Hoofdpagina | Bachelor in de elektronica-ict
C-aanvullingen labo (1011PBAEII100b)
Bachelor in de elektronica-ict |
2010-11 |
1 |
30 uur |
Eerste Opleidingsfase |
|
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
|
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
C theorie (1011PBAEI101b) en C labo (2022PBA101c) gevolgd hebben.
Verder moet de student voor hij/zij naar het practicum (labo) komt de bijhorende theorie vooraf bestuderen en een aantal opgaven voorbereiden.
Eindcompetentie
PB _a_02 - Het vermogen tot verwerven en verwerken van informatie |
PB _a_05 - Creativiteit |
PB_a_01 - Denk- en redeneervaardigheid |
PB _k - Kennis |
Leerresultaten
PB_a_01, PB_a_02, PB_a_05, PB_k:
De student moet op een logische en gestructureerde wijze problemen in verband met
- preprocessor directieven;
- operaties op bits;
- recursieve functies;
- dynamische data structuren zoals lijsten en bomen;
- bestanden;
kunnen analyseren en er oplossingen voor uitwerken (PB a1, PB a2, PB a5).
De student moet de oplossing omzetten in een algoritme (PB a2, PB a5);
De student moet een algoritme kunnen vertalen in de programmeertaal C. Hiertoe moet de student
de syntax en het gebruik van de instructies van de programmeertaal kennen en deze kunnen
toepassen (PB a2, PB a5, PB k).
Het is de bedoeling dat de student in het practicum de in de theorie geziene items aan de hand van
opgaven inoefent.
Voor de student naar het practicum komt wordt verondersteld dat hij de bijhorende theorie
bestudeerd heeft en een aantal opgaven heeft voorbereid.
Van de student wordt verondersteld dat hij of zij:
- de bijbehorende theorie op voorhand bestudeerd heeft;
- een aantal opgaven voorbereid heeft, zonder plagiaat te plegen;
- op tijd komt;
- tijdens de practicumzitting actief werkt aan de opgaven en niet storend aanwezig is;
- bij het stellen van vragen blijk geeft van toch al kennis te hebben van de behandelde materie, dus,
voordat een vraag gesteld wordt, toch al zelf eens nagedacht te heeft;
- aandachtig luistert wanneer er klassikaal een bijkomende verduidelijkende uitleg gegeven wordt;
- nadat de basisopgaven afgewerkt zijn, met evenveel enthousiasme aan de uitbreidingsoefeningen
werkt;
- indien nodig buiten de practicumzitting verder werkt aan niet afgewerkte opgaven.
Inhoud
Er zijn 12 practicumzittingen van elk 2 uren.
In elke zitting wordt een bepaald thema behandeld:
1 Operaties op bits
2 Preprocessor directieven
3 Recursie
4 Files
5 Argumenten van main met toepassingen met files
6 Structuren
7 Files van structuren
8 Dynamisch geheugen beheer
9 Lineaire lijsten
10 Stapel (stack)
11 Wachtrij (fifo)
12 Binaire bomen
Studiematerialen
Handboek: C How To Program; H.M. Deitel en P.J. Deitel; Pearson Education International, Prentice-
Hall, New Jersey, 2004; ISBN: 0-13-122543-X
Syllabus: Inleiding tot het programmeren in C; aanvullingen, H. Behaegels
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Praktijkexamen | 100% | Praktijkexamen aan een computer zonder gebruikmaking van externe
informatie. De hulpbestanden op het systeem mogen gebruikt worden.
De student krijgt op het examen een opgave die hij/zij achter de
computer moet uitwerken. Op de eerste plaats moet de student in staat
zijn een oplossingsalgoritme te bedenken. Dit vergt de vaardigheid van
het probleemoplossend denken. Daarna vertaalt de student dit
algoritme in een C programma. Hierbij dient gebruikt gemaakt te
worden van functies met parameters. De student typt het programma
in, test het en demonstreert het. De demonstratie wordt beoordeeld.
De credit voor dit vak kan alleen behaald worden als het programma
doet wat gevraagd is en met functies met parameters gewerkt wordt.
Verder staan er punten op: programmeersnelheid, efficiëntie en
uitbreidbaarheid. Ook wordt lay-out en leesbaarheid van het
programma geëvalueerd. Dit praktijkexamen wordt samen
georganiseerd met het praktijkexamen van het dOLOD “Programmeren
2; C-aanvullingen theorie”. | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Praktijkexamen | 100% | Praktijkexamen aan een computer zonder gebruikmaking van externe
informatie. De hulpbestanden op het systeem mogen gebruikt worden.
De student krijgt op het examen een opgave die hij/zij achter de
computer moet uitwerken. Op de eerste plaats moet de student in staat
zijn een oplossingsalgoritme te bedenken. Dit vergt de vaardigheid van
het probleemoplossend denken. Daarna vertaalt de student dit
algoritme in een C programma. Hierbij dient gebruikt gemaakt te
worden van functies met parameters. De student typt het programma
in, test het en demonstreert het. De demonstratie wordt beoordeeld.
De credit voor dit vak kan alleen behaald worden als het programma
doet wat gevraagd is en met functies met parameters gewerkt wordt.
Verder staan er punten op: programmeersnelheid, efficiëntie en
uitbreidbaarheid. Ook wordt lay-out en leesbaarheid van het
programma geëvalueerd. Dit praktijkexamen wordt samen
georganiseerd met het praktijkexamen van het dOLOD “Programmeren
2; C-aanvullingen theorie”. |