Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in de intensieve zorgen en de spoedgevallenzorg

Klinisch onderwijs spoedgevallen - sem 1


Opleiding Bachelor in de intensieve zorgen en de spoedgevallenzorg Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer IZ-SPGZ_7140
Studiepunten 12 Studietijd 360 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Vanspauwen Carl
  • Vandeweyer Dirk
  • Matthys Karel
  • Snoeckx Dominique

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

    Begincompetentie

    Eindcompetenties 'Bachelor in de verpleegkunde'

    Eindcompetentie

    VPK_1VPK_1 - De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudesExpertniveau
    VPK_1.01VPK_1.01 - Verantwoordelijkheid, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheidExpertniveau
    VPK_1.01.1VPK_1.01.1 - Empathie: Bewust zijn van anderen (collega’s, patiënten/cliënten, cliëntsysteem) in eigen omgeving en rekening houden met hun referentiekader, gevoelens, behoeften en wensen.Expertniveau
    VPK_1.01.2VPK_1.01.2 - Verantwoordelijkheidszin: Actief en autonoom de nodige acties ondernemen om de opdrachten gebonden aan het beroep en omgang met anderen naar waarde te volbrengen.Expertniveau
    VPK_1.01.3VPK_1.01.3 - Kritische ingesteldheid: Voortdurende kritische reflectie op eigen handelen/ eigen positie.Expertniveau
    VPK_1.01.4VPK_1.01.4 - Aanpassingsvermogen en stressbestendigheid: Efficiënt blijven functioneren vóór, tijdens en na nieuwe/moeilijke situaties, onder sterke druk, bij tegenslagen/fouten of kritiek.Expertniveau
    VPK_1.02VPK_1.02 - Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team: Uitwisselen, met wederzijds respect, teneinde een vertrouwens- en professionele relatie aan te gaan met individuen, cliëntsysteem, sociale groepen (inbegrepen met de cliënten met communicatieve beperkingen) en met collega’s en andere disciplines/ organisaties.Expertniveau
    VPK_1.03VPK_1.03 - Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen: Inzicht hebben in eigen grenzen, waarden en normen- respect hebben voor de persoonlijkheid, waarden en normen van anderen- handelen op een deskundige, menswaardige en juridisch verantwoorde wijze in functie van het welzijn van het cliëntsysteemExpertniveau
    VPK_1.04VPK_1.04 - Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen: Onderscheid maken tussen professionele rol en niet-professionele rollen (bv. familie, sociale relaties)- de kwaliteit van de cliëntenzorg niet laten beïnvloeden door niet-professionele rollen- bewuste keuzes maken in functie van het persoonlijk evenwicht.Expertniveau
    VPK_2VPK_2 - De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat: Verpleegkundige zorg verlenen conform de wet op de verpleegkunde, aangepast aan de specifieke zorgbehoeften/gezondheidsproblemen en de belevingswereld van de cliënt en cliëntsysteem, op basis van wetenschappelijke kennis, klinisch inzicht, expertise en systematiek.Expertniveau
    VPK_2.05"VPK_2.05 - Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief: Zorg verlenen vanuit een brede theoretische basis en aangepast aan de concrete situaties. Gegevens vanuit verschillende bronnen kritisch beoordelen, er de kern, de verbanden en patronen uithalen en conclusies trekken. "Expertniveau
    VPK_2.06VPK_2.06 - Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde: Systematische observaties en gegevensverzameling over de menselijke reacties op de gezondheidstoestand en levensomstandigheden van cliënten en cliëntsysteem, rekening houdend met relevante fysieke, psychische, sociale, culturele, spirituele aspecten en omgevingsfactoren.Expertniveau
    VPK_2.07VPK_2.07 - Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden: Tekenen van normale en gewijzigde gezondheid, leed, nood, ziektetoestand of handicap herkennen in de personen, de verpleegproblemen hieruit afleiden en mogelijke oorzaken onderzoeken (PES = probleem – etiologie – symptomen.)Expertniveau
    VPK_2.08VPK_2.08 - Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem: Bewust van de doelen op korte en lange termijn, een aangepast en geïndividualiseerd verpleeg-/zorgplan opmaken volgens de noden van- en in overleg met de cliënt/ cliëntsysteem, en in overleg met de andere disciplines. Dit verpleegplan wordt continu aangepast.Expertniveau
    VPK_2.09"VPK_2.09 - Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren: Totaalzorg verlenen met integratie van de fysieke, psychische, emotionele en sociale aspecten met als doel de cliënt zo snel mogelijk te helpen in het herwinnen van zijn autonomie, gezondheid en/of welzijn. Veiligheid bevorderen en verwikkelingen voorkomen, inclusief in de verplaatsingen, infectiecontrole, eerste hulp en urgentieprocedures. Veilig en menswaardig behandelingen en verpleegtechnische handelingen uitvoeren. Cliënten en cliëntsysteem informeren, ondersteunen, adviseren en educatie geven. "Expertniveau
