Hoofdpagina | Master of Science in de welding engineering
Masterproef (0910MNMweld11)
Master of Science in de welding engineering |
2010-11 |
20 |
600 uur |
|
Ja |
Ja |
Ja |
Verplicht |
Punt op 20 |
Ja |
Neen |
Docenten
Onderwijstaal
Onderwijsvorm
Begincompetentie
Ingenieursdiploma ir of ing verplicht
Eindcompetentie
MA_AV - Communicatievaardigheden |
MA_IV_01 - Probleemoplossend vermogen |
MA_IV_02 - Praktische vaardigheden |
MA_IV_03 - Multidisciplinair samenwerken |
MA_KI - Diepgaande technische kennis |
MA_OV_01 - Kritische reflectie en onderzoekende houding |
MA_OV_02 - Uitvoeren van onderzoek |
Leerresultaten
Een masterproef is een technologisch project dat gericht is op het concreet realiseren van een
innovatie. Deze innovatie vergt de uitwerking van een technologische oplossing waarbij
ingenieurskennis moet vergaard en creatief toegepast worden. In het kader van de masterproef moet
innovatie begrepen worden als het tot stand brengen van een nieuw (of vernieuwend) product, proces
of dienst waarbij een technologische oplossing zich opdringt. Nieuw of vernieuwend moet hier
geïnterpreteerd als nieuw of vernieuwend voor de student. De vereiste kennis moet duidelijk de
kennis overstijgen die in het curriculum reeds als verworven mag aangenomen worden.
De masterproef moet daarom aan drie basisvereisten voldoen:
- de probleemstelling is een concreet ingenieursprobleem (technologischeonderzoekscomponent)
- het probleem vraagt om een creatieve oplossing waarvoor de ingenieurskennis die in het
curriculum werd verworven niet volstaat maar aangevuld moet worden
(kennisverwervingscomponent)
- de aanpak gebeurt wetenschappelijk.
Inhoud
- Een inleidend hoofdstuk bevat de vertaling van het probleem in correcte technisch-wetenschappeljike termen
- Waar toepasselijk bevat het werk een literatuurstudie.
- De tekst bevat een correcte bibliografie en systematische verwijzingen ernaar. De informatie is op een overzichtelijke wijze samengebracht.
- Uit de rapportering blijkt dat de student de informatie heeft geïnterpreteerd i.f.v. de probleemstelling.
- Uit de opbouw van het werk blijkt dat de student een logisch gestructureerde methode heeft gebruikt.
- Verschillende standpunten en mogelijke alternatieven worden tegenover elkaar geplaatst en het beargumenteerde standpunt van de student komt duidelijk tot uiting.
- Kritische bedenkingen worden geformuleerd.
- Een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen verworven informatie en persoonlijke creatieve inbreng..
- De tekst en presentatie zijn duidelijk en bevatten de noodzakelijke informatie die op een klare manier is gepresenteerd in tekst, figuren, tabellen, bijlagen, ..., gebruik makend van een correcte en wetenschappelijke taal.
- De uitwerking van tekst en presentatie gebeurt met eigentijdse hulpmiddelen. Waar relevant omvat de rapportering ook andere concrete werkstukken, apparatuur, software, …., vergezeld van de nodige beschouwingen inzake bruikbaarheid(sbeperkingen), essentiële theoretische onderbouw, ….
Studiematerialen
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Opdrachten | 100% | Masterproef
De verschillende criteria voor de beoordeling van de masterproef zijn
opgenomen in de richtlijnen voor de masterproef en zijn terug te
vinden op TOLEDO | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Opdrachten | 100% | Masterproef
De verschillende criteria voor de beoordeling van de masterproef zijn
opgenomen in de richtlijnen voor de masterproef en zijn terug te
vinden op TOLEDO |