Leerresultaten
ALGEMEEN: KENNEN-INZIEN-TOEPASSEN-(INTEGREREN)
1. De student kan bepaalde factoren/fenomenen die zijn persoon en persoonlijk handelen, zijn communicatie, interactie en groepsdynamica beïnvloeden op basis van theoretische achtergronden beschrijven en uitleggen
2. De student toont zijn/haar inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen op gebied van zijn persoon en persoonlijk handelen, zijn communicatie, interactie en groepsdynamica.
3. Toepassen: De student kan experimenteren met en reflecteren over zijn persoon en persoonlijk handelen en gedrag, zijn communicatie, interactie en groepsdynamisch functioneren
4. [Wordt niet beoordeeld in deze lessenreeks] Integreren: De student stelt zich open voor confrontatie en feedback en probeert op basis daarvan nieuw gedrag uit in de aangeboden oefeningen en opdrachten. Hij toont dat hij ondervonden hindernissen en problemen uit punt 3 ‘verbetert’. Hij past spontaan alle kennis en vaardigheden toe in nieuwe en echte groepsdynamische situaties: tijdens stage, project, vakantiejob, …
CONCREET: KENNEN-INZIEN-TOEPASSEN-(INTEGREREN)
1. Kennis en inzicht hebben van alle gegeven theorie
- De meest onderzochte en elementaire begrippen, verschijnselen, fenomenen, theorieën van sociale psychologie, groepen en groepsprocessen (zie inhoud theorie) kennen en kunnen reproduceren of herkennen (theorie).
- Theorie en praktijk met elkaar in verband kunnen brengen en integreren (practica)
- Theorie en maatschappij (via voorbeelden) met elkaar in verband brengen en integreren (practica en logboek)
- Theorie en eigen levenservaringen met elkaar in verband brengen en integreren (practica en logboek)
- Uiteenzettingen over vertrouwde onderwerpen uit de actualiteit of groeps)psychologische onderwerpen begrijpen. Cursusgerelateerde instructies/woordenschat begrijpen.
2. Inzicht krijgen in zijn/haar eigen sociale functioneren, zowel als individu als als groepslid
- Inzien dat het/de eigen gedrag, denken, prestatie, perceptie en oordelen meebepaald wordt door groepen en groepslidmaatschap en omgekeerd, dat hij/zij zelf deze vaardigheden van een ander groepslid mee beïnvloedt
- In staat zijn de eigen attitudes en het eigen voorkomen te interpreteren, de sterke en zwakke punten te onderkennen en deze desgewenst bij te sturen.
- In staat zijn op basis van en rekening houdend met voorgaande vaardigheden en inzichten tot efficiënte zelfpresentatie, het geven van uiteenzettingen voor publiek, het samenwerken met anderen, het onderhandelen, het discussiëren, kortom, het adequaat functioneren in een sociale en werkomgeving
- Bewust zijn van specifieke interpersoonlijke verschillen.
- Inzien dat de totale groepsprestatie vaak niet zo goed is als verwacht
- Inzien wanneer een groep efficiënter kan werken dan een individu (bv., hangt af van soort taak)
- Inzien wat de valkuilen zijn van een groep, dat er verlies kan bestaan op product, proces en procedure
3. Toepassen van alle voorgenoemde inzichtdoelstellingen in praktijkoefeningen
- Is zich, vanuit een houding van zelfrespect, bewust van eigen mogelijkheden en grenzen
- Reflecteert op positief-kritische wijze over het eigen gedrag en de eigen aanpak
- Is zich bewust van eigen veronderstellingen en verwachtingen en effecten van de eigen communicatiestijl in de interactie met anderen
- Aanvaardt feedback over het eigen functioneren.
- Stelt het eigen handelen in vraag
- Kan in bepaalde situaties een conversatie voeren. Neemt (bij werkoverleg/ vergaderingen) actief deel aan eenvoudige gesprekken over hem vertrouwde onderwerpen. Wisselt eenvoudige informatie uit met medestudenten.
- Notuleert bij vergaderingen /teamoverleg rond (groeps)psychologische onderwerpen.
- Geeft informatie en kennis door die voor anderen nuttig of belangrijk kan zijn.
- Aanvaardt groepsbeslissingen.
- Houdt rekening met de mening van anderen.
- Neemt voorbereid deel aan werkoverleg/vergadering
- Denkt teamgericht
- Heeft kennis van de regels van professionele ethiek en (mede)menselijke ethiek.
- Handelt respectvol.
- Respecteert gemaakte afspraken
- Gaat zorgzaam om met mensen
- Denkt vanuit uiteenlopende standpunten en referentiekaders
Inhoud
THEORIE
Definitie Groepsdynamica
Definitie sociale psychologie
Definitie groepen
Het sociale zelf: ik tussen de anderen
Het zelfconcept en zelfkennis: spiegel-beeld en spiegel-zelf, introspectie, perceptie eigen gedrag, affectieve voorspelling, zelfperceptie theorie, gelaatsfeedback hypothese, sociale vergelijkingstheorie, autobiografisch geheugen
Zelfwaardering: zelfdiscrepantie theorie, zelfbewustzijntheorie, private en publieke zelfbewustzijn, mechanismen van zelfverheerlijking, impliciet egotisme, zelfdienende cognities, zelfhandicappering, zich koesteren aan het succes van anderen, neerwaartse sociale vergelijkingen, problemen onder ogen zien
Zelfpresentatie: 2 zijden van zelfpresentatie, individuele verschillen
Persoonswaarneming
Observatie: de elementen van sociale perceptie: personen (uiterlijk); situaties; gedrag;
Attributie: attributietheorien, attributie vertekeningen, valse consensuseffect, basisfrequentievalstrik, actor-observator effect, tegenfeitelijk denken, fundamentele attributiefout, ideologische motieven
Integratie: van dispositie tot impressie: informatie-integratie, kenmerken van waarnemer, kenmerken van doelpersoon, impliciete persoonlijkheidstheorie, primauteitseffect, behoefte van afsluiting,
Confirmatievertekeningen: van impressie tot realiteit: persistentie van opvattingen, confirmatorische hypothesetoetsing, zelfvervullende voorspelling,
Groepswaarneming
Stereotypen: ontstaan, sociale categorisatie, ingroep-uitgroep, accuraatheid, kern van waarheid, denkbeeldige correlaties, contrasteffecten, confirmatievertekening en zichzelf vervullende voorspelling, automatisch versus intentioneel proces,
Vooroordelen: Robbers cave experiment, realistische conflicttheorie, intergroep conflict, ingroep favoritisme
Discriminatie: latent vooroordelen, discriminatie waarnemen of veronderstellen, discriminatie ontlopen
Groepsprocessen: sociale beinvloeding
Conformiteit: normen, klassieke conformiteitsexperimenten, Sherif en Ash, waarom conformeert men,
meerderheidsinvloed, minderheidsinvloeden
Inwilliging
Gehoorzaamheid: Millgram, Milgram annoo 2010, verzet, de aard van de mens
Groepsprocessen: in kleine taakgerichte groepen
De aanwezigheid van anderen: sociale facilitatie, social loafing, blokkades en procesverliezen, caution en risky shifts, deindividuatie
Interageren en samenwerken met anderen: toetreden tot een groep, rollen, normen, groepspolarizatie, groepsdenken, groepsprestatie, brainstormen, informatie-uitwisseling, functionele groepsgrootte, sociaal lanterfanten in teams, verstrikking, waarom een groep werkt, computer aided group decisions, diversiteit
(enkele van volgende) Toegepaste hoofdstukken (kunnen eventueel behandeld worden)
Communicatie
Seksisme
Racisme
Coöperatie, competitie en conflict
Leiderschap
Motivatie
Economische besluitvorming: sociale invloeden op de effectenbeurs, engagement, verstrikking en escalatie
PRACTICA
Oefeningen op de theorie en groepsdynamische processen staan ter info ter beschikking op Toledo (zelfstudie)
METHODE
1. kennis via cursus gedoceerd (zie theorie in inhoud en zie leerresultaten)
2. inzicht en 3. toepassingen (zie practica en leerresultaten)
- Via zelfreflectie over bepaalde van de geziene sociaal psychologisch of groepsdynamische fenomenen, bv., persoonswaarnemingen: eerste indrukvorming, vooroordelen, impliciete persoonlijkheidstheorieën, categorisatie, communicatie en luisteren, ...
- Via oefeningen (in zelfstudie) op persoonswaarnemingen: eerste indrukvorming, vooroordelen, impliciete persoonlijkheidstheorieën, categorisatie, (optische) illusies, enz.
- Via oefeningen (in zelfstudie) op presenteren, communicatie en luisteren
- Via video's (in zelfstudie) over gehoorzamen, conformeren, leiderschap, ‘de mensentuin’, ‘Millgram anno 2010’,
Studiematerialen
Meer info op de cursussen- en boekenlijst.
Handboeken
- Groepsdynamica: topics uit de Sociale Psychologie voor informaticamanagers en multimedia designers.
Toledo (Digitale leeromgeving)
- Online studiemateriaal
- Opdrachten en studiemateriaal op Toledo
Evaluatie
GENERIEKE BEOORDELING
Cesuur: Student moet minstens 50% behalen van punt 1 (via theoretisch examen) én 50% van punt 2 (via logboek) om 10/20 te krijgen.
Student zijn/haar punt stijgt (rekenkundig) indien
- meer % behaald op punt 1 (kennis) (via theoretisch examen)
- meer % behaald op punt 2 (inzicht) (via logboek)
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Schriftelijk examen | 70% | | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 30% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 70% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 30% | |