    VPK_2.10VPK_2.10 - De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen: Continu nagaan in welke mate de vooropgestelde doelstellingen bereikt zijn, hoe ze bereikt werden en in welke mate er nadelige gevolgen zijn van de (be)handelingen. Zonodig de (termijnen van de) doelstellingen, het zorgplan en/of de werkwijze aanpassen.Expertniveau
    VPK_2.11"VPK_2.11 - Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren: Accuraat observaties, planning en zorg rapporteren, registreren en documenteren, gebruikmakend van de gepaste technologieën. De handelingswijze vastleggen (wanneer ze afwijkt van standaardprocedures en/of protocollen) met het oog op juridisch perspectief "Expertniveau
    VPK_2.12"VPK_2.12 - Primaire en secundaire preventie toepassen. Preventie op alle niveaus is:‘Bijdragen tot het bevorderen van de gezondheid, tot het voorkomen en herstellen van ziekten, verwikkelingen, psychisch disfunctioneren en tot het voorkomen van ongevallen. De verpleegkundige neemt gepaste structurele en faciliterende maatregelen om gezonde keuzes te ondersteunen (primaire preventie). Ze observeert, detecteert en signaleert vroegtijdig specifieke kenmerken van risicopopulaties (secundaire preventie)."Expertniveau
    VPK_3VPK_3 - De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorgExpertniveau
    VPK_3.13VPK_3.13 - De zorg organiseren en coördineren: De intra-, trans- en extra-murale zorgactiviteiten doeltreffend en efficiënt op elkaar afstemmen rekening houdend met de zorgbehoeften van de cliënt en cliëntsysteem, de samenwerking tussen de disciplines en de diensten, de beschikbare tijd en middelen en met bijzondere aandacht voor informatiedoorstroming.Expertniveau
    VPK_4VPK_4 - De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg: Zich verder professioneel ontwikkelen en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg verhogen.Expertniveau
    VPK_4.14VPK_4.14 - Handelen in functie van kwaliteitszorg: De criteria van kwaliteit van zorg opvolgen in de dienstverlening: Doeltreffend, efficiënt, veilig, rechtvaardig, tijdig, continu, multi- en interdisciplinair, cliëntgericht, volgens de juridische reglementering en wetenschappelijk gefundeerd.Expertniveau
    VPK_4.15"VPK_4.15 - Zich professioneel ontwikkelen: De verantwoordelijkheid opnemen voor eigen professionele ontwikkeling en ‘levenslang leren’. Gebruik maken van verpleegkundig wetenschappelijke vakliteratuur: kritisch lezen, analyseren, vergelijken en de betekenis ervan herkennen en afleiden voor de (eigen) verpleegkundige praktijk. "Expertniveau
    VPK_5VPK_5 - De verpleegkundige als LID VAN HET TEAM werkt intra- en interprofessioneel samen om de visie en de doelen van de zorg te realiseren: Vanuit erkenning van- en respect voor ieders deskundigheid een actieve bijdrage leveren aan het gezamenlijke doel, nl. optimale totaalzorg en continuïteit in de zorg met oog voor kwaliteitsnormen- meewerken aan het voorkomen en oplossen van problemen en conflictenExpertniveau
    VPK_5.16VPK_5.16 - Medestudenten begeleiden: Medestudenten ondersteunen en constructief feedback geven bij het aanleren van verpleegkundige vaardigheden en verwerken van kennis.Expertniveau
    VPK_5.17VPK_5.17 - Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken binnen het verpleegkundig team: Een actieve bijdrage leveren aan het gezamenlijke doel van het team, constructief bijdragen in (en leiden van) teamvergaderingen, besluiten toepassen en conflicten constructief helpen oplossen.Expertniveau
    VPK_5.18VPK_5.18 - Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen: Vanuit kennis van en respect voor deskundigheidsgebieden van de verschillende disciplines in het team overleggen met als doel optimale totaalzorg en continuïteit in de zorg, met oog voor kwaliteitsnormen.Expertniveau
    VPK_6VPK_6 - De verpleegkundige als LID VAN DE SAMENLEVING vervult een rol in de samenleving in functie van gezondheid en welzijn: Openstaan voor diversiteit in de samenleving en de verpleegkunde als beroep kaderen in het brede gezondheidszorg- en welzijnsbeleid.Expertniveau
    VPK_6.19VPK_6.19 - Open staan voor diversiteit in de samenleving: De verpleegkundige benadert zowel collega’s gezondheidswerkers als de cliënt en zijn omgeving vanuit een fundamenteel respect voor ieders persoonlijke, sociale, culturele, etnische en religieuze eigenheid.Expertniveau
    VPK_6.20VPK_6.20 - Positief bijdragen tot de profilering van het beroep: De verpleegkundige is zich bewust van de rol die hij/zij kan spelen in de maatschappelijke beeldvorming over de verpleegkundige en draagt bij tot een positieve beeldvorming over de verpleegkunde.Expertniveau
    VPK_6.21VPK_6.21 - Open staan voor het economisch, sociaal en ethisch beleid binnen de gezondheidszorg: Student staat open voor tendensen en evoluties in het sociaal, economisch en ethisch beleid. Student is zich bewust van de gevolgen van het verpleegkundig handelen op economisch, sociaal en ethisch vlak en levert van daaruit een bijdrage in cliëntenbesprekingen en discussies’.Expertniveau

    Leerresultaten

    1. De verpleegkundige als PERSOON

    1.01 Verantwoordelijkheid, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid

    1.01.1 Empathie


    - de student kan met inlevingsvermogen en geduld de cliënten en familieleden benaderen en zorg verlenen

    1.01.2 Verantwoordelijkheidszin

    - de student kan het eigen handelen verantwoorden en in alle omstandigheden accuraat handelen

    - de student is besluitvaardig en assertief in het oplossen van problemen

    1.01.3 Kritische ingesteldheid

    - de student kan voortdurend kritisch reflecteren over het eigen handelen, vraagt feedback en maakt hier optimaal gebruik van

    1.01.4 Aanpassingsvermogen en stressbestendigheid

    - de student maakt keuzes en kan zich snel en accuraat aanpassen aan wisselende omstandigheden

    - de student kan eigen emoties en gevoelens bespreekbaar maken en kan bijdragen tot het beheersen van stresssituaties

    1.02 Een verpleegkundige professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team

    - de student kan vertrouwen scheppen, actief luisteren, gepaste

    gesprekstechnieken toepassen, eigen emoties beheersen en opkomen voor

    het welzijn van de cliënt

    1.03 Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen

    - de student heeft respect voor de waarden en normen van de cliënt,

    respecteert de privacy en is alert voor verpleegkundige ethische vragen

    en dilemma's

    - de student kent de specifieke wetgeving binnen intensieve zorgen en spoed

    1.04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen

    - de student kan psychische en fysieke belasting bij zichzelf en anderen inschatten en bespreekbaar maken

    - de student kan bewust keuzes maken om een evenwicht te vinden tussen de professionele en niet-professionele rol

    2. De verpleegkundige al KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVRAGER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat

    2.05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief

    -de student kan relevante gegevens uit verschillende bronnen kritisch

    beoordelen en wetenschappelijke kennis aanwenden in de zorgverlening

    - de student kan nauwkeurig en betrouwbaar participeren in

    wetenschappelijk onderzoek en problemen, fouten en onvolkomenheden

    signaleren

    2.06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde

    - de student kan klinische symptomen, klachten en vitale parameters

    observeren, bewaken, interpreteren, rapporteren en registreren

    - de student kan gestructureerd relevante en volledige gegevens verzamelen en weergeven volgens prioriteiten

    2.07 Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden

    - de student kan verpleegproblemen en -diagnoses identificeren, verbanden leggen en prioriteiten weergeven

    2.08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem

    - de student kan haalbare doelstellingen bepalen, bijsturen, alsook geïndividualiseerde zorgplannen opmaken en continu bijsturen

    2.09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren

    - de student kan relevante informatie geven aan cliënt en familie

    - de student kan technische verpleegkundige verstrekkingen en

    toevertrouwde geneeskundige handelingen correct toepassen en kan de

    materialen en apparaten hanteren

    - de student kan procedures, standaardverpleegplannen en staande orders toepassen en medische voorschriften correct uitvoeren

    - de student kan de prehospitaal procedures en procedures van rampengeneeskunde accuraat toepassen

