Hoofdpagina | Bachelor in de journalistiek
Redactievaardigheden 2
Bachelor in de journalistiek |
2011-12 |
nvt |
JOU_5185 |
5 |
150 uur |
Tweede Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
- Dala Nadia
- Janssen Marianne
- Roosens Erik
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Zich in woord en geschrift correct kunnen uitdrukken in de Nederlandse taal, hoofdzaken van bijzaken kunnen onderscheiden, rekening houden met de ruimte- en of tijds-beperkingen van zijn product, besef hebben van de noodzakelijkheid van bepaalde informatie vanwege de logica van het verhaal; basaal inzicht hebben in de adequaatheid van woordkeuze, in mogelijke creatieve stijlvormen en de gebruiksmogelijkheden van beide in de journalistiek; op deadline kunnen werken
Logische en chronologische ordeningen kunnen aanbrengen; kunnen ordenen op grond van structuurconventies van het gekozen genre; kunnen ordenen op basis van relevantie (omgekeerde piramidebouw); kan,
ondersteund door anderen, eenvoudige journalistieke producten,vervaardigen in diverse genres, en dat voor een geschreven medium dat zich richt op een breed publiek
Eindcompetentie
JOU_BS_01 | JOU_BS_01 - Zicht hebben op de brede maatschappelijke context waarin nieuwsfeiten zich voordoen. | Doorgroeiniveau |
JOU_BS_02 | JOU_BS_02 - Plannen en organiseren van journalistiek werk | Doorgroeiniveau |
JOU_BS_04 | JOU_BS_04 - Informatie presenteren in een adequate journalistieke vorm voor diverse media | Doorgroeiniveau |
Leerresultaten
- Zich kunnen bedienen van journalistieke genres en bijbehorende stijltechnieken.
- Koppen, tussenkoppen, titels en onderschriften adequaat kunnen gebruiken.
- Informatie creatief kunnen verwerken tot een samenhangend en logisch geheel.
- Kunnen werken met combinaties van woord, beeld en geluid.
- Informatie kunnen uitdrukken in vlotte spreektaal.
Je bent zelf in staat om in een ruime en soms onoverzichtelijke hoeveelheid van informatie de relevante onderwerpen te kiezen en te selecteren, die geschikt zijn voor de doelgroep van je medium. Je kunt relevante invalshoeken bedenken die geschikt zijn voor je medium. Je toetst je informatie steeds aan de selectiecriteria van het nieuws.
Inhoud
De studenten leren wat nieuws is en hoe ze zo een journalistiek product maken.
Ze leren een interview afnemen en uitschrijven en een portret maken.
Ze leren hoe je teksten schrijft voor printmedia, radio en televisie en hoe je een stuk opbouwt.
Ze leren schrijven voor schermen.
De studenten leren om inzichten te verwerven in de eigenheden van de spreektaal televisie en leren het verschil herkennen met de geschreven taal uit kranten en tijdschriften.
Ze moeten deze spreektaal televisie ook kunnen toepassen.
Ze verwerven inzichten in de opbouw en de structuur van een eenvoudig nieuwsitem op televisie: ze leren het verband tussen beeld, voice-over en quotes, alsook de inhoudelijke en technische opbouw van een nieuwsitem.
Ze leren ook ze zich moeten voorbereiden op een draaidag.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Radiojournalistiek
- Stijlboek: voor wie helder wil schrijven
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Online studiemateriaal
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 100% | Studenten herschrijven de intro van een geschreven nieuwsartikel uit een krant en maken er een vlotte intro in spreektaal van voor een televisie-uitzending, namelijk een intro die de presentator vanuit de studio aan de kijkers geeft.
De studenten krijgen ruw beeldmateriaal aangereikt van een bestaand nieuwsitem en maken hier (op papier) een kort TV-nieuwsitem van. De studenten maken zelf voice-overs op dit beeldmateriaal. De studenten mogen de volgorde van het beeldmateriaal veranderen (op papier) en indien er quotes aanwezig zijn, mogen zij deze quotes integreren in hun nieuwsitem.
| Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 100% | Studenten herschrijven de intro van een geschreven nieuwsartikel uit een krant en maken er een vlotte intro in spreektaal van voor een televisie-uitzending, namelijk een intro die de presentator vanuit de studio aan de kijkers geeft.
De studenten krijgen ruw beeldmateriaal aangereikt van een bestaand nieuwsitem en maken hier (op papier) een kort TV-nieuwsitem van. De studenten maken zelf voice-overs op dit beeldmateriaal. De studenten mogen de volgorde van het beeldmateriaal veranderen (op papier) en indien er quotes aanwezig zijn, mogen zij deze quotes integreren in hun nieuwsitem.
|