aanpak gebeurt wetenschappelijk.

    Inhoud

    Een inleidend hoofdstuk bevat de vertaling van het probleem in correcte technisch-wetenschappeljike
    termen
    Waar toepasselijk bevat het werk een literatuurstudie.
    De tekst bevat een correcte bibliografie en systematische verwijzingen ernaar.De informatie is op een
    overzichtelijke wijze samengebracht.
    Uit de rapportering blijkt dat de student de informatie heeft geïnterpreteerd i.f.v. de probleemstelling.
    Uit de opbouw van het werk blijkt dat de student een logisch gestructureerde methode heeft
    gebruikt.Verschillende standpunten en mogelijke alternatieven worden tegenover elkaar geplaatst en
    het beargumenteerde standpunt van de student komt duidelijk tot uiting.
    Kritische bedenkingen worden geformuleerd.
    Een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen verworven informatie en persoonlijke creatieve
    inbreng..
    De tekst en presentatie zijn duidelijk en bevatten de noodzakelijke informatie die op een klare manier
    is gepresenteerd in tekst, figuren, tabellen, bijlagen, ..., gebruik makend van een correcte en
    wetenschappelijke taal.
    De uitwerking van tekst en presentatie gebeurt met eigentijdse hulpmiddelen.
    Waar relevant omvat de rapportering ook andere concrete werkstukken, apparatuur, software, ….,
    vergezeld van de nodige beschouwingen inzake bruikbaarheid(sbeperkingen), essentiële theoretische
    onderbouw, ….

    Studiematerialen

    een handleiding rond organisatie, inhoud en vorm van de masterproef is beschikbaar

    Evaluatie

    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Geïntegreerde evaluatie15% De evaluatie gebeurt op basis van de volgende deelaspecten: - Een verslag dat tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131, wordt een score van minder dan 6/20 toegekend wanneer deze deadline niet gerespecteerd wordt en wordt een score NA toegekend wanneer het verslag niet wordt ingediend); - een presentatie voor een interne jury ; - het proces (indien van toepassing).
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Geïntegreerde evaluatie85% De evaluatie gebeurt op basis van de volgende deelaspecten: - Het proces; - Het product, dit bestaat minstens uit de masterproeftekst die tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131 wordt een score NA toegekend wanneer de tekst niet wordt ingediend.); - De presentatie met verdediging voor een jury. Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef.
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Geïntegreerde evaluatie100% De evaluatie gebeurt op basis van - Het product, dit bestaat minimaal uit de masterproeftekst die tijdig moet ingediend worden (conform met de dep aanvulling bij het OER art 131 wordt een score NA toegekend wanneer de tekst niet wordt ingediend); - de presentatie met verdediging voor een jury; - het proces (indien van toepassing). Op elk van deze deelaspecten moet minstens 9/20 behaald worden om te kunnen slagen op de masterproef.