Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren

Algemene zorgbrede onderwijscompetenties deel 1


Opleiding Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BAZO_7127
Studiepunten 5 Studietijd 150 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Yserbyt Sofie
  • Absillis Margaretha
  • Fournier Myriam Thérése Elisabeth
  • Dolfeyn Hilaire

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Stage/praktijkoefening
  • Zelfstudie

Begincompetentie

1.    Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden

• Op zoek gaan naar kennis en advies omtrent de ontwikkelingsmogelijkheden van kwetsbare kinderen.

• Het recht op communicatie en sociaal contact erkennen als fundamentele behoefte en als voorwaarde tot leren

• Signalen zien van problemen bij kinderen.

• Herkennen van signalen van leer-,gedrags- of ontwikkelingsproblemen bij het kind.

• Beluisteren van het beeld dat CLB, collega’s en ouders geven van een leerling met speciale noden

• Bevragen van collega’s omtrent diagnostische gegevens, schoolloopbaan en andere relevante informatie betreffende de leerlingen

• Zich bewust zijn van de vereiste om deontologisch om te gaan met gegevens van leerlingen

• In alle omstandigheden deontologisch correct omgaan met de gegevens van individuele leerlingen en hun omgeving

• Bereid zijn doelen aan te passen aan de individuele noden van leerlingen

• De nood erkennen aan systematische begeleiding van individuele leerlingen

• Op zoek gaan naar voorschriften en tips omtrent de aanpak van leerlingen met speciale noden

• Bereid zijn tot intensieve en individueel aangepaste evaluatie van leerlingen

• Zich verantwoordelijk voelen voor een systematische opvolging van leerlingen met speciale noden

• De betrokken partijen aanspreken en uitnodigen voor overleg



2.Vertaler van het onderwijsaanbod, de leerlijnen en inhouden uit diverse leerdomeinen, rekening houdend met de specifieke onderwijsnoden van de leerlingen

• Iedere individuele leerling in de groep erkennen en betrekken bij de activiteiten

• Op zoek gaan naar het kind achter het ‘label’

• Spontaan in interactie gaan met alle leerlingen, hoe verschillend zij ook zijn

• Het recht erkennen op individualisering van de aanpak bij leer-, gedrags- en ontwikkelingsverschillen in de klasgroep

• Kennis hebben van volgsystemen.

• Objectief observeren in verschillende situaties en op verschillende ontwikkelingsdomeinen.

• Herkennen van grote verschillen tussen kinderen

• Zich bewust zijn van de nood aan aanpassingen bij grote verschillen tussen leerlingen

• Lezen van de ondersteuningsvragen als indicaties voor aanpassingen van het klasaanbod

• Differentiatiemaatregelen tav de individuele leerlingen hanteren.

• Het belang kennen van communicatie en interactie voor de sociale en cognitieve ontwikkeling

• Geen pestgedrag tolereren in de klas- of schoolgroep

• Werk maken van verbondenheid in de klas

• Waarderen van spontane interacties en open communicatie tussen leerlingen

• Bevragen van de ouders en ondersteuners naar verbetering van de communicatiemogelijkheden

• Bereid zijn het tempo, het aanbod en de instructie aan te passen aan de individuele verwerkingsmogelijkheden van de leerling met speciale noden

• Verkennen en toetsen van kleine aanpassingen van het programma aan de noden van de leerling

• Zich bewust zijn van de nood aan afstemming van een geïndividualiseerd aanbod op het groepsprogramma, met het oog op aansluiting bij de klasgroep



3. Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid

• Opkomen voor kwetsbare leerlingen

• Bevragen van collega’s naar procedures voor samenwerking

• Herkennen van problematische opvoedingssituaties

• Openstaan voor vragen en bekommernissen van alle partijen rond leerlingen met specifieke onderwijsnoden

• Een brede kijk hebben op factoren die tot problematische opvoedingssituaties kunnen leiden

• Op de hoogte zijn van de maatschappelijke structuren van achterstelling

• (In)formele contacten met alle ouders kunnen aangaan.

• Bewust zijn van de risico- en beschermende factoren van de betrokken partijen.

• Zich informeren over betekenisvolle relaties voor de leerling

• Bereid zijn tot langdurige samenwerking

• Zich informeren over de rol van paramedici, vakcollega’s, ondersteuners en andere professionelen in de begeleiding van leerlingen met speciale noden

• Oog hebben voor de aanvaardings- en verwerkingsprocessen bij leerlingen, ouders en familie



4. Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau

• De expertise van anderen (h)erkennen

• Informatieve vragen stellen over de onderwijspraktijk en –ervaringen van anderen

• Delen van ervaringen uit de eigen onderwijspraktijk

• De onderwijspraktijk observeren in meerdere scholen

• Een ondersteunende rol opnemen in schoolprojecten die onderwijsvernieuwing en visie-ontwikkeling nastreven

• Bestaan en belang van een schoolcultuur onderkennen



5. Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andersmans ervaringen en uit meerdere bronnen

• Zich aangesproken en betrokken voelen wanneer informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau in de actualiteit is.

• De noodzaak erkennen van open communicatie rond het eigen handelen als middel tot leren in de praktijk.

• Zich bewust zijn van zijn handelingsverlegenheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau.

