Begincompetentie
Ingenieursdiploma ir of ing verplicht
Leerresultaten
Elektrische booglasprocedés vormen de belangrijkste groep bij de lasprocedés. De theoretische kennis ervan is gefundeerd op de kennis van het verschijnsel elektrische boog en de invloedsparameters zoals polariteit, magnetische velden en gasbescherming. Een lasingenieur moet op de hoogte zijn van de technische karakteristieken van elk booglasprocedé, en voor elke toepassing een optimale keuze van het lasprocedé kunnen maken. Hierbij zijn praktische problemen aan de orde zoals instelling van de bron, keuze van beschermgas of elektrodebekleding, materiaalstockage, veiligheid en gezondheid. Door praktische technologische kennis van de opbouw van stroombronnen, randapparatuur, meet¬- en regelsystemen wordt ernaar gestreefd een gepaste beoordeling van een lasapparaat te kunnen geven, zodat ook een verantwoorde keuze van apparatuur kan gemaakt worden. Naast apparatuur zijn de neersmeltkarakteristieken van de toevoegproducten zeer belangrijk, daar zij een belangrijke technisch onderdeel vormen van de kostprijs van het proces. Een lasingenieur moet de problemen van een lasser kennen, begrijpen en zo goed mogelijk trachten op te lossen. Hiervoor is het belangrijk dat hij de nodige vaardigheid heeft om met de verschillende procedés (handlassen met beklede elektrode, MIG/MAG, TIG, autogeen en weerstandlassen) in verschillende posities te lassen, en dit op verschillende materialen.
Studiematerialen
Handleidingen van de lastoestellen
Evaluatie
Eerste examenkans | Tweede examenperiode (juni) | Schriftelijk examen | 100% | | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Schriftelijk examen | 100% | |