Lessius Mechelen ects

Hoofdpagina | Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs

Onderwijs- en opvoedingskader 1


Opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Academiejaar 2011-12
Volgtijdelijkheid op nvt Referentienummer BALKO_4374
Studiepunten 5 Studietijd 150 uur
Opleidingsfase Tweede Programmajaar Creditcontract mogelijk Ja
Examencontract(diploma) mogelijk Ja Examencontract (creditbewijs) mogelijk Ja
Aard Verplicht Quotering Punt op 20
Tolereerbaar Ja Tweede examenkans

Docenten

  • Van Stijvoort Linda
  • Van Sanden Petrus
  • Teunissen Els

Onderwijstaal

  • Nederlands

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege
  • Groepswerk
  • Oefensessie
  • Practicum
  • Stage/praktijkoefening
  • Studiereis/excursie
  • Werkcollege
  • Zelfstudie

Begincompetentie

Eindcompetenties van PJ 1

Eindcompetentie

BALKO_01BALKO_01 - Functioneel geheel - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessenOpleidingsfase 2
BALKO_01.1BALKO_01.1 - De ervaringsgerichte indicatoren voor goed kleuteronderwijs (betrokkenheid en welbevinden) gebruiken bij het opzetten, verantwoorden en evalueren van het eigen onderwijs.Opleidingsfase 2
BALKO_01.2BALKO_01.2 - Vanuit de ervaringsgerichte visie werken aan de ontwikkelingsaspecten , leerplan- en ontwikkelingsdoelenOpleidingsfase 2
BALKO_01.3BALKO_01.3 - Breed observeren met het oog op het creëren van ontwikkelingsbevorderende leeromgevingen die reële kansen tot betrokkenheid en succesbeleving bieden.Opleidingsfase 2
BALKO_01.5BALKO_01.5 - Kleuters stimuleren met betrekking tot de basisontwikkeling en de algemene en specifieke ontwikkelingOpleidingsfase 2
BALKO_01.6BALKO_01.6 - De competenties van kleuters continu evalueren met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling van kleuters en het bijsturen van de eigen aanpakOpleidingsfase 2
BALKO_02BALKO_02 - Functioneel geheel 2 - De leraar als opvoederOpleidingsfase 2
BALKO_02.1BALKO_02.1 - Een democratische klas- en schoolcultuur realiseren op basis van de rechten van het kind en werken aan sociale competentie en verbondenheid bij kleutersOpleidingsfase 2
BALKO_02.2BALKO_02.2 - 2.2 Het welbevinden van kleuters stimulerenOpleidingsfase 2
BALKO_02.3BALKO_02.3 - Met respect voor eigenheid en diversiteit reageren op de gevoelens van kinderen, met het oog op zelfontplooiing en integratie van elk kindOpleidingsfase 2

Leerresultaten



Functioneel geheel 1: Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

 

1.1          De ervaringsgerichte indicatoren voor goed kleuteronderwijs (betrokkenheid en welbevinden) gebruiken bij

               het opzetten, verantwoorden en evalueren van het eigen onderwijs.

1.2          Vanuit de ervaringsgerichte visie werken aan de ontwikkelingsaspecten , leerplan- en ontwikkelingsdoelen

1.3          Breed observeren met het oog op het creëren van ontwikkelingsbevorderende leeromgevingen die

               reële kansen tot betrokkenheid en succesbeleving bieden.         

1.5          Kleuters stimuleren met betrekking tot de basisontwikkeling en de algemene en specifieke

               ontwikkeling

1.6          De competenties van kleuters continu evalueren met het oog op het bevorderen van de ontwikkeling van

               kleuters en het bijsturen van de eigen aanpak     

    

Functioneel geheel 2: Opvoeder

 

2.1           Een democratische klas- en schoolcultuur realiseren op basis van de rechten van het kind en werken aan

               sociale competentie en verbondenheid bij kleuters.

2.2           Het welbevinden van kleuters stimuleren

2.3           Met respect voor eigenheid en diversiteit reageren op de gevoelens van kinderen, met het oog op

               zelfontplooiing en integratie van elk kind.

Inhoud

Opvoedingskader



In het opvoedingskader 1 willen we enerzijds focussen op welbevinden als de indicator bij uitstek voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en anderzijds op betrokkenheid als de indicator bij uitstek van het leren van kinderen en van de ontwikkeling van hun competenties.



