Begincompetentie
Eindcompetenties 'Bachelor in de verpleegkunde'
Leerresultaten
1. De verpleegkundige als PERSOON handelt naar beroepsspecifieke attitudes
1.01. Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context
- de student kan eigen houdingen en handelingen verantwoorden
- de student kan in alle omstandigheden accuraat handelen i.f.v. het welzijn van de cliënt en de efficiëntie van de organisatie
- de student is besluitvaardig en assertief in het oplossen van problemen
- de student kan voortdurend kritisch reflecteren op eigen handelen en de eigen positie waar nodig bijsturen
- de student kan keuzes maken en zich snel en accuraat aanpassen aan wisselende omstandigheden en spoedeisende situaties
2. De verpleegkundige als KLINISCH BEOORDELAAR EN ZORGVERLENER verleent professioneel verpleegkundige zorg op maat
2.06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde
- de student kan klinische symptomen en klachten actief opsporen alsook somatisch, psychische, sociale en existentiële veranderingen en disfuncties met elkaar in verband brengen
- de student kan de vitale functies waaronder parameters behorende tot het cardiovasculaire functiestelsel deskundig en op systematische wijze observeren, bewaken, interpreteren, rapporteren en registreren - de student kan verbanden identificeren tussen de verpleegproblemen en -diagnoses, behoeften, observaties, metingen en behandelingen van patiënten op IZ en spoed
2.07 Verpleegproblemen en verpleegbehoeften identificeren en onderscheiden
- de student kan de verpleegproblemen en verpleegdiagnoses identificeren
- de student kan de verbanden tussen de verpleegproblemen en verpleegdiagnoses, en de effecten van de behandelingen identificeren
- de student kan verpleegproblemen weergeven volgens prioriteit
2.08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem
- de student kan haalbare en concrete doelstellingen op korte en lange termijn bepalen en continu bijsturen
- de student kan geïndividualiseerde zorgplannen in IZ en spoed opmaken en continu aanpassen volgens de noden van en in overleg met de cliënt, cliëntsysteem, en in overleg met collega's en/of andere disciplines
2.09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren
- de student kan in alle omstandigheden correcte en relevante informatie geven aan cliënt en familie over de zorg, onderzoeken, ziekte, behandeling en aangepaste leefregels
- de student kan de technisch verpleegkundige verstrekkingen en toevertrouwde geneeskundige handelingen binnen de pre-hospitaal en intramurale IZ en spoed correct toepassen volgens de verpleegkundige basisprincipes
3. De verpleegkundige als ORGANISATOR EN COORDINATOR organiseert en coördineert de diverse aspecten van de zorg
3.13 De zorg organiseren en coördineren
- de student kan prioriteiten stellen in complexe zorgsituaties, rekening houdend met de beschikbare tijd en middelen
- de student kan met de betrokken disciplines/instanties gepast overleggen in functie van de realisatie van de zorgafstemming
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Handboeken
- Perinatologie. Leerboek neonatologie en verloskunde voor verpleegkundigen
Toledo (Digitale leeromgeving)
Evaluatie
Om te slagen voor dit opleidingsonderdeel dien je 10/20 op het totaal te behalen.
Indien je op één van de afzonderlijke clusters (neonatale zorg - verpleegkundige aspecten bij acute zorg voor kinderen - gespecialiseerde pediatrie: capita selecta - life support en vaardigheidstraining) minder dan 7/20 behaalt ben je niet geslaagd voor het geheel van het opleidingsonderdeel.
De opdracht kan enkel bij de eerste examenkans ingediend worden. De punten worden overgedragen naar de tweede examenkans.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |