Begincompetentie
Begincompetenties
Eindtermen secundair onderwijs
Inhoud
De inhoud van Nederlands schrijf- en presentatietechnieken 1 bestaat uit toepassingen en opdrachten. Ze vormen tegelijk een voorbereiding op het portfolio van het tweede semester.
De studenten analyseren en evalueren kritisch persuasieve boodschappen zoals verkoopbrieven, advertenties en folders en informerende boodschappen zoals rapportteksten. Ze bedenken aantrekkelijke concepten en schrijven een doel- en doelgroepgerichte verkoopbrief, advertentie en/of voorlichtingsfolder. In een motivatietekst verantwoorden zij het concept en de realisatie ervan. Ze schrijven een rapporthoofdstuk en/of een e-mailbericht en een verslag van een discussie of een werksessie.
Zij nemen een standpunt in over een maatschappelijk actueel onderwerp en verdedigen dat in een overtuigend forum. Voor deze spreekopdracht zoeken zij informatie op, verwerken die en stellen een bronnenlijst op. Zij voeren een discussie over één van de forumonderwerpen.
Zij trainen zich in het correct schrijven en verzorgd spreken van de Nederlandse taal en in het herkennen en gebruiken van verschillende stijlregisters afgestemd op doel en doelgroep.
Voor al de hierboven opgesomde toepassingen krijgen de studenten de volgende onderbouwing:
- Taalbeheersing (spelling, leestekens, grammatica, lexicon en idioom)
- Doelgroepgericht schrijven
- Stijlverschillen tussen zakelijk en wervend schrijven
- De advertentie
- De verkoopbrief (en e-mailing)
- Het rapport
- De folder
- Het persbericht
- Verwijzen naar bronnen
- Mondeling presenteren
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
Het cijfer dat behaald wordt voor de tussentijdse evaluatie (eerste examenkans) of de opdrachten (tweede examenkans) wordt niet automatisch samengeteld met het cijfer dat behaald wordt voor het schriftelijk examen (Taalbeheersing) .
Hieronder volgt de exacte verrekenmethode:
- de student behaalt 35% of minder op het schriftelijk examen: in dat geval wordt het cijfer van de tussentijdse evaluatie of de opdrachten niet wiskundig verrekend. De student kan in totaal maximum 7 op 20 behalen.
- de student behaalt tussen 35,1% en 40% op het schriftelijk examen: in dat geval wordt het cijfer van de tussentijdse evaluatie of de opdrachten niet wiskundig verrekend. De student kan in totaal maximum 8 op 20 behalen.
- de student behaalt tussen 40,1% en 45% op het schriftelijk examen: in dat geval wordt het cijfer van de tussentijdse evaluatie of de opdrachten niet wiskundig verrekend. De student kan in totaal maximum 9 op 20 behalen.
- de student behaalt 45,1% of meer op het schriftelijk examen: in dat geval wordt het cijfer van de tussentijdse evaluatie of de opdrachten wiskundig verrekend met het cijfer van het schriftelijk examen.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 50% | zie bijzondere slaagvoorwaarden | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 50% | zie bijzondere slaagvoorwaarden | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 50% | |