Begincompetentie
De student beheerst de beginselen van het objectgericht programmeren, kent concepten zoals objecten/klassen/oververing/..., en heeft enige programmeerervaring in Java of een gelijkaardige taal.
kan op basis van stapsgewijze verfijning een algoritme voor het oplossen van een groot probleem ontwikkelen;
kan een complex algoritme omzetten in een programma;
kan de basiswerking van een computersysteem en een communicatiesysteem beschrijven
kan op basis van stapsgewijze verfijning een algoritme voor het oplossen van een groot probleem
ontwikkelen;
kan een complex algoritme omzetten in een programma;
kan de basiswerking van een computersysteem en een communicatiesysteem beschrijven.
Evaluatie
Objectgericht ontwerpen,theorie (1011ABAeict310a) |
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Mondeling examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen met mondelinge voortzetting | 100% | | Objectgericht programmeren 1 (1011ABAeict310c) |
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Mondeling examen | 50% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen met computer | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 100% | | Objectgericht ontwerpen,practica (1011ABAeict310b) |
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |