Begincompetentie
Analytische chemie I (0910ABAche201) gevolgd hebben
Leerresultaten
- De student (PT*) leert neerslagtitratie aan als een analytische techniek, kan het principe van
standaardisatie toepassen, kan de concentratie van chloride bepalen in onbekende stalen en leert de
juiste keuze van indicators te maken a.d.h.v. statistische gegevensverwerking. (AB IV2, AB KI3)
- De student (PT & CB**) leert complexometrische titraties aan als analysetechniek, kan het principe
van standaardisatie toepassen, kan de hardheid van water bepalen, kent en begrijpt het verschil
tussen totale en blijvende hardheid en kan de hardheid in verschillende eenheden uitdrukken. (AB
IV2, AB KI3)
- De student (CB) kan een redoxtitratie met kaliumpermanganaat uitvoeren als analytische techniek
om waterstofperoxide en calcium te kwantificeren. (AB IV2, AB KI3)
- De student (PT) leert potentiometrie aan als analytische techniek, kan een ijkcurve opstellen, kan
de concentratie aan fluoride bepalen in verschillende stalen, begrijpt de werking van de elektrode en
kan zijn gegevens statistisch verwerken. (AB IV2, AB KI3)
- De student (PT) kan ijzer kwantificeren m.b.v. een spectrofotometrische methode, hiervoor kan hij
een ijkcurve opstellen en is bewust voor de verschillende stappen van de analytische techniek. (AB
IV2, AB KI3)
- De student (PT & CB) leert AAS/AES (atomaire absorptie spectrometrie / atomaire emissie
spectrometrie) aan als analysetechniek, begrijpt het verschil tussen de 2 technieken, kent de
belangrijkste onderdelen van het instrument, kan zelfstandig het instrument bedienen via de
software, kan a.d.h.v. een zelfgemaakte ijkcurve de concentratie aan nikkel bepalen in onbekende
stalen. (AB IV2, AB KI3)
- De student (PT & CB) leert ionchromatografie, begrijpt de belangrijkste verschillen met andere
chromatografische technieken, kent de belangrijkste onderdelen van het instrument, kan zelfstandig
werken met de software om zo een ijkcurve op te stellen voor de verschillende anionen, de
concentratie van anionen bepalen in een onbekend staal en kan a.d.h.v. eigen bekomen
chromatogrammen een aantal theoretische parameters afleiden. (AB IV2, AB KI3)
- De student (CB) kan biochemische moleculen (e.g. eiwitten, aminozuren en suikers) met aan
analytische techniek identificeren en/of kwantificeren. (AB IV2, AB KI3)
- Bij voorkomende problemen kan de student vanuit zijn theoretische kennis een gepaste oplossing
aanbieden (“trouble shooting”). (AB AV2, AB IV1)
- De student leert werken met (bio)chemische producten inclusief de nodige veiligheidsmaatregelen,
werken in teamverband, leert werken met een laboratoriumboek, leert hoe hij een laboratoriumzitting
moet plannen en kan op gepaste wijze een eindverslag maken van een proef. (AB AV1, AB AV2, AB
AV3)
* PT = student chemische procestechnologie
** CB = student chemie optie biochemie
Inhoud
- neerslagtitratie (Ag/Cl)
- complexometrische titratie (hardheid water)
- redoxtitratie (kaliumpermanganaat/waterstofperoxide)
- potentiometrie (fluoride)
- spectrofotometrie (Fe, suikers & eiwitten)
- AAS/AES (Ni)
- ionchromatografie
Studiematerialen
Eigen laboratoriumtekst
referentie:D.A. Skoog, D.M. West et all, Fundamentals of Analytical Chemistry (aangekocht in 2 Ba)
Evaluatie
Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Opdrachten | 33% | Alle ingerichte labozittingen moeten bijgewoond en uitgevoerd worden. Enkel mits een gegronde reden en na overleg met de docent kan hiervan afgeweken worden (conform OER art. 115 'aanwezigheidsplicht') | Eerste examenkans | Eerste examenperiode (januari) | Tussentijdse evaluatie | 67% | Alle ingerichte labozittingen moeten bijgewoond en uitgevoerd worden. Enkel mits een gegronde reden en na overleg met de docent kan hiervan afgeweken worden (conform OER art. 115 'aanwezigheidsplicht') | Tweede examenkans | Derde examenperiode (augustus) | Mondeling examen | 100% | Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding |