Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in de verpleegkunde

Verpleegkundige diagnostiek en interventies 2


Opleiding Bachelor in de verpleegkunde Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer VPK_679
Studiepunten 6 Studietijd 180 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Proost Lien
  • De Blaeser Liesbeth
  • Kuhn Ernestina
  • De Duytsche Remko
  • Pauwels Femke

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Practicum
  • Werkcollege

Begincompetentie



Eindcompetenties opleidingsonderdeel "Anatomie, fysiologie en pathologie 1" (semester 1, 1e programmajaar basisopleiding)

Eindcompetenties opleidingsonderdeel "Verpleegkundige diagnostiek en interventies 1" (semester 1, 1e programmajaar basisopleiding)

Eindcompetenties opleidingsonderdeel " Verpleegkundige vaardigheden " ( semester 1, 1° programmajaar basisopleiding).

Eindcompetentie

VPK_1VPK_1 - De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudesVerdiepen
VPK_1.01VPK_1.01 - Verantwoordelijkheid, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheidVerdiepen
VPK_2VPK_2 - De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat: Verpleegkundige zorg verlenen conform de wet op de verpleegkunde, aangepast aan de specifieke zorgbehoeften/gezondheidsproblemen en de belevingswereld van de cliënt en cliëntsysteem, op basis van wetenschappelijke kennis, klinisch inzicht, expertise en systematiek.Verdiepen
VPK_2.05"VPK_2.05 - Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief: Zorg verlenen vanuit een brede theoretische basis en aangepast aan de concrete situaties. Gegevens vanuit verschillende bronnen kritisch beoordelen, er de kern, de verbanden en patronen uithalen en conclusies trekken. "Verkennen
VPK_2.06VPK_2.06 - Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde: Systematische observaties en gegevensverzameling over de menselijke reacties op de gezondheidstoestand en levensomstandigheden van cliënten en cliëntsysteem, rekening houdend met relevante fysieke, psychische, sociale, culturele, spirituele aspecten en omgevingsfactoren.Verdiepen
VPK_2.07VPK_2.07 - Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden: Tekenen van normale en gewijzigde gezondheid, leed, nood, ziektetoestand of handicap herkennen in de personen, de verpleegproblemen hieruit afleiden en mogelijke oorzaken onderzoeken (PES = probleem – etiologie – symptomen.)Verdiepen
VPK_2.08VPK_2.08 - Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem: Bewust van de doelen op korte en lange termijn, een aangepast en geïndividualiseerd verpleeg-/zorgplan opmaken volgens de noden van- en in overleg met de cliënt/ cliëntsysteem, en in overleg met de andere disciplines. Dit verpleegplan wordt continu aangepast.Verdiepen
VPK_2.09"VPK_2.09 - Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren: Totaalzorg verlenen met integratie van de fysieke, psychische, emotionele en sociale aspecten met als doel de cliënt zo snel mogelijk te helpen in het herwinnen van zijn autonomie, gezondheid en/of welzijn. Veiligheid bevorderen en verwikkelingen voorkomen, inclusief in de verplaatsingen, infectiecontrole, eerste hulp en urgentieprocedures. Veilig en menswaardig behandelingen en verpleegtechnische handelingen uitvoeren. Cliënten en cliëntsysteem informeren, ondersteunen, adviseren en educatie geven. "Verdiepen
VPK_2.10VPK_2.10 - De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen: Continu nagaan in welke mate de vooropgestelde doelstellingen bereikt zijn, hoe ze bereikt werden en in welke mate er nadelige gevolgen zijn van de (be)handelingen. Zonodig de (termijnen van de) doelstellingen, het zorgplan en/of de werkwijze aanpassen.Verdiepen
VPK_2.11"VPK_2.11 - Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren: Accuraat observaties, planning en zorg rapporteren, registreren en documenteren, gebruikmakend van de gepaste technologieën. De handelingswijze vastleggen (wanneer ze afwijkt van standaardprocedures en/of protocollen) met het oog op juridisch perspectief "Verdiepen
VPK_2.12"VPK_2.12 - Primaire en secundaire preventie toepassen. Preventie op alle niveaus is:‘Bijdragen tot het bevorderen van de gezondheid, tot het voorkomen en herstellen van ziekten, verwikkelingen, psychisch disfunctioneren en tot het voorkomen van ongevallen. De verpleegkundige neemt gepaste structurele en faciliterende maatregelen om gezonde keuzes te ondersteunen (primaire preventie). Ze observeert, detecteert en signaleert vroegtijdig specifieke kenmerken van risicopopulaties (secundaire preventie)."Verdiepen
VPK_3VPK_3 - De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COÖRDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorgVerkennen
VPK_3.13VPK_3.13 - De zorg organiseren en coördineren: De intra-, trans- en extra-murale zorgactiviteiten doeltreffend en efficiënt op elkaar afstemmen rekening houdend met de zorgbehoeften van de cliënt en cliëntsysteem, de samenwerking tussen de disciplines en de diensten, de beschikbare tijd en middelen en met bijzondere aandacht voor informatiedoorstroming.Verkennen
VPK_4VPK_4 - De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg: Zich verder professioneel ontwikkelen en de kwaliteit van de verpleegkundige zorg verhogen.Verdiepen
VPK_4.14VPK_4.14 - Handelen in functie van kwaliteitszorg: De criteria van kwaliteit van zorg opvolgen in de dienstverlening: Doeltreffend, efficiënt, veilig, rechtvaardig, tijdig, continu, multi- en interdisciplinair, cliëntgericht, volgens de juridische reglementering en wetenschappelijk gefundeerd.Verkennen

