Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Didactische thema's 2


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_4379
Studiepunten 5 Studietijd 150 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Grimon Anne
  • Van Den Berk Brenda
  • Durt Els

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Werkcollege
  • Stage/praktijkoefening

Begincompetentie

De eindtermen secundair onderwijs.

De eindcompetenties van Didactiek: Inleiding en Didactische Thema’s 1.

De competenties verworven tijdens Opvoedkunde inzake:

- het schrijven van een gestructureerde tekst

- het samenwerken in groep

- het beoordelen van zichzelf en elkaar op samenwerkingsvaardigheden.

Eindcompetentie

BALSO_01BALSO_01 - Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.01BALSO_01.01 - De leraar kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via raadpleging van het leerplan, observatie, bevraging mentor, en kennis over de ontwikkeling van jongerenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.05BALSO_01.05 - De leraar kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, hoeken- en contractwerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creërenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.06BALSO_01.06 - De leraar kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvormGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.10BALSO_01.10 - De leraar kan in overleg met collega's deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.12BALSO_01.12 - De leraar kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02BALSO_02 - Functioneel geheel 2: De leraar als opvoederGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01BALSO_02.01 - De leraar kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op schoolGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.1BALSO_02.01.1 - De leraar kan bewust contact nemen met de leerlingenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.2BALSO_02.01.2 - De leraar kan activiteiten inbouwen waarin sociale vaardigheden worden geoefend en waar communicatie, ook over gevoelens en waarden, mogelijk isGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.01.3BALSO_02.01.3- De leraar kan luisteren naar gevoelens bij leerervaringen, fouten maken toelaten, positieve relaties tussen leerlingen stimuleren, voldoende feedback gevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.02BALSO_02.02 - De leraar kan de emancipatie van de leerlingen bevorderenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.05BALSO_02.05 - De leraar kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkhedenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04BALSO_04 - Functioneel geheel 4: De leraar als organisatorGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_04.01BALSO_04.01 - De leraar kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen door gestructureerd op te treden, door het geven van duidelijke instructies, grenzen te stellen en deze te doen nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07BALSO_07 - Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.01BALSO_07.01 - De leraar kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteamGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_07.02BALSO_07.02 - De leraar kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken nalevenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09BALSO_09 - Functioneel geheel 9: De leraar als lid van de onderwijsgemeenschapGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_09.01BALSO_09.01 - De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’sGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11BALSO_11 - Taalcompetenties van de leraarGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.05BALSO_11.05 - De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.06BALSO_11.06 - De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoeringGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12BALSO_12 - AttitudesGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.01BALSO_12.01 - BeslissingsvermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.08BALSO_12.08 - FlexibiliteitGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de leergroep achterhalen (voorkennis en gedrag) via studie van de puber, raadpleging leerplan, observatie en bevraging mentor

--> De student schat de beginsituatie van de leerlingen in om zijn klasmanagement, werkvormen en differentiatietechnieken erop af te stemmen.

1.2 De leerkracht kan basisdoelen, verbredings-, verdiepingsdoelen en vakoverschrijdende doelen kiezen en concreet- operationeel formuleren op basis van leerplan, eindtermen en ontwikkelingsdoelen

--> De student kan voor een concrete les of lessenreeks differentiatiepaden bepalen met herhaling en verbreding of verdieping.

1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen (doceren, onderwijsleergesprek, toepassingen, opdrachten, groepswerk, projectwerk, begeleid zelfstandig leren, excursie, ....) en groeperingsvormen (individueel, klassikaal, groepsgewijs) uitwerken en realiseren om een activerend lesverloop te creëren

--> De student licht de werk- en organisatievormen projectwerk, probleemgestuurd leren, coöperatief leren, thematisch onderwijs en CLIM toe.

--> De student past de hierboven vernoemde werkvormen vorm toe voor de leerinhoud van de eigen onderwijsvakken.

1.6 De leerkracht kan individueel en in team en op adequate, gestructureerde wijze leermiddelen kritisch kiezen, aanpassen, aanmaken en gebruiken in functie van de doelstellingen, de beginsituatie en gekozen methodische aanpak en groeperingsvorm

--> De student kan verwoorden hoe leermiddelen moeten aangepast worden om bovenvernoemde werkvormen te realiseren.

1.7. De leerkracht kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.

--> De student licht de principes van het ervaringsgericht en het sociaal-constructivistisch onderwijs toe

--> De student bouwt een krachtige leeromgeving uit voor leerlingen van alle onderwijsvormen, met bijzondere aandacht voor B-stroom- en BSO-leerlingen, gebaseerd op de principes van meervoudige intelligentie

--> De student reflecteert kritisch over de houding van leerlingen en de aanpak van leerkrachten in de verschillende onderwijsvormen

1.10 De leerkracht kan in overleg met collega's deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.

--> De student licht de verschillende methodieken om te differentiëren toe en past deze ook toe

1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de leergroep.

--> De student licht de verschillende methodieken om te differentiëren toe en past deze ook toe

--> De student licht toe hoe je volgens de theorie van meervoudige intelligentie kan omgaan met leerlingen(groepen).



Functioneel geheel 2: de leerkracht als opvoeder

2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school

--> De student licht toe hoe hij de leerlingen betrokken kan houden tijdens een les en hoe er moet gereageerd worden bij storend gedrag.

--> De student (h)erkent in de eigen lespraktijk en gegeven casussen storend gedrag.

--> De student spoort de oorzaken van storend gedrag op.

--> De student kan verwoorden hoe hij preventief en curatief optreedt bij pest- en spijbelgedrag.

