Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Nederlands 4


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3208
Studiepunten 0 Studietijd 0 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Cornelis Ilse

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Hoorcollege
  • Oefensessie
  • Zelfstudie
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindcompetenties Nederlands 3

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.02BALSO_01.02 - De leraar kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.03BALSO_01.03 - De leraar kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren rekening houdend met de beginsituatie van leerlingen, doelen, beschikbare tijd en maatschappelijke relevantieGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.04BALSO_01.04 - De leraar kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten en bordschema’s, en kan zelf een leerlijn uitzettenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.11BALSO_01.11 - De leraar kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.12BALSO_01.12 - De leraar kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.13BALSO_01.13 - De leraar kan leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten en realiseren vanuit een vakoverschrijdende invalshoekGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.14BALSO_01.14 - De leraar kan leerlingen laten nadenken over hun eigen leerproces door oriëntatie op een taak, het maken van een planning, het zoeken naar leer- en oplossingsstrategieën, uitkomsten te verifiëren en het leerproces bij te sturen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.03BALSO_02.03 - De leraar kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereidenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.04BALSO_02.04 - De leraar kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische contextGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03BALSO_03 - Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expertGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.03BALSO_03.03 - De leraar kan vernieuwingen en evoluties i.v.m. de eigen onderwijsvakken opvolgen en integreren in het lesgevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.05BALSO_03.05 - De leraar kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen, door hier in de lesvoorbereiding rekening mee te houden en naar te verwijzen (eindtermen, leerplandoelstellingen en jaarplannen) en door tijdens de les verwijzingen te maken naar voorkennis, andere vakken, ...Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.aBALSO_04.02.a - De leraar kan een realistische en zinvolle invulling van de beschikbare tijd voorzien binnen een les of lessenreeks.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.02.bBALSO_04.02.b - De leraar kan een soepel en efficiënt lesverloop creëren door gelijktijdige en/of opeenvolgende activiteiten vlot en soepel te laten verlopen (dode momenten en hiaten in de lesgang vermijden, afhakende leerlingen bijsturen), de timing tijdens de les te respecteren en indien nodig, vlot aan te passenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.03BALSO_04.03 - De leraar kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren: stipt en nauwkeurig zijn in het maken van een lesvoorbereiding, invullen van de agenda, verbeteren van taken en toetsen,…Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.04BALSO_04.04 - De leraar kan een stimulerende, gezonde, milieuvriendelijkeen werkbare klasruimte creëren (materialen worden op veilige wijze door leerlingen gebruikt en nadien opgeruimd, …) , rekening houdend met de veiligheid van de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05BALSO_05 - Functioneel geheel 5: De leraar als innovator/onderzoekerGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.01BALSO_05.01 - De leraar kan vernieuwende elementen aanbrengen en aanwenden in de eigen lespraktijk (vernieuwende didactische inzichten,…)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.02BALSO_05.02 - De leraar kan uit artikels uit praktijkpublicaties informatie selecteren om de eigen klaspraktijk mee te verrijkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03BALSO_05.03 - De leraar kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03.2BALSO_05.03.2 - De leraar kan de essentiële aspecten uit het pedagogisch-didactisch handelen formulerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_05.03.3BALSO_05.03.3 - De leraar kan alternatieven formuleren voor (minder goede) aspecten uit het eigen pedagogisch-didactisch handelenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.05BALSO_07.05 - De leraar kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09BALSO_09 - Functioneel geheel 9: De leraar als lid van de onderwijsgemeenschapGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09.01BALSO_09.01 - De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’sGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09.02BALSO_09.02 - De leraar kan dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenlevingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10BALSO_10 - Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipantGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_10.04BALSO_10.04 - De leraar kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen identificeren en kritisch benaderen op het cultureel-esthetische domeinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.01BALSO_11.01 - De leraar heeft een goede non-verbale taal: hij/zij heeft een natuurlijke, expressieve en enthousiaste houding.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.02BALSO_11.02 - De leraar hanteert een duidelijk bordschriftGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.03BALSO_11.03 - De leraar kan gesprekken voeren met leerlingen, zowel individueel als in groep, over onderwerpen die door alle partners kunnen aangebracht worden, en in het bijzonder over leerinhoudenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.04BALSO_11.04 - De leraar kan teksten beoordelen op toegankelijkheid voor zijn leerlingen en kan die teksten zo nodig via mondelinge en schriftelijke ingrepen toegankelijk makenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.09BALSO_11.09 - De leraar kan verschillende soorten teksten op verschillende manieren en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) vertellenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.10BALSO_11.10 - De leraar kan verschillende soorten teksten (verhaal, gedicht, sprookje, …) op verschillende manieren (gewoon, vertellend, dramatiserend, interactief) en voor verschillende doelen (informeren, activeren, overtuigen, …) voorlezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.11BALSO_11.11 - De leraar kan verschillende soorten gesprekken (leerlingenbespreking, evaluatie- of functioneringsgesprek,…) voeren met volwassenen over de klas- en schoolcontextGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.12BALSO_11.12 - De leraar kan een presentatie op verschillende manieren (interactief, kort, lang) houden voor volwassen gesprekspartners over de klas- en schoolcontext, met behulp van ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.14BALSO_11.14 - De leraar kan verschillende soorten informatieve, persuasieve en activerende teksten voor het functioneren op klas- en schoolniveau en voor de eigen professionalisering lezenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.15BALSO_11.15 - De leraar is er zich bewust van dat schriftelijk werkmateriaal, bestemd voor leerlingen en andere partners binnen het schoolgebeuren, foutloos moet zijn, en slaagt er in dit te realiserenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.09BALSO_12.09 - InlevingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.10BALSO_12.10 - Zorgzaamheid (bekommerd zijn)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.11BALSO_12.11 - Voorkomendheid (bescheidenheid, gezonde durf, beleefdheid)Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