Leerresultaten

Context



Het gemeenschappelijke einddoel van dit verpleegkundig opleidingsonderdeel is het verwerven van  inzichten  in enkele verpleegproblemen en interventies bij verschillende specifieke groepen zorgvragers.

Deze verpleegkundige inzichten zijn gebaseerd op wetenschappelijke achtergrondkennis ( o.a. anatomie) . Hij/zij kent de zorgvraag en specifieke professionele aanpak van de chronische patiënt ( hier toegepast op de zorgvrager met diabetes mellitus), de patiënt met acute gezondheidsproblemen ( de heelkundige patiënt en de patiënt met spijsverteringsproblemen) en de oudere zorgvrager.





1 De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes

1.01    Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context




De student toont zich verantwoordelijk voor zijn leerproces. Hij/zij noteert zelfstandig en nauwkeurig tijdens de hoorcolleges en durft vragen om verduidelijking.

Vraagt feedback

Erkent zijn leerpunten na er op gewezen te zijn.

De student neemt zelf initiatief om de procedures in te oefenen tot deze op verantwoorde wijze en volgens de aangeleerde methode zelfstandig en nauwkeurig kunnen uitgevoerd worden.


2 De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat

2.05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief


De student verantwoordt de verpleegkundige activiteiten in eenvoudige zorgsituaties op basis van de kennis van het functioneren van de gezonde mens ( anatomie en fysiologie) .



2.06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde


De student herkent klinische symptomen, klachten en somatische veranderingen in eenvoudige situaties


2.07 Relevante verpleegproblemen en - diagnoses en behoeften in eenvoudige zorgsituaties identificeren


De student bespreekt potentiële problemen/behoeften die kunnen voorkomen bij een zorgvrager ( chronische/acute patiënt) en dit in een éénvoudige klinische situatie.


2.08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem


De student maakt een aangepast zorgplan op aan de hand van eenvoudige patiëntensituaties


2.09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren


De student kan correcte informatie en aanwijzingen geven aan de cliënt over de uit te voeren verpleegkundige zorg - De student handelt volgens de verpleegkundige basisprincipes in eenvoudige situaties en past de procedures en protocollen correct toe.

Voert de verpleegkundige zorg vlot en handig uit in eenvoudige situaties en houdt rekening met de verpleegkundige basisprincipes.

Neemt maatregelen ter bescherming van de eigen veiligheid.



2.10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen



De student evalueert de verleende zorg aan de hand van de vooropgestelde doelstellingen en de verpleegkundige basisprincipes.


2.11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren


De student rapporteert en maakt hierbij gebruik van de juiste terminologie en in geëigende vaktaal ( schriftelijk en mondeling)



2.12 Primaire en secundaire preventie toepassen



De student kan de meest voorkomende gezondheidsrisico's herkennen bij de zorgvragers uit de verschillende besproken patiëntengroepen.



3. De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COORDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg.

3.13
De zorg organiseren en coördineren

De student kan prioriteiten stellen in de zorg voor een cliënt in eenvoudige zorgsituaties.



4 De verpleegkundige als PROFESSIONAL levert een bijdrage aan het bevorderen van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg 1

4.14 Handelen in functie van kwaliteitszorg




De student omschrijft de kwaliteitscriteria van de verpleegkundige zorg

Reflecteert over de kwaliteit van het eigen verpleegkundig handelen en stuurt deze, indien nodig, bij





Inhoud


Module acute zorg





De patiënt met acute zorgvraag (de verpleegkundige zorgen bij een heelkundige patiënt en bij een patiënt met problemen ter hoogte van maag en darm)



De student maakt kennis met de zorg voor een heelkundige patiënt en verwerft basisinzichten in pré - en de postoperatieve medische en verpleegkundige zorgen ( theorie en praktijk).