• Geloven in het eigen aandeel in de ontwikkeling van het zorgbrede werk op leerling-, klas- en schoolniveau.

• De eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid t.a.v. specifieke zorgnoden op leerling-, klas- en schoolniveau zien. 

Eindcompetentie

BAZO_01BAZO_01 - Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden.Integratieniveau
BAZO_01.1BAZO_01.1 - Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingenIntegratieniveau
BAZO_01.2BAZO_01.2 - Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn nodenIntegratieniveau
BAZO_01.3BAZO_01.3 - Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale nodenIntegratieniveau
BAZO_01.4BAZO_01.4 - Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeftenIntegratieniveau
BAZO_03BAZO_03 - Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid.Integratieniveau
BAZO_03.1BAZO_03.1 - In de samenwerking model staan voor een realistische en emancipatorische begeleidingIntegratieniveau
BAZO_04BAZO_04 - Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveauIntegratieniveau
BAZO_04.2BAZO_04.2 - Beleidsondersteuning bieden met betrekking tot onderwijsvernieuwing, projecten en schoolvisieIntegratieniveau
BAZO_05BAZO_05 - Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnenIntegratieniveau
BAZO_05.1BAZO_05.1 - Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen (mbt zorgbreed werken op leerling-, klas- en schoolniveau).Integratieniveau
BAZO_05.2BAZO_05.2 - Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen.Integratieniveau

Leerresultaten

 

1.            Planmatig begeleider van leerlingen met specifieke onderwijsnoden



1.1. Een positieve grondhouding bezitten met betrekking tot de mogelijkheden en toekomstkansen van de leerlingen.

    - Geloof tonen in ontwikkelingskansen van iedere leerling.

    - Verdedigen van het recht op persoonlijke ontwikkeling en de ontplooiingskansen van ieder kind.

    

1.2. Gegevens verzamelen, selecteren en ethisch correct hanteren als basis voor een goede beeldvorming van de leerling en herkenning van zijn noden.



    - Kennis bezitten van handelingsgerichte diagnostiek, diagnostische instrumenten en hun toepassingen.  

    - Gebruik maken van diagnostische gegevens, observaties en informatie uit de brede context (schoolloopbaan,

gezin, ruime omgeving). 

    - Gebruik maken van kennis van specifieke ondersteuningsvragen als duiding en als 

achtergrondinformatie.

    - Rapporteren van relevante gegevens die kunnen bijdragen in de beeldvorming.



1.3. Individuele doelen formuleren en gebruiken als basis voor de planning, uitvoering en opvolging van de begeleiding en het onderwijs van de leerling met speciale noden.



    - In overleg en op basis van een ondersteuningsvraag relevante doelen selecteren.



1.4. Coördineren van het planmatig handelen ten aanzien van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.



    - De verschillende fasen uit het proces van handelingsplanning kennen en hanteren met een voortdurende bijsturing en verfijning van elk van de stappen (beeldvorming, prioritaire doelen bepalen, strategie bepalen, uitvoering en evaluatie).

    - Het planmatig werken verantwoorden in een dossier, dat de beeldvorming, de doelen, de aanpak en de

opvolging weergeeft



3.            Partner van ouders, leerlingen en een ruim team van betrokkenen uit de omgeving van de leerling met specifieke onderwijsnoden, vanuit een maatschappelijke verbondenheid



 3.1. In de samenwerking model staan voor een realistische en emancipatorische begeleiding.



    - Erkennen en waarderen van het geloof dat ouders tonen in de mogelijkheden van hun kind.

    - Een positieve kijk hebben op de eigen inbreng van ouders en leerlingen.

    - In het schoolteam opkomen voor de mening van de ouders en de leerling.



4.            Coach van collega’s en coördinator van beleidsondersteunende maatregelen bij de implementatie van het planmatig handelen op klas- en schoolniveau



4.1. Ruime coachingvaardigheden ontwikkelen en collegiale ondersteuning bieden



     - Een constructieve bijdrage leveren in het (her)formuleren van schoolvisie en onderwijsvernieuwingsprojecten.



5.            Zichzelf sturende en geëngageerde persoon die voortdurend leert uit eigen en andermans ervaringen en uit meerdere bronnen.



5.1. Bereid zijn zich voortdurend te informeren en bij te scholen( mbt zorgbreed werken op leerling-, klas- en schoolniveau). 



    -  Actief op zoek gaan naar actuele informatie over zorgbreed werken op leerling-, klas- of schoolniveau via literatuur en bijscholing.



5.2. Bevragen, overleggen en voortdurend bijsturen van het eigen handelen.



-  Voortdurend bevragen van het eigen handelen t.a.v. alle leerlingen via mentoring en intervisie.

-  Open staan voor en aanvaarden van collegiale ondersteuning.

-  Handelen in voortdurend overleg, open voor tips en kritische bemerkingen van andere partijen.

-  De expertise van anderen integreren in het eigen functioneren.



Inhoud

Handelingsgericht werken: uitgangspunten en fasen

Handelingsgericht werken in de kleuter-, lagere en secundaire school

De opbouw van een kind- of leerlingvolgsysteem

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Toledo (Digitale leeromgeving)

  • Opdrachten en studiemateriaal op Toledo

Evaluatie

Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Geïntegreerde evaluatie100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Geïntegreerde evaluatie100%