Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Aardrijkskunde 2


Opleiding Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALSO_3151
Studiepunten 8 Studietijd 240 uur
Opleidingsfase Eerste Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Van Cleemput Annemie

Onderwijsvorm

  • Groepswerk
  • Practicum
  • Studiereis/excursie
  • Hoorcollege
  • Zelfstudie
  • Stage/praktijkoefening
  • Werkcollege

Begincompetentie

Eindtermen derde graad SO

Eindcompetentie

BALSO_01.07BALSO_01.07 - De leraar kan een krachtige, ervaringsgerichte leeromgeving voorbereiden en realiseren, waarin welbevinden en betrokkenheid worden nagestreefd en waarin aandacht is voor de heterogeniteit binnen de leergroep.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_01.11BALSO_01.11 - De leraar kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met het taalbeheersingsniveau van de leerlingen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_02.08BALSO_02.08 - De leraar kan de aandacht van de leerlingen vasthouden en interesse wekkenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.01BALSO_03.01 - De leraar beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.02BALSO_03.02 - De leraar kan verschillende waardevolle bronnen van informatie gebruiken bij het voorbereiden van lessen.Geen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_03.04BALSO_03.04 - De leraar kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden op een duidelijke en inhoudelijk correcte wijze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijkGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.07BALSO_11.07 - De leraar kan een uiteenzetting geven voor leerlingen om te informeren, activeren of overtuigen op verschillende manieren, met schriftelijke ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.12BALSO_11.12 - De leraar kan een presentatie op verschillende manieren (interactief, kort, lang) houden voor volwassen gesprekspartners over de klas- en schoolcontext, met behulp van ondersteuning in schrift en beeldGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_11.13BALSO_11.13 - De leraar kan specifieke soorten teksten (lesvoorbereidingen, notities,…) voor het functioneren op klas- en schoolniveau, voor de eigen professionalisering en voor communicatieve doeleinden schrijvenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.02BALSO_12.02 - Relationele gerichtheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.03BALSO_12.03 - Kritische ingesteldheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.04BALSO_12.04 - LeergierigheidGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.05BALSO_12.05 - OrganisatievermogenGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.06BALSO_12.06 - Zin voor samenwerkingGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus
BALSO_12.07BALSO_12.07 - VerantwoordelijkheidszinGeen omschrijving in gedragsindicatoren in niveaus

Leerresultaten

Leerresultaten


De student wordt een inhoudelijk expert:

-de student beheerst de inhoudelijke basiskennis van volgende domeinen: Geologie, geomorfologie, didactiek (zie rubriek "inhoud" voor een specifieke omschrijving), geografie van het excursiegebied.

-de student wendt deze kennis functioneel aan (vakdidactiek)



Als toekomstig leraar is de student een cultuurparticipant: hij volgt de actualiteit op. Actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen worden herkend en kritisch benaderd. Het zijn thema's met een geografische context uit de volgende domeinen: •het sociaal-politieke domein •het sociaal-economische domein •het cultureel-wetenschappelijke domein De student gaat kritisch om met deze informatie. Hij zoekt ondersteunende kennis zoals informatiebronnen uit het eigen vakdomein (kaarten) en uit de pers (artikels selecteren op hun bruikbaarheid).



De student vertoont volgende attitudes:

-kritische ingesteldheid: is bereid om zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen en om de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren alvorens een stelling in te nemen.

-Hij is leergierig en zoekt actief naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.

-De student vertoont positieve attitudes i.v.m. medewerking aan (groeps-)taken, aan excursies.

-De student respecteert de afspraken i.v.m. deadlines.

Inhoud

Inhoud:


GEDEELTE INHOUDELIJK EXPERT: GEOLOGIE EN GEOMORFOLOGIE:


DOELSTELLINGEN


De student verwerft inzicht in de vorming van het land en het landschap door inwendige en uitwendige fysische invloeden.


LEERINHOUDEN -De grote geologische en geomorfologische processen kennen en deze in verband kunnen brengen met de structuur en het ontstaan van de bodem en ondergrond van België (en West-Europa).


-De belangrijkste mineralen, gesteenten en fossielen kennen en herkennen en het verband kunnen aangeven tussen hun vorming en de grote geologische en geomorfologische processen.


-De economische waarde van de Belgische gesteenten en de ecologische gevolgen van hun ontginning kennen.


-Reliëfvormen kunnen benoemen op het terrein en kunnen herkennen op kaart.


-De invloed van rivieren en gesteenten op de verscheidenheid aan reliëfvormen kennen via de excursies.


-Reliëf, gesteenten, geologie op kaarten vlot kunnen lezen en ruimtelijke relaties kunnen formuleren.


EXCURSIE GEOLOGIE EN GEOMORFOLOGIE: Concrete toepassing van de theoretische cursus geologie en geomorfologie door een uitgebreide terreinstudie van een gebied in Noord-, Midden- en/of Zuid-België en van een regio in een buurland.


DOELSTELLINGEN


-De student beschrijft en begrijpt het landschap. Hij kent de verbanden tussen geomorfologie en een aantal geologische en lithologische aspecten. Hij vergelijkt kaartinformatie met het landschap op het terrein. Hij leert schetsen en schema's lezen en doorgronden en de relatie zien met het landschap op het terrein.