Literatuur: 3. Leraar als inhoudelijke expert: 3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in de literatuur volgen 3.2 De verworven literaire competentie aanwenden : De student analyseert door close-reading een tekst en schrijft daarover essayistisch. Hij/zij kan een tekst in de literaire traditie plaatsen en becommentariëren. Taalbeschouwing/schrijven: 3. Leraar als inhoudelijke expert: 3.1 Basiskennis spraakkunst (woord- en zinsleer) beheersen en uitbreiden 3.2 De verworven competenties aanwenden in eigen teksten: de student kan bij een boek een weloverwogen beoordeling schrijven, gebruikmakend van zijn eigen beleving en een tweetal ernstige recensies.Verder kan hijzelf creatieve teksten produceren op het niveau van 1ste en 2de graad secundair onderwijs. Attitude: gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik Vakdidactiek : 1 Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.6 In teamverband leermiddelen kiezen en aanpassen 1.7 Realiseren van een adequate leeromgeving 1.8 Observatie/evaluatie voorbereiden 1.9 Observeren van proces en product Jeugdliteratuur: de student selecteert jeugdboeken, verantwoordt zijn keuze en werkt fragmenten didactisch uit. De student is in staat de vakdidactische lijnen die werden uitgezet in de didactiek rond spreekvaardigheid en luistervaardigheid toe te passen in spreek-en luisterlessen op een expressieve manier.

Inhoud

Literatuur : De tekstkeuze bevat verhalen van alle tijden. Echter geen geschiedenis van de Nederlandse epiek. De studenten worden op verschillende manieren met allerlei soorten verhalen geconfronteerd. De nadruk ligt op het onderscheiden van tekstgenres. Het einddoel is het ‘literaire’ in teksten te herkennen en weten te waarderen via tekstanalyse. Taalbeschouwing : De lessen spraakkunst zijn gericht op het expliciet maken van het taalsysteem dat onbewust door de taalgebruiker wordt toegepast. Daartoe moeten de studenten beschikken over een goed uitgebouwd begrippenapparaat, zoals woordsoorten en syntactische categorieën. De studenten moeten zinsdelen en woordsoorten herkennen en kunnen benoemen. Woordleer: na verkenning van de situatie waarin het woord/de woordsoort zich vertoont, reflecteren we over de verschijningsvormen ervan. Daaruit volgt het formuleren van de eigenschappen van de woordsoort. De inductief gevonden grammatica wordt getoetst aan de theorie in het schoolboek en hand- en oefenboek Spraakkunst.  Alle woordsoorten komen dit jaar aan bod. Zinsleer: de studie van de zin gebeurt eveneens op inductieve wijze. Verkennen van het taalmateriaal, reflecteren over het verschijnsel en formuleren van de taalsystematiek.Alle zinsdelen passeren de revue. Schrijven: aandacht voor alle aspecten van het schriftelijke communicatieproces. Leren hanteren van tekstvoorwaarden, door ze expliciet te formuleren bij schrijfopdrachten voor de leerling en ze te hanteren bij een zinvolle evaluatie. De verbetering gaat gepaard met een doelgerichte en occasionele taalbeschouwing naar aanleiding van wat werkelijk geschreven werd. Vakdidactiek: Vertrekkend vanuit de nieuwe leerplannen 1ste en 2de graad ASO en BSO wordt er gewerkt rond: * Doelen en werkvormen van het literatuuronderwijs.Leesdossier, leesverslag.Leesbevordering, functie van jeugdliteratuur: fragmenten en/of volledige werken. * Luistervaardigheid en spreekvaardigheid: analyse van het spreek- en luisterproces. * Didactische werkvormen i.v.m. luistermodi, luisterlezen, voorlezen. * Informatie rond vakliteratuur.Vakdidactische tijdschriften. * Taalbeschouwing

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Cursussen

  • Cursus
Vakdidactiek
  • Cursus
  • Handboeken

    • NedAnders 1
    • Netwerk Taalbeschouwingsbundel

    Evaluatie

    Berekening van scores voor opleidingsonderdelen die bestaan uit meerdere deelopleidingsonderdelen Algemene regel: totaalscore = gewogen gemiddelde van de deelscores. Uitzonderingsregel (in geval een zwaar tekort op één deelopleidingsonderdeel maakt dat het credit voor het volledige opleidingsonderdeel niet kan toegekend worden) (toe te passen op scores die werden afgerond tot op een geheel getal op twintig): 1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores) 2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar: *8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is.

    Inhoudelijk expert
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen40%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen40%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten20%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen40%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen40%
    Vakdidactiek
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen50%
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten50%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Mondeling examen50%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten50%