Begincompetentie
Eindcompetenties secundair onderwijs Nederlandse taalvaardigheid.
Eindcompetenties secundair onderwijs met in het bijzonder de vakoverschrijdende eindtermen leren leren en sociale vaardigheden.
Leerresultaten
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk. Hij is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken. De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out. De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik,taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw. De student kan boeiend vertellen en voorlezen, en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren.
De leraar als innovator en onderzoeker
Hij krijgt een zicht op de relevante en toegankelijke informatiebronnen (boeken, tijdschriften, het internet,…), weet waar hij betrouwbare informatie (onder andere over correct taalgebruik, in het bijzonder de Woordenlijst Nederlandse Taal -online- en de Leidraad Nederlandse Taal -online-) kan vinden. Deze informatiebronnen kan hij kritisch bekijken en raadplegen.
De leraar als lid van een schoolteam
De student is zich bewust van de verwachtingen wat betreft het gebruik van het Standaardnederlands, kent zijn eigen werkpunten en weet hoe hij vooruitgang kan boeken. De student kan een korte, heldere uiteenzetting geven en daarbij flexibel gebruik maken van ondersteuning in schrift en beeld. De student hanteert een correct Nederlands zowel mondeling als schriftelijk (klassikale presentatie, zakelijke e-mail, belang van beleefde en verzorgde interactie met docent, mentor en schoolhoofd ). De student maakt verslagen waarbij hij rekening houdt met: juiste spelling, correcte grammatica, vlotte stijl en aangepast lay-out. De student geeft een presentatie waarbij hij rekening houdt met: non-verbale aspecten, stemgebruik, taalgebruik, aangepast materiaal en opbouw
De student heeft een permanente aandacht voor de volgende attitudes:
o A1 beslissingsvermogen
o A2 relationele gerichtheid
o A3 kritische ingesteldheid
o A4 leergierigheid
o A5 organisatievermogen
o A6 zin voor samenwerking
o A7 verantwoordelijkheidszin
o A8 flexibiliteit
Inhoud
NEDERLANDSE TAALVAARDIGHEID
- Stemgebruik en uitspraak
- Voorlezen en vertellen
- Schrijfvaardigheid: de formele e-mail, de samenvatting
- Beoordelen en toegankelijk maken van teksten, tekststructuren kunnen herkennen en ontleden
- Bewerken en vergelijken van samenvattingen, onder andere de mindmap en de vraaggestuurde samenvatting.
- Spelling, grammatica, tekstopbouw (onder andere door middel van SNS - Software Nederlandse Spelling online)
- Definiëren, analyseren en kunnen duiden van non-verbale communicatie en paraverbale communicatie, zowel in de klas als bij oefeningen op video
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Uitrustings- en werkmateriaal
- Softwarepakket nederlandse spelling
Evaluatie
Opmerking: Het eindresultaat is niet noodzakelijk een optelsom van de verschillende punten. Een zwaar tekort op het mondelinge deel kan bijvoorbeeld leiden tot een vermindering van het eindcijfer, ook al is het schriftelijke examen ruim voldoende (en omgekeerd). Bij het mondelinge examen wordt rekening gehouden met zowel inhoud als presentatie (structuur van het antwoord, vlot en correct taalgebruik, uitspraak, expressiviteit en communicatieve vaardigheid).
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Mondeling examen | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 50% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 50% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 50% | |