Onderwerpen:



  • Basisbegrippen in verband met heelkunde

  • Pré – operatieve voorbereiding: fysieke, psychische en medische aspecten

  • Post-operatieve zorg ( m.i.v. een bespreking van potentiële complicaties)


  • Basisinzichten rond wondzorg



  • De verbandleer



  • Pré – operatief scheren, droog aseptische wondzorg, het verwijderen van wondhechtingen



Vanuit een theoretische basiskennis ( o.a. anatomie van het spijsverteringsstelsel) komt men tot het verantwoord uitvoeren van een aantal zorgen zoals het plaatsen van een maagsonde, het uitvoeren van een maagtubage, het toedienen van sondevoeding , het spoelen van de maag en enkele zorgen aan het duodenum. Deze verpleegtechnische vaardigheden worden gedemonstreerd en uitgebreid besproken zoals de indicaties, de complicaties en de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen.  In deze context zijn er ook rekenoefeningen voorzien in het berekenen van de inloopsnelheid van de sondevoeding. 



Het spreekt voor zich dat deze vaardigheden grondig moeten geoefend worden tijdens de voorziene momenten alvorens deze uit te voeren tijdens de stage.







Module chronische zorg






Deel 1: De geriatrische patiënt





 Hoofdstuk 1 : Situering ouderenzorg & oudere zorgvrager



  • Demografische evoluties & uitdagingen 21ste eeuw

  • Domein van de gerontologie & de geriatrie

  • Het geriatrisch profiel: inhoud & betekenis in de verpleegkundige praktijk

  • het biologische verouderingsproces & de verpleegkundige implicaties


 Hoofdstuk 2 : De dementerende oudere

  • Specifieke verpleegkundige zorg

  • Verpleegkundige benaderingswijzen

  • Verpleegkundige omgang met gedragsproblemen bij dementie


  


Hoofdstuk 3: Organisatie ouderenzorg & woonvormen



  • Zorgprogramma geriatrie

  • Woonzorgdecreet

  • Katzschaal

  • ADL-hulpmiddelen


Deel 2: chronische zorg



De student maakt kennis met de problematiek van de diabetespatiënt. Dit omvat zowel theoretische als specifieke verpleegtechnische interventies. De student is in staat om de patiënteninformatie en educatie te geven op persoonlijk gebied. Hij leert de glycaemie bepalen en medicatie toedienen en helpt de patiënt zijn voeding en gewicht in balans te houden. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de psycho-sociale problemen. De student wordt gestimuleerd om de technische vaardigheden te oefenen en voor te bereiden in het skillslab op de campus alvorens een stageperiode aan te vatten. De oefensessies doen immers het zelfvertrouwen van de student groeien en dragen bij tot de kwaliteit van de geboden zorg.



Hoofdstuk 1 : Inleiding



  • Diabetes in cijfers

  • Soorten diabetes

  • Pathofysiologie van diabetes


Hoofdstuk 2 : Verpleegkundige aspecten bij diabetes



  • Symptomen & risicofactoren van diabetes

  • Diagnostisch proces

  • Complicaties van diabetes op korte & lange termijn

  • Behandeling: medicatie, educatie, dieet & beweging

  • Glycemiebepaling & insulinetherapie


Skillslab



Gedurende deze sessies oefenen de studenten de aangeleerde verpleegtechnische interventies onder toezicht van een docent. Zij krijgen, indien nodig, begeleiding en feedback. Bovendien kunnen de studenten zichzelf en medestudenten evalueren door gebruik te maken van de toetslijsten en het cursusmateriaal.


Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Handboek Wondzorg

Evaluatie

Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel dien je 10/20 op het totaal te behalen.



Indien je op één van de afzonderlijke delen van het theoretisch gedeelte (acute zorg/chronische zorg) minder dan 7/20 behaalt ben je niet geslaagd voor het geheel van het opleidingsonderdeel. 



Bij het theoretisch gedeelte (module acute zorg) is een rekenoefening voorzien. Indien de oplossing niet correct is start de quotering van het examen van het theoretische gedeelte (module acute zorg) vanaf 10/20.







Om te kunnen slagen voor dit opleidingsonderdeel dien je bovendien 10/20 te behalen op de vaardigheidstoets (=praktisch gedeelte).

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen50%
Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Vaardigheidstoets50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Vaardigheidstoets50%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen50%