2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de leerlingen bevorderen

--> De student heeft een genuanceerde visie over het geven van onderwijs aan kansarme en allochtone jongeren.

2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden

--> De student licht o.b.v. gegeven casussen preventieve en reactieve maatregelen toe inzake het omgaan met leerlingen met gedragsmoeilijkheden.

--> De student licht toe hoe je met een pestsituatie binnen de klas kan omgaan.

--> De student licht toe hoe je spijbelen kan voorkomen en aanpakken.



Functioneel geheel 4: de leerkracht als organisator

4.1. De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen (gestructureerd optreden door het geven van duidelijke instructies; grenzen stellen en deze doen naleven)

--> De student licht preventieve en reactieve maatregelen toe waardoor een leraar een gestructureerd werkklimaat creëert.



Functioneel geheel 7: de leerkracht als lid van een schoolteam

7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam

--> De student werkt in een taakgerichte groep op flexibele, nauwkeurige en vlotte wijze aan een opdracht. 

7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven

--> De student zit op vlotte wijze een vergadering voor en neemt hier verslag van.

--> De student spreekt met zijn groepsgenoten spontaan een werkwijze en taakverdeling af en leeft deze ook na.



Functioneel geheel 9: de leerkracht als lid van de onderwijsgemeenschap

9.1. De leraar kan deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's

--> De student reflecteert kritisch over de huidige structuur van het secundair onderwijs en de wijzigingen die de overheid daarin wil aanbrengen.



Taalcompetenties

3 De leraar kan mondeling opdrachten geven met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoering

4 De leraar kan schriftelijk vragen en opdrachten formuleren met betrekking tot klasmanagement en taakuitvoering



Attitudes

A1 beslissingsvermogen

A2 relationele gerichtheid

A3 kritische ingesteldheid

A4 leergierigheid

A5 organisatievermogen

A6 zin voor samenwerking

A7 verantwoordelijkheidszin

A8 flexibiliteit

Inhoud

Deel A (3 studiepunten)



1. Kijken naar onderwijsvormen:


Studenten maken van dichtbij kennis met de onderwijsvormen die voor hen minder bekend zijn, bvb. B-stroom en BSO indien zij vanuit ASO komen, of A-stroom en ASO indien zij vanuit TSO en BSO komen. 


  • Structuur en organisatie van de verschillende onderwijsvormen (m.i.v. observatie) 

  • Kritische reflectie op de indeling in onderwijsvormen 

  • Meervoudige intelligentie als een kader om naar leerlingen te kijken en ze les te geven 

  • B-stroom- en BSO-leerlingen van naderbij bekeken






2. Klasmanagement:

Het methodisch toepassen van leerkrachtvaardigheden, met name: 



  • communicatieprincipes 

  • groepsdynamica 

  • leiderschap 

  • positieve betrokkenheid en verbondenheid 

  • coherente regelhantering 

  • goede lessen 

  • concreet interveniëren 

  • vermijden van valkuilen om een krachtige leeromgeving te voorkomen of te herstellen bij problemen met klashouden en tucht










3. Spijbelen: 




  • Definitie en conceptueel kader 

  • Oorzaken 

  • Praktijkvoorbeelden van preventie en aanpak




4. Pesten: 


  • Betrokkenen bij pestsituaties 

  • Beleving van de betrokkenen 

  • Methodieken om pesten te voorkomen en aan te pakken




Deel B (2 studiepunten)



1. Krachtige leeromgevingen ontwerpen: 




  • Krachtige leeromgevingen ontwerpen:

  • Onderwijsvisie bepaalt onderwijs: reflectie als uitgangspunt

  • Uitbouwen van leeromgevingen met aandacht voor

    • passende leerlingactiviteit 

    • werkelijkheidsnabijheid 

    • kansen voor leerlinginitiatief 

    • verschillen tussen leerlingen 

    • sfeer en relatie in de klasgroep



  • Exemplarische behandeling van verschillende leeromgevingen:

    • probleemgestuurd leren

    • projectonderwijs

    • thematisch werken

    • coöperatief leren / CLIM




2. Omgaan met diversiteit



  • Wat is differentiatie? 

  • Differentiatie op macro-, meso- en microniveau 

  • Binnenklasdifferentiatie 

  • Didactische consequenties van gedifferentieerd lesgeven 

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Evaluatie

De beoogde competenties worden voor 40% permanent geëvalueerd tijdens de lesmomenten of d.m.v. taken. Het te laat indienen van taken wordt verrekend in het eindtotaal. De takenkaarten die bij de cursus zijn gevoegd, omschrijven de precieze regeling.



Clausule:

Elk evaluatieonderdeel telt mee in het eindtotaal volgens het aangegeven percentage:

- examen deel A (klasmanagement, kijken naar onderwijsvormen, spijbelen, pesten): 35%

- permanente evaluatie over de leerstofonderdelen 'klasmanagement' en 'kijken naar onderwijsvormen': 25%

- examen deel B (krachtige leeromgevingen): 25%

- permanente evaluatie over de leerstofonderdelen 'krachtige leeromgevingen': 15%



In geval van een zwaar tekort op één, meerdere of alle onderdelen zal dit het totaal resultaat als volgt beïnvloeden:

1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore ( = gewogen gemiddelde van de deelscores)

2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar:

*8/20 indien een deelscore 0, 1, 2, 3 of 4 op 20 bedraagt

 *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 is

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Tussentijdse evaluatie40%
Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen60%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten40%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen60%