Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs
Didactische thema's 4
Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs |
2011-12 |
nvt |
BALSO_4857 |
3 |
90 uur |
Derde Programmajaar |
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
- Groepswerk
- Zelfstudie
Begincompetentie
Eindcompetenties Algemene Didactiek: Inleiding en Didactische Thema's 1, 2 en 3.
Eindcompetenties Communicatieve Vaardigheden 1-4
Eindcompetenties Opvoedkunde
Over voldoende inhoudelijke bagage beschikken om de theorie toe te passen op inhouden uit het eigen onderwijsvak.
Eindcompetentie
BALSO_01 | BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.02 | BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.06 | BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.07 | BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.10 | BALSO_01.10 - De leraar kan in overleg met collega's deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.13 | BALSO_01.13 - De leraar kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoek | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_01.14 | BALSO_01.14 - De leraar kan leerlingen laten nadenken over hun eigen leerproces door oriëntatie op een taak, het maken van een planning, het zoeken naar leer- en oplossingsstrategieën, uitkomsten te verifiëren en het leerproces bij te sturen. | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_02 | BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoeder | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_02.04 | BALSO_02.04 - De leraar kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_02.05 | BALSO_02.05 - De leraar kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_07 | BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteam | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_07.01 | BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_07.02 | BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_07.03 | BALSO_07.03 - De leraar kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_07.04 | BALSO_07.04 - De leraar kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_08 | BALSO_08 - Functioneel geheel 8: De leraar als partner van externen | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
BALSO_08.01 | BALSO_08.01 - De leraar kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden | Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus |
Leerresultaten
Functioneel geheel I: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.2. De leerkracht kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen.
--> De student kan werken met de vakoverschrijdende eindtermen op meso- en microniveau.
1.6 De leerkracht kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm.
1.7 De leerkracht kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin
welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
--> De student kan een krachtige leeromgeving creëren en de nodige leermiddelen ontwikkelen om de vakoverschrijdende eindtermen 'leren leren' te realiseren in vakgebonden lessen.
--> De student kan CTML concretiseren voor een onderwijsvak.
1.10 De leerkracht kan in overleg met collega's deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.
1.13 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingsprcessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
--> De student kan de vakoverschrijdende eindtermen 'leren leren' integreren in de eigen vakaanpak.
Functioneel geheel II: De leraar als opvoeder
2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
--> De student kan maatschappelijke gebeurtenissen aan de leerinhouden koppelen in het kader van de vakoverschrijdende eindtermen.
2.5. De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden.
--> De student kan signalen herkennen die kunnen wijzen op problemen (zoals kindermishandeling, drugsmisbruik, eetstoornissen, zelfmoordneigingen...
--> De student kan hulp vragen en/of overleggen met collega's om adequaat en discreet met de geconstateerde problemen om te gaan.
Functioneel geheel VII: De leraar als lid van een schoolteam
7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam.
7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.
7.3 De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken.
--> De student kan vlot in groep samenwerken voor de verschillende taken: hij kan overleggen over een taakverdeling, de pedagogisch-didactische uitwerking van taken bespreken, ...
7.4 De leerkracht kan zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen
--> De student kan informatie opzoeken en verstrekken over de rechtspositie van leerlingen in situaties van drugsmisbruik, seksueel misbruik, ...
Functioneel geheel VIII: De leraar als partner van externen
8.1. De leerkracht kan met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
Inhoud
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
- vakoverschrijdende eindtermen (met extra aandacht voor 'leren leren')
- digitale didactiek
De leraar als opvoeder in contact met verschillende problematieken. Thema’s die kunnen aan bod komen:
- kindermishandeling
- eetstoornissen
- zelfmoordpreventie
- drugshulpverlening
- faalangst
, ...
De leraar als partner van externen (CLB, ...)
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
De beoogde competenties worden voor 70% geëvalueerd d.m.v. een schriftelijk examen en voor 30% d.m.v. taken of tijdens de lesmomenten. Het te laat indienen van taken wordt verrekend in het eindtotaal. De takenkaarten die ter beschikking worden gesteld tijdens de les en via toledo, omschrijven de precieze regeling.
Clausule:
Elk leerstofonderdeel telt mee in het eindtotaal volgens het aangegeven percentage. In geval van een zwaar tekort op één van de onderdelen zal dit het totaal resultaat beïnvloeden.
Indien het resultaat op een onderdeel 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt zal het eindresultaat verlaagd worden tot 8/20.
Indien het resultaat op een onderdeel 5 of 6 op 20 is zal het eindresultaat verlaagd worden tot 9/20.
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 40% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 60% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 40% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 60% | |