Welbevinden en sociaal-emotionele ontwikkeling

Om een gave emotionele ontwikkeling bij kinderen te waarborgen, is het cruciaal veel aandacht te hebben voor het welbevinden van de kinderen. Vanuit een brede observatie leer je aandacht hebben voor signalen van hoog/laag welbevinden die kinderen uitzenden, voor de interacties die ze aangaan in verschillende relatievelden en voor mogelijke aanwezige risicofactoren. Bij al deze verkregen informatie is het belangrijk dat je je inleeft in kinderen. Zo krijg je zicht op hoe het gesteld is met hun zelfbeeld en hun basisbehoeften. Vanuit dit inlevend begrijpen zal je ontdekken hoe je kinderen daar ondersteuning kan bieden waar ze die het meest nodig hebben op hun weg naar een gave emotionele ontwikkeling.

Emotionele ontwikkeling hangt nauw samen met sociale ontwikkeling. Je leert hoe je kinderen kan helpen ‘sociaal competent’ te worden, waarbij inleving weer de kern zal zijn, om via het begrijpen en het voorspellen van het gedrag, te komen tot tactvol inspelen op anderen.

Broodnodig bij sociale competentie is een positieve waardenoriëntatie om kinderen bewust te laten kiezen voor de waarde van ‘positieve omgang’ met elkaar en met de wereld. Dit brengt ons bij de basisattitude van verbondenheid. Werk maken van verbondenheid is de meest fundamentele preventie tegen klein en groot geweld. Door kinderen in contact te brengen met vijf ‘levensbanden’, groeit er bij hen een houding van respect, zorg, verantwoordelijkheid en engagement. Je leert dat de mogelijkheden om verbondenheid te beleven, vlakbij liggen.

In het onderwijs- en opvoedingskader zal je hiertoe vooral focussen op tussenkomsten die gericht zijn op ‘gevoeligheid voor beleving’ (actief luisteren, ik boodschappen, conflicten oplossen, positieve aandacht, spelen met klaspop)



Betrokkenheid en ontwikkeling van competenties

De betrokkenheid van kinderen laat je toe om de kwaliteit van de door jou gecreëerde leef- en leercontext te evalueren vanuit hun ervaring, van wat zich bij hen afspeelt, dus niet alleen vanuit wat jij als leraar doet. Meer nog: je toetst het succes van je aanbod en aanpak aan wat je er – hier en nu – bij de kinderen mee teweegbrengt en in welke mate dit bijdraagt tot hun ontwikkeling en het versterken van hun competenties.

Door dit goed te observeren, leer je bij het begeleiden van de kinderen tussenkomsten doen die hen stimuleren (stimulerend tussenkomen) en die hen de ruimte geven om zelfstandig te kiezen en initiatieven te nemen (autonomie verlenen). Je kan beter inschatten hoe het praktijkprincipe ‘vrij kleuterinitiatief’, in combinatie met andere principes, gunstige condities biedt voor hun ontwikkeling. Bovenal kan je ten volle leren vertrouwen op de innerlijke ontwikkelingsdrang van de kinderen en overtuigd geraken van de ‘juistheid’ van de keuzes die ze zelf maken!(betrokkenheid meten, stimulerend tussenkomen, vrij kleuterinitiaf)



Onderwijskader



In het OOK 1 verdiepen we wat in 1 balko aangeraakt is rond de algemeen didactische uitwerking van de ervaringsgerichte visie naar de stage toe. Algemeen didactische elementen van het stappenplan worden geanalyseerd, zodanig dat de studenten dit kunnen toepassen bij het voorbereiden van hun stage (keuze van een rode draad, inschatten en beschrijven van de beginsituatie van kinderen, doelgericht werken (ontwikkelingsaspecten) aansluitend op beginsituatie, opbouw van een dagplanning met o.m. voorzien van smaakmaker en uitwerking van kapstokactiviteiten met aansluitende activiteiten en uitwerking van een thema, werkrooster)





Studiematerialen

Meer info op de cursussen- en boekenlijst.

Cursussen

  • Cursus

Handboeken

  • Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs
  • Ontwikkelingsdoelen en eindtermen Infomap Gewoon Basisond
  • Ontwikkelingsplan Voor De Katholieke Kleuterschool 2000

Evaluatie

1 Eerste examenperiode (januari)  Schriftelijk examen 100%

2 Derde examenperiode (augustus)  Schriftelijk examen 100%

Eerste examenkansEerste examenperiode (januari)Schriftelijk examen100%
Tweede examenkansDerde examenperiode (augustus)Schriftelijk examen100%