-Hij herkent en verzamelt de belangrijkste Belgische gesteenten en de bouwmaterialen die met deze gesteenten in verband staan.


-Hij kent ook de krachtlijnen van de sociaal- en economisch-geografische aspecten die in de bestudeerde regio behandeld zijn (verschillend volgens regio zijn dit aspecten uit de domeinen landbouw, industrie, havens, toerisme, stadsgeografie).





CARTOGRAFIE: Taak cartografie deel 2


DOELSTELLINGEN De principes van de omgevingsgeografie kunnen toepassen op de eigen leefruimte, m.n. op de fysisch-geografische aspecten.


UITVOERING:


-Thematische kaarten maken volgens de goede cartografische grammatica van fysische-geografische thema's (reliëf, water, bodem) op verschillende schalen (plus verbeteren en bijsturen deel 1).


-Studieteksten over de inhoud van deze kaarten voor 1SO ontwerpen.


-Documentatiebundel aanleggen rond de thema’s van de kaartenbundel.





GEDEELTE VAKDIDACTIEK: Vakdidactiek s.s.:


DOELSTELLINGEN


-De student maakt kennis met het onderwijzen en aspecten van het leren leren van aardrijkskunde in het S.O.


-Hij kent de leerplannen van de eerste graad S.O.


-Hij verwerft de leerinhouden van de eerste graad S.O.


LEERINHOUDEN


-In staat zijn de inhoud van een les correct weer te geven; deze inhoud kunnen structureren; deze inhoud kunnen vertalen in leerdoelen i.v.m. kennisaspecten; de les kunnen weerspiegelen in een gestructureerd bordschema.


-Weten dat deze inhouden door de leerlingen aangeleerd worden via de waarneming en dit principe toepassen door in de les de waarneming via een variatie aan ingeschakelde media te laten verlopen. Bij de waarneming telkens kiezen voor het concreetste middel.


-Weten dat aardrijkskunde het ruimtelijk denkvermogen ontwikkelt (wat, waar en waarom daar) en dat deze vaardigheid moet worden gevormd via veelvuldig kaart- en atlasgebruik.


-Weten en toepassen dat dit verloopt via gevarieerde waarnemings- en structureringsopdrachten .


-De methode van het probleemoplossend denken kennen en weten dat deze in elke les aardrijkskunde moet geïntegreerd worden.


-Weten dat elke les leer-actief moet worden uitgewerkt en dit principe spontaan toepassen in elke lesvoorbereiding.


-De opbouw en doelen van de eindtermen aardrijkskunde 1ste graad en van de leerplannen van het S.O. kennen.


-De leerstof van de 1ste graad S.0. beheersen (te leren in zelfstudie). Voor deze zelfstudie worden de handboeken van Geogenie 1 en 2 gebruikt.





Vakdidactiek s.l: ACTUALITEIT:


DOELSTELLINGEN: De actualiteit in de geschreven pers op de voet volgen, en de ruimtelijk relevante artikels verzamelen. Deze kunnen kaderen in de leerstof van de 1ste en 2de graad SO. LEERINHOUDEN: Een map aanleggen met bij elk artikel de gepaste cartografische informatie.

Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Inhoudelijk expert

Handboeken

  • Geogenie 1 - leerwerkboek
  • Geogenie 2 - leerwerkboek
  • Geogenie aso-wetenschappen 5 & 6 - leerboek (+ cd-rom) - (3de graad - 2uur)
  • Plantyn Algemene WereldAtlas
Vakdidactiek
  • Geogenie 1 - leerwerkboek
  • Geogenie 2 - leerwerkboek
  • Geogenie aso-wetenschappen 5 & 6 - leerboek (+ cd-rom) - (3de graad - 2uur)
  • Plantyn Algemene WereldAtlas
  • Evaluatie

    SOLOD AARDRIJKSKUNDE 2: samenstelling van het eindcijfer: 1. voor gewogen gemiddelden kleiner dan 9/20 en groter dan 14/20 wordt niet ingegrepen op de totaalscore 2. voor gewogen gemiddelden vanaf 9/20 tot en met 14/20 wordt de totaalscore afgetopt naar: *8/20 indien een deelscore 0,1,2,3 of 4 op 20 bedraagt *9/20 indien een deelscore 5 of 6 op 20 bedraagt Een aantal van de beoogde competenties wordt permanent geëvalueerd. Deelname aan excursies is verplicht. Indien de deadline van een opdracht niet gerespecteerd wordt, kunnen de punten niet opgenomen worden in het geheel. Het tijdig indienen van taken is een voorwaarde om aan de examens deel te nemen.

    Als bij groepstaak onvoldoende verantwoordelijkheid wordt opgenomen leidt dit tot een negatieve afronding van het semestercijfer.

    Inhoudelijk expert
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen60% Leerstof en excursies(50%), Kaartkennis (10%)
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Mondeling examen10% Gesteenten
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten30% Cartografie deel 2(25%), Gesteenteverzameling(5%)
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen80%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%
    Vakdidactiek
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Schriftelijk examen50% Kennis van de leerplannen en leerplaninhouden van de eerste graad
    Eerste examenkansTweede examenperiode (juni)Opdrachten50% Actualiteit(20%), Lesvoorbereidingen en micro-teaching(30%)
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen80%
    Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Opdrachten20%