Begincompetentie
Zie eindcompetenties Wiskunde 1
Leerresultaten
· De student beheerst kennis en vaardigheden (niveau lager onderwijs en verdieping):
* metend rekenen (herleidingen, omtrek en oppervlakte) en meetkunde (ruimtelijke oriëntatie)
* vraagstukken oplossen volgens de meest efficiënte heuristiek uit de domeinen getallenkennis,
bewerkingen en metend rekenen
· De student beheest vakdidactiek wiskunde:
* De student onderkent de leerlijnen metend rekenen (incl. de soorten meetfuncties).
* De student kan leeractiviteiten uitwerken voor metend rekenen (herleidingen, omtrek en oppervlakte).
* De student kan basisdoelen kiezen en formuleren op basis van eindtermen en leerplannen.
* De student kan verschillende heuristieken aanwenden als oplossingsweg van diverse toepassingen (vraagstukken).
* De student kan leeractiviteiten ontwikkelen om kinderen inzicht bij te brengen in het oplossen van diverse vraagstukken.
Inhoud
Basiskennis en – vaardigheden op niveau leerlingen basisschool (10 CU SB: 35 uur) - De leerinhouden (metend rekenen: herleidingen - omtrek - oppervlakte ; meetkunde: ruimtelijke oriëntatie) beheersen: bespreking meetcircuit - Vraagstukken kunnen oplossen uit de domeinen getallenkennis, bewerkingen en herleidingen metend rekenen.
Basiskennis en -vaardigheden op niveau leerkracht basisschool (20 CU SB 45 uur): - Bij vraagstukken de meest efficiënte heuristiek gebruiken: toepassingen op alle hoger vermelde leerinhouden wiskunde (zie ook Wiskunde 1) - Zelf vraagstukken kunnen opstellen - Logische problemen oplossen - Metend rekenen: Soorten meetfuncties - De leerlijnen metend rekenen onderkennen - Kinderen inzicht bijbrengen in herleidingen metend rekenen - in omtrek- en oppervlaktebepaling van vlakke figuren.
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Cursussen
Handboeken
- Wiskunde 1998 Leerplan
- Wiskundewijzer voor het lager onderwijs
Evaluatie
Basiskennis en – vaardigheden op niveau leerlingen basisschool: Schriftelijk met slaagnorm: 75 % Aandeel: 40 % van het te behalen credit wiskunde 2
Basiskennis en -vaardigheden op niveau leerkracht basisschool : schriftelijk met slaagnorm: 50 % Aandeel: 50 % van het te behalen credit wiskunde 2
Examentaak Inleveren op laatste lesdag Aandeel: 10 % van het te behalen credit wiskunde 2
Je kan niet slagen als je niet minstens 8/20 haalt voor elk onderdeel afzonderlijk. Voorwaarde blijft wel dat je gewogen resultaat minstens 50% is.
Tweede examenkans: zelfde verdeling en slaagnormen als bij de eerste examenkans.
Examentaak: Inleveren op de dag van het examen niveau leerkracht
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen met computer | 40% | niveau leerling | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 10% | niveau leerkracht | Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 50% | niveau leerkracht | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen met computer | 40% | niveau leerlingen | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 50% | niveau leerkracht | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 10% | niveau leerkracht |