Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Begeleiden van kinderen 4
| Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs |
2011-12 |
| nvt |
BALLO_4390 |
| 0 |
0 uur |
| Tweede Programmajaar |
Ja |
| Ja |
Ja |
| Verplicht |
Punt op 20 |
| Ja |
|
Docenten
- De Vos Leen
- Frederickx Julia
- Van Den Eynde Tine
- Brepoels Maria
- Smolderen Vera
- Hawrijk Ilona
- Van Loock Lieve
Onderwijsvorm
- Groepswerk
- Oefensessie
- Hoorcollege
Begincompetentie
eindcompetenties Atelier en stage 1
eindcompetenties Begeleiden van kinderen 1
eindcompetenties Begeleiden van kinderen 2
eindcompetenties Begeleiden van kinderen 3
Eindcompetentie
| BALLO_01.01 | 1.1 - De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de groep achterhalen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.02 | 1.2 - De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.03 | 1.3 - De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.04 | 1.4 - De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.05 | 1.5 - De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.06 | 1.6 - De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.07 | 1.7 - De leerkracht kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.08 | 1.8 - De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_01.12 | 1.12 - De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de groep. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_02.1 | 2.1 - De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in de groep en op school. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_02.5 | 2.5 - De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden. | Elementair niveau |
| BALLO_03.3 | 3.3 De leerkracht kan het eigen aanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_04.1 | 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_04.4 | 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_07.3 | 7.3 De leerkracht kan de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team bespreekbaar maken. | Doorgroeiniveau |
| BALLO_11_A3 | A3. kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen. | Doorgroeiniveau |
Leerresultaten
Module 4 A Differentiatie
De studenten kunnen voor een concrete onderwijsleersituatie relevante verschillen tussen kinderen in het kader van differentiatie in kaart brengen.
De studenten hebben inzicht in verschillende vormen van binnenklasdifferentiatie.
De studenten kunnen met aandacht voor verschillen tussen kinderen vormen van binnenklasdifferentiatie voorbereiden zoals verdiepen en verbreden, verlengde instructie, gedifferentieerd contractwerk,...
De studenten kunnen hun keuzes bij het uitwerken van differentiatie verantwoorden .
De studenten kunnen activiteiten/lessen voorbereiden ter ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
De studenten hebben inzicht in veelgebruikte leerlingvolgsystemen en kunnen leerlinggegevens interpreteren.
De studenten hebben inzicht in rapporteringswijzen.
De studenten hebben inzicht in communicatietechnieken voor gesprekken met ouders.
De studenten kunnen verschillende vormen van binnenklasdifferentiatie toepassen bv. in een taal- of wiskundeles.
De studenten kunnen kritisch kijken naar de uitwerking van differentiatie in handleidingen.
De student is in staat de sterktes en zwaktes van de uitwerking van differentiatie in handleidingen te onderkennen en, indien nodig, de gebruikte vormen van differentiatie aan te passen.
De studenten hebben inzicht in verschillende leerstijlen en de betekenis ervan binnen een muzisch proces.
De studenten hebben inzicht in verschillende vormen van creativiteit en kunnen creatieve processen hanteren bij het creëren van krachtige leeromgevingen.
De studenten hanteren leerstijlen om tegemoet te komen aan de grote diversiteit tussen kinderen binnen het proces van beschouwen en creëren.
De studenten kunnen vaststellen dat een motorische beginsituatie van leerlingen binnen eenzelfde klasgroep heel sterk kan verschillen.
De studenten kunnen differentiëren in elke situatie die ze aanbieden om leerlingen te begeleiden in hun motorische (en ook dynamisch-affectieve) ontwikkeling.
Module 4B Thematisch werken
De studenten kunnen themadag(en) uitwerken volgens de principes van thematisch werken.
De studenten kunnen hun keuzes bij het uitwerken van thematisch onderwijs verantwoorden.
De studenten kunnen kinderen talige ondersteuning bieden binnen niet-taalvakken.
De studenten kunnen de verschillende leergebieden en leergebiedoverschrijdende eindtermen zinvol integreren binnen een thema.
De studenten kunnen in de breedte kijken, d.w.z. zij ontdekken raakpunten binnen de variante ontwikkelingsdomeinen.
De studenten kunnen zowel vanuit inhouden als vanuit doelen vakoverschrijdende activiteiten bedenken en creëren.
De studenten kunnen een krachtige leeromgeving realiseren.
De studenten kunnen bereidheid tonen om te leren uit de eigen ervaring en die van de anderen.
De studenten kunnen een aantal conventies op het gebied van sociale omgang en waarden voorleven en bespreekbaar maken.
De studenten kunnen actuele maatschappelijke ontwikkelingen en gebeurtenissen hanteren in een pedagogische context.
De studenten kunnen basiskennis en basisvaardigheden beheersen en aanwenden in de (pedagogisch-didactische) praktijk.
De studenten kunnen oog leren hebben voor de veiligheid tijdens het verplaatsen op de openbare weg.
De studenten kunnen actuele maatschappelijke thema’s identificeren rond
o het sociaal-politieke domein,
o het sociaal-economisch domein,
o het levensbeschouwelijk domein,
o het cultureel-estetisch domein.
De studenten kunnen activiteiten en lessen kritisch evalueren op basis van de kenmerken van thematisch onderwijs.
Inhoud
Module 4A Differentiatie
- differentiatiematrix: differentiatiecriteria en –componenten
- vormen van binnenklasdifferentiatie: kleine en groete groep, BHV-model,...
- verrijkingsdoelen formuleren
- differentiatie op sociaal-emotioneel vlak
- contractwerk
- veelgebruikte leerlingvolgsystemen
- rapporteren
- communiceren met ouders
- gedifferentieerd leesonderwijs
- differentiatie in de meest gebruikte wiskundehandleidingen
- toepassen van binnenklasdifferentiatie in een wiskundeles
- binnen MUVO-activiteiten vormen van creativiteit, eigen leerstijl en leerstijlen van anderen beleven, bespreken en vertalen naar de lagere school
- binnen MUVO-activiteiten bewust worden van eigen leerstijl en die van anderen en bereid zijn andere leerstijlen uit te proberen
- binnen motorische situaties de veelzijdige verschillen beleven, deze bespreken en vertalen naar de lagere school
Module 4B Thematisch werken
- thematisch werken
- taal in andere vakken
- leergebieden integreren in een thema
- reflecteren zowel over activiteiten binnen muzische vorming als over inhouden en activiteiten van andere vakken
- eindtermen hanteren in functie van thematisch werken
- verkenning van de kuststreek met o.a. aandacht voor ruimtelijke ordening, kust- en polderbiotopen, toerisme, cultuur en geschiedenis,…
- vredesopvoeding en de aanwezigheid van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (vroeger en nu)
- attitudevorming: een maatschappij-kritisch-bevragende-onderzoekende ingesteldheid aannemen
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Module 4A
Cursussen
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Module 4B
Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
| Module 4A |
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 65% | | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 35% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 65% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 35% | | | Module 4B |
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 100% | |