    - de student kan de vitale functies ondersteunen en/of overnemen en

    autonoom, correct en handig de verpleegkundige zorg uitvoeren

    2.10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen

    - de student kan de kwaliteit van de verleende zorg evalueren op basis

    van de doelstellingen en de verpleegkundige basisprincipes en waar nodig

    bijsturen

    2.11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren

    - de student kan tijdig, volledig, relevant, beknopt en gestructureerd

    rapporteren en een verpleegkundig dossier opmaken en actualiseren

    2.12 Primaire en secundaire preventie toepassen

    - de student kan gericht gezondheidsrisico's opsporen en in overleg

    gepaste maatregelen treffen, de cliënt motiveren en adviseren en gepaste

    educatie geven

    - de student kan verwijzing bespreken in het multidisciplinair team en de cliënt doorverwijzen naar de geschikte instanties

    3. De verpleegkundige al ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg

    3.13 De zorg organiseren en coördineren

    - de student kan prioriteiten stellen, leiding en toezicht aanvaarden,

    gepast overleggen met betrokken disciplines/instanties en de nodige

    intra-, trans- en extramurale instanties contacteren

    - de student kan defecten en onvolkomenheden van materialen herkennen,

    melden en laten herstellen, en houdt zich op de hoogte van het aanbod

    aan materieel en de ontwikkelingen hierrond

    - de student voert planmatig en correct logistieke en administratieve taken uit en delegeert waar nodig

    - de student kan constructief kritisch reflecteren op het systeem van de verpleegkundige zorgorganisatie

    4. De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het  bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg

    4.14 Handelen in functie van kwaliteitszorg

    - de student kan de verpleegkundige zorg systematisch analyseren in

    functie van de kwaliteitscriteria en het eigen handelen bijsturen

    4.15 Zich professioneel ontwikkelen

    - de student kan actief deelnemen aan veranderingsprocessen

    - de student kan relevante wetenschappelijke vakliteratuur kiezen en de gegevens objectief gebruiken

    - de student kan verpleegkundige thema's presenteren, en actief op zoek

    gaan naar mogelijkheden om inzichten en vaardigheden te verbreden en te

    verdiepen

    5. De verpleegkundige als LID VAN HET TEAM werkt intra- en

    interprofessioneel samen om de visie en de doelen van de zorg te

    realiseren


    5.16 Medestudenten begeleiden

    - de student kan gerichte instructie geven aan studenten en nieuwe

    collega's, superviseren bij het uitvoeren van nieuwe handelingen en

    psychosociale problemen herkennen en erkennen

    5.17 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken binnen het verpleegkundige team

    - de student kan effectief en efficiënt met de juiste teamleden

    informatie uitwisselen, advies en hulp vragen/geven, collegiaal

    samenwerken en flexibel inspelen op wisselende situaties

    - de student kan een informatie- en overlegvergadering gepast leiden

    - de student kan constructief bijdragen tot het oplossen en het  voorkomen van conflicten

    - de student kan aangrijpende of schokkende gebeurtenissen van teamleden

    tijdens de zorgverlening bespreekbaar maken in het verpleegkundig en

    multidisciplinair team

    5.18 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen

    - de student kan met de verschillende disciplines constructief

    samenwerken en suggesties doen i.v.m. kwaliteitsbevorderende

    initiatieven

    6. De verpleegkundige als LID VAN DE SAMENLEVING vervult een rol in de samenleving in functie van gezondheid en welzijn

    6.19 Open staan voor diversiteit in de samenleving


    - de student kan in de omgang met het cliëntsysteem en de leden  van het

    multidisciplinair team rekening houden met hun culturele, religieuze,

    etnische en maatschappelijke achtergrond en de verpleegkundige zorg

    hieraan aanpassen

    6.20 Positief bijdragen tot de profilering van het beroep

    - de student is zich bewust van de rol die hij/zij kan spelen in de

    maatschappelijke beeldvorming over de verpleegkundige en draagt bij tot

    een positieve beeldvorming over de verpleegkunde

    6.21 Open staan voor het economisch, sociaal en ethisch beeld binnen de gezondheidszorg

    - de student kan de mogelijkheden en problemen op het gebied van

    economisch, sociaal en ethisch beleid binnen de gezondheidszorg

    bespreken met collega-verpleegkundigen en andere disciplines

    Inhoud

    - 200 uren stage op spoedgevallen

    - opmaken stageverslagen

    Studiematerialen

    Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

    Cursussen

    • Cursus

    Toledo (Digitale leeromgeving)

    • Online studiemateriaal

    Evaluatie

    Stageverslag en stage bepalen elk 50 % van de punten. De student moet op beide geslaagd zijn om te kunnen slagen voor het opleidingsonderdeel.  Tweede examenkans is enkel mogelijk voor stageverslag.

    Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Opdrachten50% Stageverslag
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50% Stageverslag
    Eerste examenkans - deel 1Eerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie50% Permanente evaluatie: stagepraktijk